Zondag 3 De HERE heeft de mens gemaakt om Hem te eren

05-12-2015 07:53

 

Hieronder vind je een preek die ik gehouden heb toen ik predikant was van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Dronten-Noord.  Aan de linkerkant vind je de oorspronkelijke liturgie. De gezangen komen uit het Gereformeerd kerkboek en uit het Liedboek (oud). De gebruikte Bijbelvertaling is de NBV. Aan de rechterkant vind je de liturgie genomen uit het Gereformeerd kerkboek met de 41 gezangen zoals die nu in de GKN gebruikt wordt. 

Wanneer deze preek gelezen wordt graag even een mailtje naar mij zodat ik weet waar deze preek gelezen is.  dsjrvisser@gmail.com

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum                                                        Votum

Vrede/Zegengroet                                      Vrede/Zegengroet 

Psalm 144:1,6                                             Psalm 144:1,6

Gebed voor de opening van het Woord        Gebed om de opening van het Woord

Schriftlezing: Genesis 3:1-7                        Schriftlezing: Genesis 3:1-7

                      2 Korinthe 1:12-24                                     2 Korinthe 1:12-24

Psalm 8: 1,2                                                Psalm 8:1,2 

Tekst: Zondag 3                                          Tekst: Zondag 2

Preek                                                           Preek

Gezang 160                                                 Psalm 104:9,10

Geloofsbelijdenis                                         Geloofsbelijdenis

Psalm 8: 3,4,5,6                                           Psalm 8:3,4,5,6

Dankgebed                                                  Dankgebed 

Collecte                                                       Collecte

Psalm 143: 9,10                                           Psalm 143:9,10 

Zegen                                                          Zegen

 

Gemeente van de levende God, Vader, Zoon en Heilige Geest, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Stel je eens voor dat zondag 2 je hele Bijbel was. Of  dat je Bijbel bestond uit Genesis 3:1-7 en Mattheus 22:37-40. Dan zou je lezen dat wij als mensen diep zondige mensen zijn en dat God ondanks dat van ons liefde voor Hem en voor al de mensen om ons heen zou vragen. Dan zouden die prachtige woorden van liefde die de Here Jezus in Mattheus 22 uitspreekt ons alleen maar dieper de put in brengen. Dan was Gods liefde voor ons niets anders als een bedreiging. Dan zouden we niet verder komen dan: wij zijn er allemaal op uit om God en onze naaste te haten. Zo zijn wij en het wordt ook nooit anders.

Dan zouden we leven om te haten. Daarin zou nooit verandering komen met al de gevolgen die daarbij horen.

Toch stel ik nu de vraag aan jullie: Waarom leef jij eigenlijk? Wat is het doel van jouw leven? Is het wel mogelijk om een zinvol, een goed leven te leven? Loopt niet alles dood op het zondig zijn van alle mensen? Zo lijkt het soms wel als je het nieuws van de wereld op de televisie aan je voorbij laat gaan. Dan hoor je van moord, vrouwenhandel, verkrachting. Dan zie je hoe mensen in oorlogen afgeslacht worden. Dan zie je hoe mensen die in het gewone leven uiterlijk heel netje zijn in andere omstandigheden zich als beesten zijn gaan gedragen. Dan zie je hoe rampen de wereld treffen en geld dat bedoeld is om weer voor opbouw te zorgen door anderen alleen maar gebruikt wordt om zichzelf te verrijken. Dan zie je de geweldige tegenstelling tussen mensen die in welvaart baden en miljoenen en miljoenen die in diepe armoede leven. Is liefde tot God en liefde tot onze naaste in deze wereld niet een illusie?

