Preek over Jesaja 50:7-11 Goede Vrijdag 2017: DE KNECHT SPREEKT ZIJN ONWANKELBAAR VERTROUWEN IN DE HERE UIT

10-05-2017 13:30

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  145:4,5

Geloofsbelijdenis met artikel 21 NGB

Gezang 17:1,2,3

Schriftlezing: Johannes 18:12-38

Gebed

Psalm 39:5,6,7

Tekst: Jesaja 50:7-11

Verkondiging van het evangelie

Psalm  21:2,5

Dankgebed

Collecte

Psalm  18:8,9

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

Afgelopen zondag hebben we naar de verzen 4-6 van deze profetie gekeken. We hebben hier te maken met het derde lied over de Knecht van de HERE.  Zondagmiddag (Paasmiddag) hopen we ook nog iets te zien vanuit dat vierde lied van deze Knecht in Jesaja 53. Dan juist over de opstanding!

Zondag zagen we hoe de Geest hier laat zien dat de komende Christus voluit leerling van de Vader in de hemel zal zijn. Hij zal zich laten leiden door de wil van de Vader die Hij al meer zal leren kennen. Die wil van de HERE is voor Christus op bepaalde momenten echt heel zwaar. Onnoemelijk zwaar.  Het zou ieder ander mens te zwaar zijn. Juist dan zien we hoe groot de liefde van Christus, die de beloofde Knecht van de HERE is, is voor de Vader en voor Gods uitverkoren kinderen. Ondanks alles doet Christus wat de Vader Hem leert. Christus leert van de Vader om juist weer als de grote leraar onder de mensen op te treden.  Hij leert de mensen juist om ze de weg te wijzen om ze te bemoedigen. Om wie moe is van eigen zonden te laten zien dat er juist voor hen hoop is. Hoop als ze hun leven met hem verbinden. 

Om  die hoop ook echt werkelijkheid te maken biedt de Knecht van de HERE zichzelf aan. Hij biedt Zijn rug en wangen aan. Om gefolterd en mishandeld te worden. Om de door ons verdiende straf te dragen. Zoiets kan fantasie of grootspraak lijken. Dat kun je 700 jaar voor Christus komst wel zeggen maar zal het wel echt gebeuren? Ook daarop geeft deze profetie en de vervulling daarvan antwoord. Dat zie je juist in het vervolg van deze profetie. Dan blijkt dat de Knecht de gemene aanvallen op Hem gaat weerstaan. Dat Hij zelfs uitdagend tegen Zijn tegenstanders zal spreken. De grote reden daarvoor is dat Hij echt helemaal op de HERE vertrouwt.  Hoe dit zal gaan en wat dit betekent zien we als ik jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema verkondig:

 

DE KNECHT SPREEKT ZIJN ONWANKELBAAR VERTROUWEN IN DE HERE UIT

 

1.  Hij vertrouwt tijdens de rechtszaak

2. Hij vertrouwt terwijl alles donker lijkt

3.  Hij vertrouwt dat de HERE Zijn vijanden zal straffen

 

1.   Hij vertrouwt tijdens de rechtszaak

 

We hebben in vers 6 gezien hoe de Knecht van de HERE schandelijk en smadelijk behandeld zal worden. Meer dan 700 jaar later zien we het in het leven van de Here Jezus gebeuren. We zien hoe de Here Jezus door de soldaten van Pilatus gegeseld wordt. Hoe Hij door Herodes bespot en vernederd werd. Door de Joodse Raad geslagen en bespuugd.  We lezen in de profetie ook dat de Here Jezus de haren uitgetrokken zullen worden. Dat was een teken van grote verachting. Zie o.a. Neh 13:25.

Die grote verachting, die geweldige vernedering zit ook in het spugen op het gezicht van een ander. Dat spugen wil zeggen: Jij bent te minderwaardig voor ons om er bij te horen. Jij bent niets. Jou willen we niet meer.  Dat spugen in het gezicht een grote vernedering is,  zien we ook op andere plaatsen in de Bijbel. Een duidelijk voorbeeld daarvan vinden we in Numeri 12. Het zijn Aaron en Mirjam die het gezag van Mozes betwisten. De HERE  reageert daarop door Mirjam melaats te maken. Mozes vraagt de HERE dan om zijn zus Mirjam weer gezond te maken. In Zijn reactie op het gebed van Mozes zegt de HERE dan o.a. dit: “Daarop zei de Here tot ​Mozes: Had haar vader haar openlijk in het gezicht gespuwd, zou zij dan niet gedurende zeven dagen te schande zijn? Laat haar gedurende zeven dagen buiten de legerplaats gesloten worden, en daarna mag zij zich er weer bijvoegen.” Num 12:14  Hier zien we dat spugen in het gezicht van een ander duidelijk maakt dat die ander er niet bij hoort. Uit de gemeenschap wordt gezet. Hier dan voor een bepaalde tijd.

