Spreuken 30:8,9 Biddag 2017 HERE geef wat ik nodig heb

Spreuken 30:8,9  Biddag 2017  HERE geef wat ik nodig heb

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/zegengroet

Psalm 49:1,5

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing:  Spreuken 30:1-9

                         Lucas 12:13-34

Psalm 146:1,23

Tekst: Spreuken 30:8,9

Verkondiging van het evangelie

Psalm 127:1,2

Geloofsbelijdenis:  Zondag 9 en 50

Gezang 2:1,5

Gebed voor gewas en arbeid

Collecte

Psalm 62:5,6

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het gaat goed met de BV Nederland. Tenminste op economisch terrein.  De tijd van bezuinigingen, van crisis lijken weer voor een tijd voorbij.  In de weken voor de verkiezingen worden dan ook allerlei beloften gedaan die nu uitgevoerd zouden kunnen worden. Er wordt weer meer gekocht.

We willen met elkaar toch blijven groeien in de welvaart. We willen dat wij en de generaties na ons het economisch nog beter hebben dan wij. Daarom hoor je ook steeds weer dat de consument weer meer geld moet gaan uitgeven. Het is niet zo dat we zeggen we maken nu pas op de plaats of we doen een stap terug want eigenlijk hebben we het over het algemeen goed. Het is ook niet zo dat we wel een stop in welvaart willen als daarmee mensen die het zorgelijk hebben meer geholpen kunnen worden. Nee, je voelt hoe in onze samenleving genoeg vaak een vies woord is. We willen meer, we willen het nog beter krijgen.

Als je die dingen in de krant leest, op andere media hoort of leest wat doet dat met jezelf? Hoe denk jij hier over? Wat voel jij? Vind je het heel erg en vergalt het je leven als je met minder genoegen zou moeten nemen? Als je bijvoorbeeld een jaar niet met  vakantie zou gaan omdat er geen geld voor is. Of omdat je in dienst van Christus kerk en Koninkrijk een jaar je vakantiegeld zou geven. Vergalt het je leven als je moet zeggen: Er is geen geld om uit eten te gaan  of bij de snackbaar voor het hele gezin eten te halen? Terwijl je het wel redt als je gewoon zelf eten koopt en klaarmaakt.

Dat zijn vragen die heel concreet zijn en juist bij Biddag passen. Want waarop is ons gebed vandaag gericht? Op meer? Op grote welvaart? Of op iets anders? Wat is bij ons het grote motief achter ons gebed? Wat ons diepste verlangen daarbij? Hierin helpt de Heilige Geest ons door het gebed van Agur in onze tekst. Het is een heel opvallend gebed. Daarin vraagt Agur om het nodige en niet om meer of minder. Daarbij speelt juist de liefde tot God en daarom een leven in liefde voor Christus de hoofdrol. Het is goed voor ons om daarop te letten en te leren vanuit Gods liefde te bidden om gewas en arbeid. Laten we samen luisteren naar de verkondiging van het evangelie dat ik jullie breng onder het volgende thema:

 

HERE GEEF ME WAT IK NODIG HEB

 

1.            Niet heel weinig

2.            Niet heel veel

 

1.            Niet heel weinig

 

De Heilige Geest geeft ons in Spreuken 30 woorden van een zekere Agur. Wij kennen hem verder niet. Je kunt gaan speculeren maar dat heeft geen enkele zin. Het belangrijkste is dat de Geest deze woorden als spreuken die ons de weg van God wijzen in de Bijbel gegeven heeft. Het zijn woorden door de Heilige Geest gegeven. Woorden die ons in wijsheid de weg wijzen alle eeuwen en culturen door. Je ziet dat ook zo duidelijk in de verzen die aan onze tekst vooraf gaan. Agur vertelt er dat hij zo moe is. Uit zichzelf heeft hij ook niet de kennis, ook niet de kennis van God om boven die moeheid, die uitzichtloosheid uit te komen. Vanuit jezelf als mens kom je niet tot kennis die echt hoop en toekomst geeft. Vanuit jezelf als mens leer je God niet kennen. Er is namelijk geen mens naar de hemel opgeklommen, naar de plaats waar de HERE woont om Hem echt te leren kennen. Het is dan ook echt heel bijzonder en echt een heel bijzonder cadeau als je het Woord van God kent. Als je de Bijbel, het evangelie kent. Want elk woord daarin is echt goud waard. Dat zijn de woorden van God die zo goed en zuiver zijn. Die dat voor alle tijden zijn. De heilige Geest laat nu zien dat deze woorden van Agur ook woorden van hem zijn. Hij zorgt ervoor dat ze in de Bijbel. In het Woord van God zijn opgenomen.  