Is het niet veel beter om maar te varen op het kompas van je eigen verlangens en dan uit het leven te halen wat er voor jou in zit? Je daarom niet teveel van God en andere mensen aan te trekken?  Tot zulke gedachten kun je heel makkelijk komen als je God niet als je Vader kent. Dan wordt het leven zo gauw het jagen achter je eigen verlangens aan. In zondag 3 gaat er echt een wereld voor je open. Gaat er een wereld van hoop, van uitzicht, van het echte zinvolle leven voor je open. Dan zie je ook iets van de heerlijke rijkdom van de doop zoals die vandaag  ook bediend is. Leven met God, leven met  Christus geeft je leven de inhoud die bij jouw mens-zijn hoort. We zien daarvan iets als ik jullie het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 

DE HERE HEEFT DE MENS GEMAAKT OM HEM TE EREN

 

1.            Dat kon de mens

2.            Dat kan de mens niet meer

3.            Dat kunnen mensen weer

 

1.            Dat kon de mens

 

Je kijkt naar je leven. Je kijkt naar de wereld. Je ziet dat mensen zo vaak andere mensen aan de kant zetten om zelf maar te komen waar ze willen. Je ziet hoe mensen over lijken gaan. Je ziet ziekte en ellende over de wereld gaan. Je ziet ook dat jij daar niet boven verheven bent. Ook in je eigen kleine wereld zie je hoe jij ook dingen doet die niet goed zijn.

Als je dat ziet, komt de vraag op hoe het zo geworden is. Was het altijd zo? En als het altijd zo was hoe komt het dan zo?

Als je daarbij op menselijke theorieën afgaat, is het een toevalstreffer dat de wereld zo in elkaar zit. Miljarden jaren geleden heeft er een geweldige ontploffing plaatsgevonden. Die oerknal heeft ervoor gezorgd dat de eerste levende cel kon ontstaan. Door een proces van miljarden jaren zouden al meer ingewikkelde vormen van leven ontstaan zijn. Met als het eindproduct: de mens. De mens is zo geworden door allerlei toevallige omstandigheden. De mens kan er dus niet veel aan doen dat er in hem nog allerlei slechte eigenschappen zitten. De mens moet nu proberen om zelf tot een hoger plan te komen. Veel mensen waren daarover in de eeuwen hiervoor optimistisch. Als mensen goed onderwijs zouden krijgen, zouden die slechte eigenschappen, zou bijvoorbeeld de misdaad vanzelf uit de mensheid verdwijnen. Goede mensen moesten de leiding krijgen en dan zou dat er voor zorgen dat al meer mensen goede mensen zouden worden. Dat optimistische gevoel is er bij heel veel mensen niet meer. Eerlijk kijken naar de wereld, eerlijk kijken naar je eigen omgeving, eerlijk kijken naar jezelf laat zien dat het kwaad veel dieper in mensen zit. We zijn van onszelf niet zo lief en onschuldig.

Is dat iets waar wij eigenlijk niet zoveel aan kunnen doen? Is dat het gevolg van een ontwikkelingsproces waar wij niet veel aan kunnen doen? Dan pakken we de Bijbel en beginnen in Genesis te lezen. Dan lezen we verder en lezen steeds weer dat God de Schepper is. Dan lezen we zelfs dat er niets in de schepping is dat niet door God gemaakt is. Ik denk nu aan Joh 1: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. …… Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.” Vs 1,3.

God is de Schepper. Hij heeft alles gemaakt. Is Hij dan de oorzaak van al die ellende die wij als mensen op deze wereld, in ons eigen leven en in het leven van anderen veroorzaken? Dan is het antwoord dat het zo echt niet is! Het is niet terecht als onze beschuldigende vinger nu naar de Here God gaat.