Wat gebeurt er in het leven van de Here Jezus? Hij verschijnt voor het sanhedrin, voor Herodes en voor de stadhouder en rechter Pilatus.  Hij verschijnt dus voor de rechtbank in de kerk en de rechtbank van de wereld. De rechters horen volgens de wil van God zuiver en objectief te oordelen. 

Wanneer de Here Jezus voor de rechtbanken staat,  gebeurt dat niet! De rechters in de kerk willen niet naar de hoogste profeet en leraar luisteren. Ze schuiven de Zoon van God aan de kant. Ze willen niet luisteren naar Zijn hemels onderwijs. Zij onderzoeken niet vanuit wat de HERE in het Oude Testament gezegd heeft of de Here Jezus echt de beloofde Verlosser is.  Wanneer de Here Jezus op de vraag van de hogepriester Kajafas zegt dat Hij de Zoon van God is, komt alle haat, alle ongeloof naar boven. Zelfs bij rechters die in die Gods naam uitspraak moeten doen. Ze slaan en spugen de Here Jezus. Ze laten in de spuug op het gezicht van de Here Jezus Hem voelen hoe ze Hem verachten. Ook de soldaten vernederen de Here Jezus.  Ze spotten met Hem als een machteloze wanneer ze die kroon van doornen op Zijn hoofd zetten. De Here Jezus wordt als een machteloze vernederd, als een verachte misdadiger gegeseld en bespot.

Dat gebeurde volgens de profetie met de Here Jezus.  Je zou toch koken van woede vanwege het onrecht dat je wordt aangedaan. Als je dan zoals de Here Jezus alle macht in handen hebt,  zou je er toch in een keer een geweldig oordeel laten komen. Een bombardement dat in een keer al die tegenstanders zou vernietigen. Nee,  zo gaat het niet want de Here Jezus doet Zijn werk van de beloofde Verlosser. Daarom lezen we: “Maar de Here HERE helpt mij, daarom werd ik niet te schande”.  Vs 7  Hoe kan de knecht van de HERE dat nu zeggen? Om dit te begrijpen, moeten we de vraag stellen wat echte schande is? Is de echte schande die over je leven komt dat mensen in de kerk of in je omgeving negatief over je praten?  Dat ze eigenlijk vinden dat jij niet goed genoeg voor hen bent? Dat jij een gevaar voor hun of voor de gemeente of de gemeenschap bent waarin je leeft. Dat ze  je eigenlijk liever kwijt zouden zijn. Is echte schande dat mensen jou verachten en slechte dingen over jou aan anderen vertellen en daarom anderen ook zo naar jou gaan kijken? Dat is heel erg vooral als het onterecht is. Als mensen dat zelfs doen zonder met jou te praten. Dat is verschrikkelijk. Het  is nog erger als dat in de kerk gebeurt. Maar is dat uiteindelijk de echte schande die jouw leven zwaar maakt en stukmaakt?

Nee, dat kunnen mensen je uiteindelijk niet aandoen. Ze kunnen  je leven op aarde wel stukmaken. Hoe mensen de Here Jezus ook bespotten en mishandelen, hoe verkeerd ze Hem ook behandelen. Toch weet Hij dat Hij als Knecht van de HERE niet echt in de schande komt. Waarom niet? Omdat de Here HERE hem helpt! Omdat wat mensen ook zeggen en doen de HERE vol genoegen, vol goedkeuring kijkt naar het werk dat Hij doet. Hij weet dat Hij in volledige gehoorzaamheid aan Vader leeft, werkt en spreekt. Dan is het zeker dat Vader in de hemel Hem aanneemt en met Zijn liefde om Hem heen is. Al voelt Hij dat niet, al komt Gods toorn vanwege jouw en mijn zonden al meer op Hem. Christus belijdt volgens de profetie in al de verschrikkelijke dingen die mensen over Zijn leven brengen: “De Here HERE helpt mij”. Zo verdiende de Here Jezus ook voor jou en mij dat als mensen negatief over ons praten, ons negatief behandelen terwijl we in liefde en gehoorzaamheid aan de HERE spreken en leven  de HERE met Zijn liefde om ons heen is. Dat kan geen mens in de kerk en in de wereld ons dan afnemen. 