Dan begin ik vandaag bij de tweede zin van vers 8. Het eerste deel van die  zin geeft ons niet zoveel moeite. We vinden het heel gewoon dat iemand niet graag arm is. Wie van ons zou er graag arm zijn? Wie verlangt er naar om de hele dag bezig te zijn om je eten voor die dag bij elkaar te sprokkelen? Om daarvoor te moeten bedelen of in vuilcontainers elke dag te moeten zoeken naar iets eetbaars. Wie verlangt ernaar om elke dag weer onzeker te zijn of je wel genoeg te eten hebt. Wie verlangt ernaar om geregeld te moeten gaan slapen met een echt hongergevoel?   Ieder van ons zal zeggen: niemand.

Honger en echte armoede zijn verschrikkelijk. Het maakt je leven moeilijk. Elke dag zorgen. Je bent dan een makkelijke prooi voor ziekten en ook voor uitbuiting van anderen. We kennen echte armoede niet uit eigen ervaring maar als je er de beelden van ziet op de tv en je denkt er bij na dan voel je iets van de ellende die dat met zich meebrengt. Als je dat ziet, is het wel heel schrijnend dat toen  wij een klein beetje minder welvaart kregen er  bezuinigd is op de hulp aan echte armen in deze wereld. Als je daarover nadenkt zie je hoe egoïstisch mensen zijn. Als we zelf een stapje terug moeten, willen we dat de armen in de wereld nog  wat meer honger lijden omdat wij toch wel op een heel hoog welvaartsniveau met veel overvloed willen blijven.

Maar nu terug naar die armoede. Wat is het belangrijkste motief voor Agur om de HERE te vragen dat hij niet in armoede hoeft te leven? Dat is niet de zorg en de moeite die het in zijn leven met zich mee zou brengen. Natuurlijk is dat er ook. Maar de belangrijkste reden voor dit gebed is: “of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten.” HSV

Waar is Agur het meest bang voor in zijn leven? Dat hij God te schande zou maken! Dat hij van Christus in zijn leven zou vervreemden. Dat Hij die Persoon zou kwijtraken in zijn  leven die echt rijk maakt.

Je ziet hier bij Agur een diepe liefde en een diep ontzag voor God. Het is maar niet een of andere angst voor God. Nee, Agur houdt van de HERE. Hij ziet het wonder dat Hij als zondig mens God als Vader kent. Dat is zoiets bijzonders! Hij heeft door het werk van de Geest leren zien hoe geweldig God is. Een God van een liefde waar je alleen maar dankbaar verbaasd over kan zijn. Armoede, ellende op deze wereld hebben we als mensen alleen maar aan onszelf, aan onze opstand tegen God te danken. Wij hebben uit onszelf niets anders verdiend dan om altijd straatarm te zijn en altijd honger te hebben.  Maar als dat ons leven binnenkomt, aanvaarden we dat niet makkelijk. Dan is de kans groot dat we dingen gaan doen waardoor we eigenlijk onze band met God, onze band met Christus als onze Redder gaan verbreken. Wie zichzelf kent weet dat de kans dan groot is dat je opstandig wordt. Dat je gaat zeggen: waar is God nu? Moet je eens kijken wat een ellende er over mijn leven komt. Het is voor ons als mensen razend moeilijk om dan samen met Job te zeggen: De HERE heeft gegeven, de HERE heeft genomen, de naam van de HERE zij geprezen. Vader in de hemel wil jou en mij daarvoor door Zijn Geest dan het geloof en de kracht geven. Maar wat is de verleiding om je van God af te keren dan groot.