Waarom niet? Omdat de HERE die de Schepper is ons ook vertelt dat Hij de mens in en in goed gemaakt heeft. De mens is door Hem ook op een heel bijzondere manier goed gemaakt. Alles wat de HERE in de zes scheppingsdagen gemaakt heeft, was goed. Elke dier, elke plant was goed. Samen vormden ze ook een prachtige harmonie. Toch was de mens anders dan al de andere schepselen op aarde. De mens is volgens Gods beeld gemaakt. Daarin ligt het unieke van de mens als je hem met alle anders schepselen vergelijkt. Alleen wij als mensen zijn volgens Gods beeld gemaakt. Wij hebben alles gekregen om op deze aarde te laten zien hoe God is. Om dat te laten zien in de opdracht die wij als mensen bij de schepping van God gekregen hebben. De opdracht om over deze wereld te regeren en deze wereld tot ontplooiing te brengen. Het doel daarvan is dat de hele schepping ziet hoe groot God en Zijn werk is. Het doel is om zo de hele schepping te brengen tot de lof op God. Dat is het doel waarvoor God de mens op deze aarde is. Jij en ik zijn hier niet voor onszelf. Wij zijn hier met het doel om onszelf en anderen er al meer toe te brengen dat we zo leven, zo praten dat ons leven erop gericht dat God de eer krijgt. Dat de HERE God al meer lof ontvangt. Zodat wijzelf en ook anderen al meer met hun hart zeggen wat we in Psalm 8 lezen: “HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde.” Vs 1

Als jij de opdracht krijgt om tot eer van God te leven, om Zijn beeld op deze aarde te laten zien, moet je de Here God ook kennen. Hoe meer je Hem kent hoe meer je Zijn beeld kan laten zien. Hoe meer je Hem ook in Zijn grootheid kunt eren. Wij als mensen zijn door God zo gemaakt dat we Hem echt konden kennen. Hij had ons gemaakt in “ware gerechtigheid en heiligheid”.  Dat betekent dat God ons als mensen zo gemaakt heeft dat we echt met ons hart afgestemd waren op wat echt goed en recht is. Dat is Gods gerechtigheid. Hij heeft ons met een hart gemaakt dat Gods recht echt kan begrijpen en opvangen. Hij heeft ons ook zo gemaakt dat er in ons hart geen tegenstand tegen zijn recht was. Ons hart is door Hem helemaal zuiver gemaakt. Ons hart was heilig. Hij heeft ons zo gemaakt dat we Hem en Zijn wil met heel ons hart konden liefhebben. Dat we echt zo goed konden leven dat ons levensdoel de eer en het recht van God was. Hij heeft ons zo goed gemaakt dat we echt met ons hart vol verwondering altijd kinderen van Hem konden zijn. Wij konden Hem in alle omstandigheden liefhebben. Die liefde wil de HERE zo graag in ons leven. Die vrije liefde vanuit ons hart! Dat we met Hem zouden willen leven en zo dat door en door goede leven zouden hebben en zonder einde zouden vasthouden. Juist omdat de HERE zo graag die vrije liefde uit ons hart wil, zoals wij dat ook willen van onze eigen man of vrouw, van jouw jongen of jouw meisje. Zoals jij dat ook graag wil van mensen om je heen. Juist omdat Hij die vrije liefde van ons wil heeft Hij ons goed maar niet onfeilbaar gemaakt. Hij heeft ons zo gemaakt dat we echt in alle omstandigheden voor Hem kon kiezen. Het is Hem op geen enkele manier aan te rekenen dat we vandaag niet meer dat goede leven met Hem leven. We hebben ons tot mensen gemaakt die niet meer zo kunnen leven. We letten daarop in de tweede plaats.

 

2.            Dat kan de mens niet meer

 

Het is dus niet de Schepper die je als de schuldige voor al de ellende in deze wereld kunt aanwijzen. Dat zie je in dat heel aangrijpende deel van de Bijbel dat we gelezen hebben. Als je er over nadenkt wat er in Genesis 3 gebeurd sta je te bibberen. Dan houdt je je hart vast. Wat erg dat wij als mensen het zo voor onszelf en voor de hele wereld zo verknoeid hebben. Dat was nergens voor nodig. Nu denk je misschien: maar waar kwam de duivel dan vandaan. De duivel is toch ook een schepsel. De duivel is toch in en in slecht. De gemene duivel is het toch die de slang in het paradijs gebruikt. Die de slang die heel verleidelijke woorden tegen Eva laat zeggen.

