preek Openbaring 10:8-11: JOHANNES KRIJGT DE OPDRACHT EEN BOEKJE UIT DE HAND VAN EEN ENGEL TE ETEN

22-01-2018 10:58

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 34:1,3

Lezing van de wet

Psalm 119:37,38,39/ 55:9,10 (Psalm van de week)

Gebed

Schriftlezing: Ezechiel 2:9-3:15

                       Openbaring 10:1-7

Psalm 19: 3,4,5,6

Tekst: Openbaring 10:8-11

Preek

Psalm 119:18,19

Dankgebed

Collecte

Gezang 30:2,6

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes. Geliefde gemeente van  Jezus Christus

 

Waar zijn we in ons leven op geconcentreerd? Van waaruit denken en leven jij en ik? Het antwoord op de vraag heeft grote invloed op je leven. Het kan in je leven zijn dat je je om allerlei dingen druk maakt. Als bepaalde dingen in je leven, in de kerk of op je werk niet zo gaan zoals jij of ik het eigenlijk willen of denken, neemt ons dat helemaal in beslag. Het maakt je ontevreden, het maakt je bitter, het maakt je negatief. Als je met anderen praat, is het ook dat wat steeds weer de boventoon voert. Dat negatieve en bittere breng je ook aan andere over. Door zo te praten maak je dat ook nog sterker in je hart. Jouw hart overdenkt steeds weer dat negatieve in jouw ogen en maakt je al bitterder. Het beïnvloed ook je leven met de HERE en je omgang met anderen. Vader in de hemel weet dat zulke dingen in ons leven en in de gemeente kunnen gebeuren. Het is ook daarom dat de Geest die dingen benoemt en ons samen daartegen waarschuwt. Uit liefde. Heel duidelijk lezen we dat als de Geest spreekt over het leven vanuit de vrede van God samen als gemeente in Hebreeën 12: “Jaagt naar ​vrede​ met allen en naar de ​heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.15Ziet daarbij toe, dat niemand verachtere van de ​genade​ Gods, dat er geen bittere wortel opschiete en verwarring stichte, en daardoor zeer velen zouden besmet worden.” vs 14,15 

Toch is het zo dat naast de vrede en de lekkere smaak  het evangelie er ook moeite, verachting en zelfs bitterheid meemkomen. Dat zien we heel duidelijk in onze tekst. Het boekje dat Johannes moet opeten smaakt goed maar als hij het opgegeten heeft wordt het zo bitter in zijn maag. De grote vraag is waar deze bitterheid vandaan komt. Wat heeft die heerlijke smaak van het evangelie, van een leven waarin je Christus als je Verlosser kent en de HERE als je God nu te maken met moeiten, vervolging, bitterheid, achteruitzetting? Het is heel belangrijk om te zien hoe die twee met elkaar te maken hebben. Om juist samen in de gemeente vanuit Gods vrede door Christus verdiend te leven. Om dat leven op de eerste plaats te stellen en de verwondering daarover. Om zo met elkaar te praten en om te gaan in de gemeente. Om elkaar niet af te breken maar elkaar op te bouwen. Om elkaar zo te helpen wanneer die bitterheid die het evangelie oproept op ons af komt. Om zo samen te staan in liefde voor de HERE en Zijn Woord. We gaan dit zien als ik jullie het evangelie van Jezus Christus verkondig onder het volgende thema:

 

 

JOHANNES KRIJGT DE OPDRACHT EEN BOEKJE UIT DE HAND VAN EEN ENGEL TE ETEN

 

  1. Het is zoet in zijn mond
  2. Het is bitter in zijn maag

 

  1. Het is zoet in zijn mond

 

Jongens en meisjes dat klinkt heel raar he! Het zal je maar gebeuren dat je de opdracht krijgt om een boekje op te eten. Je moet er wel aan denken dat het toen om een boekrol ging. Je kon het helemaal uitrollen en dan kon je het papier dat beschreven was gaan opeten. Het is niet alleen Johannes die dat moet doen. Er zijn meer mensen in de Bijbel die van God de opdracht krijgen om een boekje op te eten. Als je goed geluisterd hebt, heb je gehoord dat ook de profeet Ezechiël dat moest doen. Moet je goed luisteren wat de HERE tegen Ezechiël zei: “Mensenkind, eet wat u hier voor u ziet; eet deze rol en ga heen, spreek tot het ​huis​ Israëls.” 3:1. 