De eerste verleiding die dan groot is dat je gaat stelen. Dat je door de nood dingen van anderen afpakt. Dat is in bepaalde omstandigheden best te begrijpen. Als jij honger hebt en een ander heeft meer als genoeg kunnen we ons best voorstellen dat de arme iets wegpakt. Toch zou Agur het heel erg vinden als hij zover komt. Dan zou hij daarin toch tegen Gods wil ingaan. Dan is stelen niet de weg maar de weg is wel om anderen te vragen om te willen geven wat je nodig hebt. Daarvoor hebben we ook de diaconie in de gemeente en daarom willen we ook geven voor de armen in de wereld. Als je als gelovige gaat stelen en het wordt ontdekt dan maak je God toch te schande. Dan is de kans groot dat er dan negatief over jou en over de HERE als je God gesproken wordt. Moet je eens kijken zo gelovig en zie wat die doet!

Daarbij is ook de kans groot  dat je heel opstandig wordt. In de laatste zin van vers 9 lezen we namelijk: “en de naam van mijn God aantasten”. (HSV) Als je leven moeilijk is en blijft, kan de opstandigheid zomaar je leven binnen komen. Als God er is, als Christus er echt is en om mij geeft dan was het toch allemaal niet zo moeilijk in mijn leven? Dat is iets wat ook zonder armoede bij andere dingen die er in je leven zijn kan gebeuren. Juist omdat je je eigen zwakheid en kleine geloof kent, mag je bidden: HERE breng me toch niet in te grote moeilijkheden in het leven want ik ben vaak nog zo zwak in mijn geloof. Je ziet hoe hier bij Agur dat de band met de HERE die hij zo graag wil houden en waarvan hij weet dat het zijn redding is beslissend is voor de manier waarop hij bidt. Daarom ook vraagt hij de HERE: Laat me toch niet rijk worden. Daarover in het tweede punt.

 

2.            Niet te veel 

 

Maar nu dat tweede deel van Agur’s gebed hier. Ik kan me voorstellen dat je dat heel vreemd vind! Hij vraagt erom dat de HERE er voor zal zorgen dat hij niet rijk zal worden. Dat is toch raar? Je wilt toch juist graag rijk worden. Je wilt toch juist graag een mooi huis hebben, mooie kleren kunnen kopen, niet echt op je euro’s te hoeven letten, een dure auto kunnen rijden en er lekker onbezorgd van kunnen leven met de nodige vakanties. Het is toch heel  logisch dat we het al beter willen krijgen? Voor velen is dit zo belangrijk dat we willen dat op andere plekken in de wereld dingen zo goedkoop geproduceerd worden dat de mensen daar er armoede door lijden. Welvarend zijn, veel kunnen hebben. De nieuwste mobiel of  ipad is voor velen in onze tijd heel belangrijk. Als je dat niet kunt kopen! Dat zijn toch dingen die er bij horen? Als je niet heel geregeld nieuwe kleren kunt kopen en als je geen geld hebt om sterke drank te kopen dan stelt het leven toch niet zoveel voor? Rijk zijn of worden is toch iets waar je heel erg naar verlangen kunt en wat toch in de Bijbel ook goed genoemd wordt. Abraham werd door God gezegend en was daardoor toch juist rijk? En Israël leefde toch ook in een land dat overvloeide van melk en honing en waarin ze heel welvarend konden zijn?

Die laatste dingen zijn zo! Op de nieuwe hemel en aarde zullen de gelovigen, zal het volk van God ook leven op een plaats waar altijd meer dan genoeg is. Waar het leven in dienst van God een al genieten is.

