Jozua 5:10-12 Biddag Gewoon eten is zo bijzonder!

Jozua 5:10-12  Biddag  Gewoon eten is zo bijzonder!

LITURGIE

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Gezang 2:1

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing: Jozua 5:1-12

                        Openbaring 21:22-22:5

Psalm 72:1,2,3

Tekst: Jozua 5:10-12

Preek

Psalm 127:1,2

Geloofsbelijdenis

Gezang 5: 1,5

Gebed

Collecte

Psalm 67:1,3

Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het is wat als je na 40 jaar leven en zwerven in een woestijn op je bestemming komt! Moet je dat eens indenken. Ongeveer 2 miljoen mensen trekken samen door een woestijn. Ze leven in tenten. Dan ineens sta je voor een rivier. De rivier de Jordaan. Achter die rivier ligt een land. Een land dat aan jouw volk beloofd is. Een land dat zeker geen woestijn is. Een land waar alles is wat je maar nodig hebt. Het is er zelfs in overvloed.

Een land waarin je weer in een gewoon goed huis kunt wonen. Een land  waarin je een vaste plaats krijgt om te wonen. Een land waarin je gewoon kunt werken, waarin je bezig kunt zijn om voor je eigen eten te kunnen werken en zorgen. Met de belofte van God dat het dan ook goed komt. Als het volk in liefde en gehoorzaamheid aan God leeft, zal Hij ervoor zorgen dat er altijd genoeg werk en eten voor de mensen in dat land is. Ze mogen werken, ze moeten ook werken maar als ze dat vanuit liefde voor God doen, hoeven ze zich geen zorgen te maken. Dan weten ze zeker dat ze als vrije mensen in het land kunnen leven. Dat over hun werk altijd de zegen van God er zal zijn.

Maar ze staan nog voor dat prachtige land. De rivier de Jordaan maakt nog scheiding tussen hen en het land. Nu zie je soms foto’s of beelden van de rivier de Jordaan. Dan is het zo’n heel dun en ondiep riviertje. Een stroompje waar je zo door kan lopen. We moeten bedenken dat de tijd van het jaar waarin Israël bij de Jordaan staat, het de tijd is dat de Jordaan door het water uit de bergen breed en diep is. Een sterke stroom waar je niet doorheen kunt lopen. Denk maar eens aan het verschil van de IJssel. Nu is het weer gewone vaarroute een paar maanden terug was die veel breder en stonden de uiterwaarden dis onder water tot aan de dijk. Juist als de Jordaan breed en diep geworden is,  zie je dat de HERE op een heel bijzondere manier laat zien dat Hij God is. De God die Zijn volk redt, leidt en beschermt.

Toen het volk veertig jaar geleden uit Egypte trok, leek het erop dat het water hun ondergang werd. Ze stonden voor de Schelfzee en de machtige Farao van Egypte kwam met een machtig leger om ze terug te halen. Toen zorgde de Schepper van hemel en aarde ervoor dat door een geweldige wind het water week. Er kwam een droge weg en het Gods volk  kon tussen muren van water naar de andere kant komen. Farao en zijn leger verdronken omdat God het water toen liet teruggaan. Gods volk een vrij volk op weg naar dat prachtige land. Nu lijkt het alsof water ze zal tegenhouden om het land binnen te gaan. Weer laat de HERE zien dat Hij God is. Hij zorgt dat het water dat komt aanlopen stopt. Met Zijn hand houdt Hij het water tegen en het volk kan het beloofde land ingaan om er als vrije mensen echt te gaan wonen. Ook dan zorgt de HERE ervoor dat er eten voor ze is. Op een andere manier als in de woestijn. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus vanuit onze tekst onder het volgende thema:

 

 GEWOON ETEN IS ZO BIJZONDER

 

  1. Het komt van de Verlosser
  2. Het komt van de Eigenaar

 

  1. Het komt van de Verlosser

 

Wat een feest! Het volk is in het land dat aan hen beloofd is. God heeft ze er gebracht. Nu denk je misschien: Wat vreemd. Het eerste wat er nu in dat nieuwe land gebeurt,  is dat het volk besneden wordt. Het woord besnijdenis heeft zeker in onze tijd voor velen geen positieve gevoelswaarde. In de discussie over de Islam horen we meerdere keren verwijzingen naar praktijken waar we van gruwen.  Vooral als het om besnijdenis van vrouwen gaat.  Dat is vaak wat er bij mensen blijft hangen als er over besnijdenis gesproken wordt. Dat is hier niet ter sprake. 

Wat gebeurt er nu eigenlijk als het volk dat net in Kanaän is,  besneden wordt? We lezen in vers 3 dat het volk  besneden werd. We lezen in vers 2 dat dit opnieuw was, voor de tweede keer. Waarom was dat nu nodig? Omdat in die veertig jaar dat het volk in de woestijn was de jongetjes op de achtste dag niet meer besneden zijn. Er was dus een heel geslacht opgegroeid dat niet besneden was. Al de mannen die 8 dagen oud  of ouder waren en niet besneden waren werden nu besneden. Dit was de tweede keer dat er met de besnijdenis van het volk begonnen werd. De eerste keer was toen de HERE aan Abraham het bevel gaf om iedere man die bij hem hoorde en 8 dagen oud of ouder was te besnijden. Daarbij moeten we ook denken aan honderden mannen en jongens die toen besneden zijn. We lezen namelijk toen Abraham met zijn mannen Lot ging bevrijden er uit zijn huis 318 gewapende mannen meegingen. Gen 14:14.  De voorhuid van het mannelijke geslachtdeel wordt bij de besnijdenis weggenomen. Als je erop let wat de betekenis van de besnijdenis was, maakt dat het feest voor het volk van God alleen maar groter. De HERE zegt daardoor: Ik heb Mij aan jullie als Mijn volk verbonden. Ik beloof jullie dat ik met Mijn Goddelijke macht bij jullie zal zijn. Ik beloof jullie dat ik jullie Verlosser en Redder ook in  dit nieuwe land zal zijn.