Ezechiël moest een boekje opeten. Het is honderden jaren later als tegen Johannes gezegd wordt van een klein boekje: “Eet het op.”  Jongens en meisjes weten jullie waarom Ezechiël en Johannes die boekjes moesten opeten? Niet zomaar voor de lol hoor. Ook niet omdat de HERE deze twee mannen wilde pesten. Nee, de HERE wil daarmee iets duidelijk maken. Hij wilde laten zien dat deze twee mannen moesten gaan vertellen wat Hij op die boekrol had laten schrijven. Ze moesten het opeten. Het moest helemaal bij hen horen. Wat ze moesten gaan vertellen, werd hen met de paplepel ingegoten. Ze mochten het nooit vergeten want wat daarin stond moesten ze de mensen gaan vertellen. Dat was heel erg belangrijk voor de mensen in en ook buiten de kerk.

Let er goed op dat de zeven donderslagen en het boekje waarover we in Openbaring 10 lezen niet hetzelfde is. De zeven donderslagen hoorde Johannes en dat mocht hij nu juist niet opschrijven en niet bekend maken.  Er zijn dingen in de geschiedenis hebben we vorige week gezien die wij niet kunnen plaatsen. Ook niet vanuit de Bijbel. Die heeft God voor ons als mensen verborgen gehouden. Hij leert ons zo om genoeg te hebben aan wat Hij ons wel verteld heeft. Wij hoeven niet alles te snappen en te weten om in God als onze God en Vader te geloven, ons aan Christus toe te vertrouwen. De HERE leert ons om ook op Hem te bouwen, bij Hem te schuilen als wij dingen niet begrijpen en niet kunnen plaatsen. Om dan ons ook aan Hem toe te vertrouwen.

Nu heeft de hele sterke en machtige engel nog dat kleine boekje in zijn hand. Waarin nog staat wat er verder gaat gebeuren en wat Johannes nog als de laatste profeet moet verkondigen. Hij krijgt de opdracht om dat boekje nu uit de hand van de engel te gaan halen. Johannes doet eerbiedig wat Christus hier aan hem opdraagt. Je ziet de diepe eerbied van Johannes als hij bij die engel komt. Het is niet zo dat Johannes dat boekje dan zomaar uit de handen van de engel haalt.  Nee, hij vraagt aan de engel of  die het boekje aan hem wil geven. De engel geeft het boekje en geeft dan aan Johannes de opdracht om het op te eten. We hebben al gezien dat het helemaal deel van Johannes moet worden. Hij moet met de inhoud van dit deel van Gods boodschap, van Christus Woord helemaal vergroeid raken. Het moet helemaal zijn deel worden.

Het is goed om daarbij even wat langer stil te staan. Wij leven in een tijd en een omgeving waarin het niet meer erg belangrijk gevonden wordt dat  je kennis paraat hebt. Onze jongelui krijgen op school te maken met een vorm van leren die probleemoplossend genoemd wordt. Je moet de hulpmiddelen kunnen vinden en toepassen om bepaalde problemen te kunnen oplossen. Daarbij is kennis die gewoon in je zit en die je ook wilt onthouden niet zo belangrijk. Je hoeft niet zoveel feiten in je hoofd te hebben als je het maar op het goede ogenblik weet te vinden.

Als je gewend bent om zo te leren, zo met kennis om te gaan, denk je ook gauw dat kennis die je paraat hebt bij geloven ook niet nodig is. Vooral niet bij geloven want dan is weten toch niet het belangrijkste maar vertrouwen en liefde?! Dat klinkt allemaal mooi maar toch is het niet zo. Dat kan ik je ook al duidelijk maken met een voorbeeld uit het gewone leven. Je houdt van iemand. Je hebt verkering of je bent verloofd of getrouwd. Of als de Here je dat in je leven niet gegeven heeft toch heb je met sommige mensen vriendschapsbanden. Als jij van iemand houdt of je bent iemands vriend stel je in de ander belang. Dan luister je naar de ander. Dan wil je graag weten hoe de ander denkt, voelt, wat de ander meegemaakt heeft. Je stelt daarin belang. Je wilt dat ook onthouden om er in de omgang met de ander rekening mee te houden. De ander ervaart het als heel liefdeloos en kwetsend als die ander merkt dat je niet echt naar hem of haar geluisterd hebt. Als jij na een tijd zou zeggen: o zit je daarmee nou vertel me het maar weer eens dan zal ik proberen je te helpen. Dat getuigt niet van liefde, van echte betrokkenheid, van echt leven met die ander. Je wilt juist naar die ander luisteren en dingen onthouden omdat die ander voor jou zo belangrijk is. Zo is het ook in het leven met en het kennen van de HERE, het kennen van de Here Jezus. Je wilt juist al meer weten wie de HERE is, wat Hij gedaan heeft, wat Hij doet, wat Zijn wil is. Je wilt juist groeien in kennis van Hem, van Zijn Woord omdat je met en voor Hem wilt leven. Daarom is het ook belangrijk dat jij en ik onze oren steeds echt vanuit ons hart openzetten om naar de HERE te luisteren. Om wat Hij tegen ons zegt en ons leert echt in ons op te nemen. Als je dat in je opneemt, als je je dat al meer eigen maakt dan helpt je dat in het leven met Christus. Dan helpt je dat om in deze wereld zo machtig positief over het leven met God en het leven in Christus kerk te spreken. Dan leer je te spreken, te denken en te voelen vanuit dat leven waarin je God als je Vader en Verlosser kent. Hem kennen, Zijn wil kennen gaat je dan boven alles. Dan leer je ook inzien de grote waarde van het echt bewaren van Gods woorden in je hart. Zoals we er ook voer lezen in Openbaring 1:3: “Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der ​profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.”