En toch is rijkdom voor ons op deze wereld in de tijd na de zondeval ook een gevaar. Het rijk willen zijn, het heel veel hebben gaat op deze wereld zo snel tussen ons en de HERE in staan. Je ziet dat bij het volk Israel. In tijden dat het economisch goed ging met het volk was het ook bijna altijd de tijd waarin het geestelijk heel slecht ging met de meerderheid in de kerk. Een tijd van afval, een tijd van toenemende ongehoorzaamheid aan God. We zien dat met eigen ogen ook  in onze eigen tijd. De welvaart is tot heel hoge hoogten in ons land gestegen en je ziet hoe de kerken leeg lopen. Je ziet hoe juist de tegenstand tegen een leven met Christus als de Verlosser en schuld en zonden toeneemt. Afhankelijk willen zijn van de HERE wordt al meer iets vreemds. Je ziet in de Bijbel dan ook de waarschuwing tegen het gericht zijn op geld en goed. Dat dat het doel van je leven wordt. Ik denk nu aan wat we lezen in 1 Tim 6: ” Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.  Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord. U daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar ​gerechtigheid, godsvrucht, geloof, ​liefde, volharding en zachtzinnigheid.

” Vs 9-11

Over die verleiding lazen we ook in de gelijkenis van de rijke dwaas. De here Jezus vertelt dit verhaal omdat er iemand naar Hem toekomt die duidelijk in de eerste plaats gericht is op geld en goed. Misschien is deze man niet goed behandeld maar de Here Jezus maakt duidelijk dat je op moet passen om niet in de greep van geld en goed te komen. De man in het verhaal heeft heel veel. Hij wil nu hij zoveel heeft niets meer doen. Hij leeft voor zichzelf en kan zorgen voor zichzelf en heeft niemand anders meer nodig. Ook God niet. Dat is het gevaar van rijkdom dat je eigenlijk denkt dat je het zelf kan en dat het besef dat je de HERE nodig hebt al meer uit je leven verdwijnt. Dat je ook leeft voor al die dingen die je hebt, voor al de afleiding die allerlei dingen je geven. De Here Jezus noemt de man die zo op zichzelf gericht is een dwaas! Hij laat zien dat leven voor welvaart je uiteindelijk niets oplevert. Leven zonder Christus als je Verlosser en de HERE als je hemelse Vader. Leven dat niet gericht is op de eer van de HERE je God loopt op eeuwige armoede uit. Dan sta je bij je dood met lege en schuldige handen voor God hoe vol je schuren of je bankrekening ook is. Dan volgt de veroordeling en ben je zonder Christus armer dan Job. Veel armer want Hij was in zijn diepste armoede altijd nog rijk in God.

De Here Jezus sluit de gelijkenis af met de woorden: “Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.” Vs 21

Wanneer je deze dingen ziet en eerlijk bent met jezelf ga je begrijpen waarom Agur bidt: “Geef mij geen rijkdom …. opdat ik, verzadigd zijnde, U niet verloochene en zegge: Wie is de Here?  ”.

Agur kent eigen zwakheid en vraagt daarom de HERE om hem het veiligste te geven. De echte goede gulden middenweg. Niet teveel en niet te weinig. Zodat je blijft beseffen dat je van de HERE afhankelijk bent maar ook niet opstandig wordt. Hij vraagt in zijn gebed positief: “Voed mij met het brood, mij toebedeeld ”.  In de NBV mooi zo weergegeven: “voed me slechts met wat ik nodig heb.” Wat je nodig hebt wordt later in de Bijbel zo onder woorden gebracht: “Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn.” 1 Tim 6:8. Dat is het dagelijkse brood waarom de Here Jezus ons elke dag leert bidden. Alles wat we meer hebben is rijkdom.

Wat is het belangrijk dat we deze dingen beseffen. Dat we op ons hoede zijn ook voor het gevaar van rijkdom. Dat we in onze welvaart de HERE blijven danken, het van Hem blijven verwachten. Dat we zo ook bidden om gewas en arbeid. Als mensen die hun rijkdom steeds weer zoeken in God. In Christus als je lieve Heiland. Die door de Geest de vergeving van de zonden als dat geweldige cadeau zien dat we nooit willen kwijtraken. Als we van de HERE vervreemd zijn en voor het uiterlijke leven wat is het dan belangrijk dat je ziet dat je dan arm bent. Dan klopt de Geest op de deur van je hart om je leven te veranderen. Om je leven op Christus te richten als de schat van je leven.

Heilige Geest leer ons zo leven en bidden in een welvarend land. Rijk in U zijn als het mooiste en altijd het belangrijkste in ons leven! Omdat we niet zonder u willen en kunnen als onze God, als mijn Verlosser!

 

AMEN