De knecht weet dat de Here HERE Zijn Helper is. Dat zorgt er voor dat Hij Zijn hoofd niet laat hangen. Hij weet, lezen we aan het einde van vers 7 dat Hij voor God niet beschaamd zal staan. Wat is het gevolg van die zekerheid? Dat lees je in het midden van vers 7: “Daarom maakte ik mijn gelaat als een keisteen”. Dat betekent dat de Here Jezus zich niet laat knakken. Hij blijft vol kracht ook voor de mensen die Hem bespotten en vernederen. Alleen bij de HERE is er de kracht om bij verachting en vernedering op de been te blijven. Dat zien we ook bij profeten als Jeremia en Ezechiël. Zie Jer 1:18,19; Ez 3:9  Het bijzondere is dat profeten en ook wij als we achteruitgezet en vernederd worden om ons geloof onze kracht bij de HERE moeten en kunnen zoeken. Dat we die kracht niet in onszelf hebben. Bij Christus, bij de Knecht van de HERE is het anders. Van Hem lezen we hier dat Hij zelf Zijn gezicht als een keisteen maakt.  Hij is de Zoon van God die in eigen kracht gehoorzaam blijft. Hij straalt de kracht van de Zoon van God uit. Hij straalt in de rechtszaal uit:  Ik ben hier de rechtvaardige en niet jullie die Mij beoordelen. Er kan Mij veel van jullie onrecht treffen maar Gods oordeel komt zeker niet over Mij! We zien dit gebeuren als de Here Jezus voor het sanhedrin en voor Pilatus staat. Hoe doet Hij dat? Door te zwijgen! (Zie ook Jes 53:7)  Hij heeft het niet nodig om veel te spreken. Juist omdat de beschuldigingen die komen zo duidelijk onwaar en onrechtvaardig zijn. Hij zegt in de rechtszaal wat nodig is en niet meer. Hij heeft verteld dat Hij de Zoon van God is. Dat heeft Hij steeds aan de mensen verteld en ook laten zien. De rechters konden dat heel goed weten. Hij heeft ook verteld dat Hij de Koning is van een geweldig hemels leger. Hij kan nu verder stil blijven. Met de belijdenis in Zijn hart die we in vers 9 lezen: “Zie, de Here HERE helpt mij, wie zal mij dan schuldig verklaren?”

Niemand kan als rechtvaardig oordeel over Hem uitspreken dat Hij schuldig is. Pilatus en Herodes moeten meer dan 700 jaar later dan ook uitspreken dat deze man niet tot de dood toe schuldig mis. Toch geeft Pilatus de man die hij onschuldig verklaard over om gekruisigd te worden. Hij buigt voor de groepsdruk van anderen. Zelfs als Christus aan het kruis hangt, leeft Hij vanuit het vertrouwen van vers 8: “Hij is nabij, die Mij recht verschaft”.  De Here Jezus laat zich tot in de hel bespotten en vernederen omdat Hij zelfs in de Godverlatenheid om jou en mij weet dat de HERE Hem recht zal doen.

Toch lijkt het alsof aan de Here Jezus juist geen recht gedaan wordt. Want Hij wordt aan het kruis gespijkerd. Hij sterft daar op Golgotha en wordt begraven. Niets wijst er op dat God Hem rechtvaardigt. Dan komt de derde dag en staat Christus op uit het graf. Dan wordt duidelijk dat de HERE in de hemel als de hoogste en onfeilbare Rechter zegt dat de Here Jezus onschuldig is. Dat de gekomen Knecht van de HERE juist de allerhoogste positie die er is verdiend. (Zie Rom 1:4) Dat Hij opstaat laat zien dat Hij rechtvaardig is en Hij staat ook op om de vergeving aan de gelovigen  uit te delen. Zodat ze door Hem rechtvaardig gemaakt voor God kunnen staan. (Zie o.a. Rom 4:25) Dan komt er vanuit de verachting en vernedering van Christus aan het kruis dat heerlijke loflied dat we als gelovigen met Paulus mogen uitjubelen: “ Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen? ​Christus​ ​Jezus​ is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.” Rom 8:33,34  Juist als je dat ziet dan zie je ook de roeping om door het werk van de Geest als nieuw mens te leven. Om juist rechtvaardig te willen zijn en daarom ook heilig te willen leven. De door Christus verdiende Geest wil dat op het gebed in ons leven geven.