Als je van God, als je van Christus houdt wil je onthouden in je hart wat de Geest je geleerd heeft en daaruit leven. Je de kennis van God toe-eigenen. Je moet het als het ware opeten en steeds weer herkauwen om het te onthouden, om het al meer je leven te laten beheersen.

Johannes moest dat in onze tekst op een bijzondere manier doen. Hij moet dat kleine boekje letterlijk opeten. Als Johannes het boekje gaat opeten zal het heel lekker in zijn mond zijn. De smaak van dit boekje is heel goed. We zien bij Ezechiël hetzelfde. Als hij eet lezen we: “Mensenkind, laat uw buik deze rol die Ik u geef, in zich opnemen en vul er uw binnenste mee. Toen at ik die op, en zij was in mijn mond zoet als honig” Vs 3

Waarom is de smaak van dit boekje voor Johannes zo zoet? Waarom was het voor Ezechiël heerlijk om dit te eten? Omdat het de goede woorden van God waren die ze opaten. Het was evangelie, goede boodschap die ze zich toe-eigenden. Het was het Woord van Gods genade, van de vergeving vanuit Gods liefde alleen dat ze opaten. Denk daarbij ook maar eens aan het avondmaal. Je mag daar als het ware de goedheid, de genade, die onverdiende tere liefde van God proeven. We lezen dat ook zo heel mooi in Psalm 34: “”Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.” Vs 9

Heerlijk om Christus als je Verlosser en Redder te kennen. Gered te zijn door Gods goedheid kan alleen maar blijdschap, eerbied en dankbaarheid in je leven brengen. Wat ben ik dan blij dat ik bij Christus kerk mag horen. Wat ben ik dan blij dat ik het evangelie mag kennen en daarbij hoort dan ook Gods goede wil. Wat ben ik dan blij als Gods wil mij laat zien dat de weg van de zonde mij in de ellende brengt en daartegen waarschuwt. Wat ben ik dan blij met die kerk en die broeder en zuster die mij in liefde er op wijst dat ik op een weg ga, denk of voel die niet Gods goede wil is. Wat zie ik daarin een liefde van God in mijn leven. Aan die blijdschap wordt dan ook echt wel  getrokken en gerukt in ons leven. Wat dat boekje is wel zoet in de mond maar zo bitter in de maag. We letten daarop in de tweede plaats.

 

  1. Het brandt in de maag.

 

Zoet in de mond. Johannes slikt door wat hij eet. De uitwerking ervan in zijn maag is zo anders. Het brand in zijn maag. Het veroorzaakt brandend maagzuur. Je ziet ook bij Ezechiël dat het eten van dat boekje vol van Gods woorden bitterheid brengt. Als de HERE Ezechiël de opdracht gegeven heeft om de woorden die hij gegeten heeft aan Gods volk te verkondigen en hem bij ze brengt lezen we: “En de Geest hief mij op en nam mij weg, en ik ging heen, ontdaan door de beroering van mijn geest, met de hand des Heren zwaar op mij.” Vs 14

Je vraagt je af waar nu die bitterheid, dat brandende vandaan komt. Johannes at het goede Woord van God en het smaakte hem zo goed waarom dan nu dat brandende maagzuur in zijn buik? Waarom is Ezechiël zo ontdaan? Is het Woord van God dan iets wat bedrieglijk zoet is? Lijkt het mooier dan het is? Is het een soort vergif dat onder zoetigheid verborgen is?  Nee! En nog eens nee! De goede God, de enige die God is zal Zijn volk nooit bedriegen. Hij haat de leugen vanuit het diepste van Zijn Goddelijke hart.