Het is waar dat het de duivel is die door de slang spreekt. Toch is er geen enkele rede om de HERE iets te verwijten. Want ook hij die later als de duivel of als satan bekend staat, is door God goed geschapen. Hij was een van de engelen die God goed gemaakt heeft. Zo gemaakt dat het in dienst staan van God voor hen volledige levensvervulling kon geven. Zo gemaakt dat ze in alles en altijd volledig in gehoorzaamheid als Gods knechten konden leven. De HERE heeft geen steekje laten vallen bij het scheppen van de engel die later de duivel is. Ondanks dat de HERE hem en al de andere engelen zo goed gemaakt heeft, is deze engel er niet mee tevreden om altijd knecht van de HERE te zijn. Hij doet op een bepaald moment een greep naar de macht. Hij krijgt daarbij steun van een deel van de engelen. De duivel en zijn volgelingen onder de engelen zijn goed gemaakt maar keren zich in ondankbaarheid en opstandigheid tegen God. Zij zullen daarom ook onder Gods definitieve oordeel komen. We lezen dat o.a. in Mattheus 25. De Here Jezus spreekt daar over de dag dat Hij op de wolken zal terugkeren. Dan zegt Hij in vers 41 van de mensen die niet in liefde voor God en hun naaste hebben geleefd: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen.”

Die duivel heeft greep gekregen op ons leven. Wij die door God zo goed en prachtig gemaakt zijn, geven gehoor aan wat die lelijke leugenaar de duivel zegt. Doordat we ons tegen God en Zijn goede wil in het paradijs gekeerd hebben, hebben ons eigen leven echt bedorven. We hebben ons tot mensen gemaakt die zelf bedorven willen leven. Die meer van het bedorven leven houden dan een leven waarin de wil van de enige die goed is: God  ons leven beheerst. De HERE heeft ons goed gemaakt. Dat was onze eerste natuur. Wij hebben gekozen voor een andere, een tweede natuur. Die we in artikel 14 van de NGB terecht zo omschrijven: “Zo heeft hij zijn hele natuur verdorven en daarmee de lichamelijke en geestelijk dood verdiend. Doordat hij in al zijn doen en laten goddeloos, verkeerd en ontaard is geworden, heeft hij de voortreffelijke gaven die hij van God ontvangen had, verloren.”

Dat is zoals we er na de zondeval voorstaan. Met God leven, Hem eren, het echte goede leven krijgen hebben we voor onszelf en voor onze kinderen onmogelijk gemaakt. We hebben zelf ons de handen afgekapt om een echt goed leven te krijgen waarin dood, rouw, verdriet en ellende gewoon niet bestaan. We hebben geen enkel recht om naar een beschuldigende vinger naar God op te steken. God eren wil de zondige mens niet. Dat is hem vanuit zijn hart vreemd geworden. Dat wordt nog eens bevestigd met wat we in vraag en antwoord 8 belijden: “Maar zijn wij zo verdorven, dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit zijn op elk kwaad? Ja”.

Wat zou het een ramp zijn als hier echt een punt zou staan. Maar weet je mijn broeder en zuster, jongelui hier staat geen punt! Daarom konden we vandaag ook 2 kinderen dopen. Want het wonder van Gods liefde en genade zorgt ervoor dat mensen weer tot Gods eer kunnen leven. We letten daarop in de derde plaats.

 

3.            Dat kunnen mensen weer

 

Wij als mensen hebben voor onszelf alle hoop op een goed leven, op een goede toekomst de grond in geboord. We kunnen onszelf niet meer goed maken. Goed leven in Gods ogen en echt goed voor onze medemensen. Als we naar onszelf kijken en de krachten die er in ons huizen zie je alleen maar een donkere toekomst en een donker leven.