 

2.  Hij vertrouwt terwijl alles donker lijkt

 

In vers 10 wordt de vraag gesteld die scheiding brengt. Deze vraag wordt in de gezichten van het sanhedrin, Herodes en Pilatus geslingerd. Deze vraag; ‘Wie onder u vreest de HERE, wie hoort naar de stem van Zijn knecht?”

Rechters luisteren jullie naar de stem van de Rechtvaardige? Luisteren jullie naar de stem van de beloofde Verlosser? Of zoeken jullie jullie zelf en maken jullie jullie zelf blind voor de  Verlosser, voor de Zoon van God die gekomen is? Dit is de vraag die in de kerk en de wereld scheiding maakt. We zien hier de vraag die ook voor ons leven zo belangrijk is. Op elk deel van ons leven.

Deze vraag laat zien dat een groot deel van de kerk toen niet echt kerk was. Een deel van Gods volk kiest tegen Christus en blijft dat doen. Zij bewijzen daardoor wat we later in Rom 9:6 lezen: “Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël.”  De Koning van de kerk wordt door kerkmensen doodgemarteld.

Wanneer Christus Zijn werk gedaan heeft dan gaat het evangelie van de gekruisigde Christus over de wereld. Dat evangelie maakt scheiding onder de mensen.   Altijd weer dringt de verkondiging van het evangelie jou en mij tot een keuze. De grote vraag is steeds weer of wij met ons hele leven Christus willen volgen. Of wij onze schuld willen belijden en in het nieuwe leven willen staan volgens de wil van Christus.

In het tweede deel van vers 10 gaat het weer over de Knecht zelf. De veroordeling die over Hem komt, brengt Hem in diepe duisternis, in diepe ellende. Het wordt zelfs zo donker dat er geen lichtstraal meer door Hem gezien en gevoeld wordt.  Dat zie je gebeuren wanneer de Here Jezus door Zijn rechters veroordeeld wordt tot de weg naar het kruis. Daar komt de grootste duisternis die er bestaat over Zijn leven. Die duisternis wordt zichtbaar door die drie uren dat het midden op de dag pikkedonker wordt. Midden op de dag is er geen lichtstraal op Golgotha te zien. Wat heeft de Here Jezus het dan geestelijk ook zwaar. Niet in te denken zwaar. Vader in de hemel heeft Hem helemaal verlaten. De duivel en de duisternis van de demonen kunnen met Hem doen wat ze willen. De verleiding wordt nog zwaarder dan in Getsemane.  Elke bemoediging is weg. Hij moet het helemaal alleen doen. Gods toorn tegen onze zonden drukt loodzwaar op Hem alleen zonder enige hulp. Verschrikkelijk maar wat een bemoediging voor wie vandaag met Christus leeft! Hoe er ook aan jouw leven getrokken wordt. Hoe je ook wordt verleid. Hoe donker het ook in je leven geworden is. Al voelt het zo in je leven dat er alleen nog maar dat donkere is. Al lijkt alles potdicht te zitten. Al is het ook allemaal je eigen schuld en het erop lijkt dat je er niet uit kunt komen. Als het er zo in jouw leven voorstaat, wijst de Here Jezus jou de weg. De Here Jezus blijft in omstandigheden die nog veel zwaarder waren dan die van jou op de HERE en Zijn belofte bouwen. De vastheid, de betrouwbaarheid, de zekerheid van wat de Vader in de hemel gezegd heeft,  is meer dan de grootste ellende en duisternis. Daarom verloochent Christus in die helse donkerheid Zijn Vader in de hemel niet. Daarom sluit Hij zich ondanks de verleiding van de duivel niet  bij de duivel en zijn vrienden aan. Hij roept aan het einde van die duisternis: ‘Mijn God, Mijn God!’  Ondanks dat God Hem verlaten had als onderdeel van de straf die Hij voor ons moest dragen, heeft de Knecht, heeft jouw Redder het geloof behouden. Hij heeft overwonnen. Daarom is Hij jouw zekerheid als je bij Hem schuilt, als je bespot en vernederd en verleid wordt. Als je je eigen grote schuld ziet.  Hij zorgt er voor als je tot Hem gaat en met Hem leeft  niets je bij de HERE en bij Zijn verlossing kan weghalen. Christus overwinning aan het kruis en in Zijn opstanding is daarvan de garantie. De garantie als je in het donker van je leven tot God gaat.  Hij je geeft wat je nodig hebt. Dit heeft ook alles te maken met wat er met de vijanden van Christus en Zijn gemeente gebeurt. Dat zien we in het laatste punt.