Waarom dan dat brandende in Johannes buik? Waarom die bitterheid bij Ezechiël? Omdat het goede Woord van God bij veel mensen aan wie het voorgehouden wordt vijandschap en bitterheid tegen de brenger van dat evangelie oproept. Bitterheid, tegenstand tegen de kerk die aan dat goede Woord van God als de waarheid vasthoudt. Johannes heeft dat in zijn leven zo heel sterk ervaren. Juist op het moment dat de inhoud van het boek Openbaring aan hem verteld wordt om op te schrijven. Johannes was een trouwe getuige van Christus, van het evangelie van de enige Verlosser geweest. Juist omdat Johannes de Here Jezus beleden had als de enige Verlosser en mensen opgeroepen had om alleen Christus evangelie te volgen had de keizer hem naar het eiland Patmos verbannen. Hij was omdat Hij het evangelie bleef verkondigen als een gevaarlijke man uit de bewoonde wereld verbannen. Als je verder leest in hoofdstuk 11 zie je hetzelfde. Dan zie je hoe de kerk van Christus in deze wereld blijft getuigen van Christus en oproept om Hem te volgen en te gehoorzamen. Om te leven volgens Gods goede wil. Het prachtige evangelie wordt met de oproep om te geloven, om je te bekeren trouw gebracht. Een betere en meer gezondmakende en reddende boodschap is er voor de mensen niet. En toch lezen we in hoofdstuk 11 hoe juist die 2 trouwe getuigen door de mensen, door de wereld doodgemaakt worden. Dat de wereld daarover zo in en in blij is. Het is goed om te bedenken dat wie trouw aan Christus en Zijn evangelie leeft niet beloofd is dat dan de samenleving dus positief op ons zal reageren. Dat is zeker niet het normale patroon. Het normale patroon is veel eerder dat de wereld negatief reageert op de kerk die trouw in liefde het evangelie van Christus verkondigt en daaruit leeft. Zelfs zo dat de heilige Geest in het Nieuwe Testament laat opschrijven: “Trouwens, allen, die in ​Christus​ ​Jezus​ godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden. “.” 2 Tim 3:12

Betekent dat nu dat dat ons negatief moet maken? Is het ontmoedigend ook voor jullie jongelui als je om het leven met de Here Jezus, om het leven met de HERE en volgens Zijn wil vreemd aangekeken wordt? Als jij tegen mensen in je omgeving zegt dat alleen leven met Christus en volgens wat Hij zegt een goed en gered leven is? Als je zo leeft moet je ook naar voren brengen dat leven zonder Christus op straf en ellende uitloopt. Ook dat hoort bij dat profeteren over veel landen en volken en koningen. Dat betekent dat Christus kerk, dat wij vanuit diepe bewogenheid mensen oproepen om dat oude leven los te laten en naar Christus te luisteren en hun leven te veranderen. Om te laten zien dat jij graag bij de kerk wil horen waar we samen willen luisteren naar God ook als we dan alleen komen te staan in deze wereld. Dan kan er lijden over je leven komen. Dan kan het zo beroerd voelen dat je alleen staat. Maar dat is dan wel lijden om Christus. Dan is Christus juist bij je en laat Hij je proeven dat Hij je niet alleen laat. Luister maar naar wat we in 1 Petrus 4 lezen: “Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate u deel hebt aan het lijden van ​Christus, opdat u u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring van Zijn heerlijkheid. Indien u door de naam van ​Christus​ smaad lijdt, bent u zalig, daar de Geest van de heerlijkheid en de Geest van God op u rust. Laat dus niemand van u moeten lijden als ​moordenaar, of ​dief, of boosdoener, of als een bemoeial. Indien hij echter als ​Christen​ lijdt, dan schame hij zich niet, maar verheerlijke God onder die naam.” vs 12-16

Johannes moet nu tegen de wereld profeteren. Het evangelie brengen. Wij hebben ook het werk van deze laatste profeet in het boek Openbaring gekregen. Het volle Woord van God. Een woord zo heerlijk, zo vol liefde, zo vol van Gods tere en onvoorstelbare genade voor zondaren. Dat Woord zo vol van woorden tot opbouw van ons leven. De wereld om ons heen heeft dat Woord zo brood en brood nodig. Ook de mensen die succes in hun leven behaald hebben, ook de mensen die leiding geven zoals de koningen in vers 11.

Laten wij toch profeten zijn die het profetische Woord, Gods Woord de Bijbel vanuit ons hart de wereld inbrengen. Ook als we dan reacties krijgen die pijn doen, die je laten lijden, die zo negatief voelen. Dan mag je weten dat je deel hebt aan het lijden van je Heiland die zoveel meer moest lijden, zoveel meer negatief is benaderd, zoveel meer alleen moest staan dan jij. Om jou juist van het eeuwige isolement te redden. Om jou te brengen in het leven met God, in het leven met je hemelse Vader die jou om Christus wil dan nooit meer alleen laat.

Laten we zo gelovige en ook kerk zijn in Nederland in 2018.  In diepe liefde en trouw aan het Woord van Christus onze Verlosser en Koning. Dan zijn we op weg naar het leven op de nieuwe hemel en aarde waar alle bitterheid en pijn verdwenen is. Waar het altijd diepe vreugde in je leven is.

 

AMEN