En toch schijnt er dat machtige licht. Ondanks dat schijnt er voor mensen het licht van de belofte van God. Toen wij als mensen alleen nog maar Gods oordeel en straf konden verwachten, klonk er die verrassende stem van God. Die stem die Zijn belofte liet horen! De stem van redding, de stem van verandering in het donker van de zonde en de uitzichtloosheid.

Toen wij het in de wereld zo donker maakten, toen beloofde de HERE de Verlosser. Toen beloofde Hij de redder van de wereld die voor ieder die Gods belofte aanneemt, naar Christus met zijn of haar zonden vlucht echt redt van Gods oordeel. Die echt voor wie gelooft verdiend heeft dat jij leert om God lief te hebben. Dat je leert om wat verkeerd is, wat zonde is te haten. Dat je leert om echt uit liefde te willen doen wat goed voor de ander is.

Die belofte van God, die machtige verandering van je leven die buiten jezelf ligt. Die je in geloof mag vastpakken ligt vast in Christus. In Zijn komst. Hij is de zekerheid dat alles wat God beloofd heeft heel echt is en ook werkelijkheid is en volledig wordt in de levens van hen die de belofte vastgrijpen. We hebben dat gelezen in  2 Korinthe 1. Luister maar: “In Jezus Christus worden alle beloften van God ingelost; en daarom is het ook door Hem dat wij Amen zeggen, tot Gods eer.” vs 20

Wie gelooft leert weer om beeld van God te zijn. Leert weer al is het hier op aarde nog zo gebrekkig om te leven vol liefde in dienst van God. Om zo te leven met God en met de hele schepping dat God de eer krijgt. Dat kan jij en dat kan ik niet zonder de Heilige Geest. Zonder dat hij jou weer tot een ander, een nieuw mens maakt. Een mens die weer in liefde tot God en zijn naaste wil leven. Om zo God te eren met je leven.

Weet je wat nu het heerlijke is? Dat de Here Jezus ook de vervulling van die belofte voor Gods kinderen verdiend heeft. De belofte dat de Geest op het gebed je zo anders, zo nieuw wil maken. Wanneer de Here Jezus op het punt staat om naar de hemel te gaan, spreekt hij met Zijn leerlingen over de belofte van de Vader. Dan zegt Hij: “Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op de belofte van de Vader, waarover jullie van Mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan.” Hand 1:4

Als dan de Pinksterdag komt zie je dat de Here Jezus, de Zoon van God met Zijn werk verdiend heeft dat de Geest die gelovige zondaars tot andere mensen maakt heerlijk aan Gods volk gegeven wordt. Want op de Pinksterdag zegt Petrus na de uitstorting van de Geest tot het volk: “Jezus is door God verheven, zit aan Zijn rechterhand, en heeft van de Vader de Heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest  heeft Hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort.” Hand 2:33

Broeders en zusters, jongelui de HERE wil jou om Christus werk Zijn Geest geven om weer echt mens te leren zijn. Om te leren tot eer van Hem te leven. Om zo de toekomst tegemoet te gaan dat je “met God in de eeuwige heerlijkheid zal leven”.

Dat wil God je geven! In Zijn liefde! Wie dat uit Zijn hand aanneemt, hoort bij die mens die weer tot Gods eer beginnen te leven. Wat je niet kon dat leert God je door Zijn Geest. Door de Geest die dan de leraar van je hart is. Ga en blijf staan op het fundament dat God ook jou wil geven! Dat fundament waarvan we ook in 2 Kor 1 gelezen hebben: “Het is God die u en ons Christus als fundament geeft, die ons allen heeft gezalfd, heeft gewaarmerkt (denk aan de doop!) als Zijn eigendom en ons als voorschot de Geest gegeven heeft.” vs 21,22

 

AMEN