 

3. Hij vertrouwt dat de HERE Zijn vijanden zal straffen.

 

 De Here Jezus staat voor Zijn rechters. Hun uitspraken zijn voor 100% oneerlijk en onrechtvaardig.  Als het ons zou treffen zouden we koken van woede. Of we zouden wanhopig zijn door het schijnproces dat ons trof. Zo is het als je niet verder dan je dood kijkt. Wanneer je niet het zicht hebt op het rechtvaardig oordeel dat de HERE eens over ieder mens zal uitspreken. Zonder Gods oordeel is er geen hoop en uitzicht. De Here Jezus weet dat gelukkig als geen ander. Hij weet dat eens het duidelijkste en meest rechtvaardige oordeel Zijn tegenstanders, die Zijn tegenstanders blijven,  zal treffen. De Heilige Geest zegt namelijk in onze tekst van de mensen die Christus veroordelen: “Zie, zij allen vergaan als een kleed, de mot zal ze verteren.”

Vers 11 maakt duidelijk dat de plannen die Christus’  tegenstanders tegen Hem gemaakt hebben zich eens tegen hun zullen keren. Zij hebben het vuur tegen Christus als de Gezalfde van de HERE aangestoken. Zij hebben de wapens tegen de Knecht van de HERE opgenomen. Onze tekst spreekt van brandpijlen. Ze hebben de wapens tegen de Knecht van de HERE opgenomen om Hem te doden, voor altijd uit te schakelen. Het lijkt er op dat ze op Goede Vrijdag hun doel bereikt hebben. Jezus hangt er dood aan het kruis. De Here Jezus kon in alle rust zeggen: ‘In uw handen beveel Ik Mijn geest.’  Dan sterft Hij. Het lijkt alsof Gods vijanden, alsof de duivel zijn doel bereikt heeft.  Toch kan Christus  in alle rust  sterven. Hij weet namelijk ook vanuit Jesaja 50 dat Zijn dood en de plannen die daarvoor gemaakt zijn eens op het hoofd van Zijn tegenstanders zullen terugkomen. Het is onmogelijk dat mensen ongestraft plannen tegen Christus en Zijn kerk blijven maken. Wie dat doen, worden eens door Gods eeuwige oordeel getroffen. Dat geld ook voor mensen die in woorden en onderwijs door kritiek op de Bijbel moord op Christus, zoals we die in de Schrift kennen,  plegen. Het is echt heel erg als professoren en zogenaamde predikanten en voorgangers in de naam van geloof kritiek op de Bijbel, op Gods Woord hebben. De Bijbel behandelen als een gebrekkig mensenwoord. Soms worden ook wij moedeloos als je om je heen ziet dat mensen die kritiek op de Bijbel hebben en van het geloof afvallen al meer invloed lijken te krijgen.

Dan bidden we voor deze mensen, dan brengen we juist met kracht het echte evangelie van Christus. We willen mensen Christus voor ogen schilderen. Wanneer dat menselijk weinig lijkt te helpen,  moeten we  niet moedeloos worden. Bedenk dat kritiek en moord op Christus nooit het laatste woord heeft. Bedenk dat Gods oordeel rechtvaardig is. Christus zal als Hij terugkomt hen die in diepe eerbied voor de HERE en Zijn Woord geleefd en gesproken hebben openlijk als de rechtvaardigen aanwijzen. Hij zal hen om het werk van Christus als de Verlosser aan het kruis vrijspreken. Dit is het ook wat we belijden in art 37 van de NGB:  “Dan zal blijken dat hun zaak, die nu door veel rechters en overheden als ketters en goddeloos veroordeeld wordt, de zaak van de Zoon van God is. En als een genadige beloning zal de Here hun zo'n heerlijkheid doen bezitten als in het hart van een mens nooit zou kunnen opkomen.”

Of de hier genoemde heerlijkheid jouw deel is,  hangt af van het antwoord op deze vraag in jouw leven: “ Vreest jij de Here, leef jij in diepe eerbied voor Hem en luister jij naar de stem van Zijn Knecht, Jezus Christus?”  vgl Jes 50:10a

 

AMEN