Het volk Israël dat nu in het land is, leeft op dat moment  in dat vertrouwen op God. Wanneer  je er menselijk naar kijkt dan denk je dat het volk Israël gek geworden is. Want hoe voel je je als je besneden bent? Een paar dagen heel beroerd. Je bent er een paar dagen echt ziek van. Als je dan bedenkt dat Israël zich in vijandelijk gebied bevindt, is dit uit militair opzicht gekkenwerk. Je bent nu als heel volk machteloos zien als de vijand komt. Je kunt dit alleen met een gerust hart doen als je op de HERE als je almachtige Redder en God vertrouwt. Als het volk zo leeft in het land Kanaän zal het goed met ze gaan. De HERE laat dan ook zien dat hen niets overkomt als ze op Hem en op de verbondenheid aan Hem hun leven bouwen.

Ze trekken het land Kanaän binnen op de 10e dag van de eerste maand. Dan worden ze meteen  besneden. Juist dat zorgt ervoor dat ze in het nieuwe land meteen een geweldig feest kunnen gaan vieren. Het feest van de bevrijding. Het paasfeest. Het paasfeest was het feest waarbij Israël er aan dacht hoe de HERE ervoor gezorgd heeft dat ze uit hun slavenbestaan in Egypte gered zijn. Hoe God de Farao totaal op de knieën dwong. Dat feest mogen alleen zij vieren die besneden zijn en natuurlijk de vrouwen die in de gezinnen bij de besneden mannen horen. Om er voor te zorgen dat het hele volk nu in het nieuwe land heerlijk het feest van de bevrijding kan vieren, geeft de HERE het bevel om in de dagen er voor iedereen te besnijden. Ex 12:44-48. Je ziet hoe de HERE zelf voor een machtige feestvreugde zorgt. Hij is de Redder, de Verlosser van Zijn volk en dat roept om grote blijdschap. Blij zijn om het werk van God en wat Hij beloofd heeft. De HERE zorgt bij het binnengaan van het nieuwe land dat alles goed is. Dat er echt feest in het leven van Zijn volk kan zijn. Het brood dat ze op het paasfeest eten,   is nog van het manna dat de HERE aan ze geeft, gebakken. Wat is het manna? Dat is iets dat elke ochtend in de woestijn als een wit laagje op de grond lag. De ongeveer twee miljoen Israëlieten kregen dat elke dag om het op te rapen en daarvan deeg te maken. Daarvan konden ze dan brood en koeken maken. Zo zorgde de HERE voor Zijn volk in de woestijn. Je kunt zeggen dat het manna een soort wonderbrood was. Je kunt niet verklaren waar het elke dag weer vandaan kwam. Het was er elke dag omdat in de woestijn er geen graan kon groeien. God zorgde die veertig jaar in de woestijn op de manier van een wonder voor het eten van Zijn volk. Ze zagen ook daarin Zijn grootheid. Ze zagen daarin hoe de HERE ervoor zorgt dat Zijn volk er altijd in leven blijft. Dat de omstandigheden er niet voor kunnen zorgen dat er op deze aarde geen mensen meer zijn die op Hem vertrouwen. Die vertrouwen op Jezus Christus. Die niet alleen voor hun werk en voor hun voedsel hun leven bij Christus zoeken. Die beseffen en zien dat je vergeving  nodig hebt van de verkeerde dingen die je in je leven doet. De dingen waarin je een ander geen liefde bewezen hebt, de dingen waarin je je eigen gang gegaan bent en niet leeft zoals God onze Schepper het ons voorhoudt. Mensen die beseffen en zo leven dat ze vergeving van dat verkeerde, van die schuld tegenover God vragen. God zorgt ervoor dat er mensen, een volk blijft die Jezus Christus volgt als de Verlosser. De Verlosser die de schuld van wie op Hem zijn of haar leven bouwt op zich genomen heeft. In hun plaats de verdiende straf ondergaan heeft. Laten wij zo leven en het elke dag in alles van Hem verwachten. Ook als het om het eten van elke dag gaat.  We letten daarop in de tweede plaats.

 

  1. Het komt van de Eigenaar

 

Het paasfeest is gevierd. De dag dat er een lam gegeten werd. De dag dat ze als gezinnen samen een maaltijd hielden waar alles aan de uittocht uit Egypte herinnerde. Na die dag werd er nog 6 dagen feest gevierd. Dat was dan vooral het feest dat de oogst begonnen was.  Op de dag na het paasfeest is het bekende witte laagje dat er veertig jaar was niet meer aanwezig. Geen manna meer. Het wonderbrood is nu uit het bestaan van het volk Israël verdwenen. Is dat nu een achteruitgang? Laat God zich nu minder aan Israël zien als de tijd hiervoor? Moet je het voor je geloof, voor je zien van God in deze wereld van bijzondere dingen hebben? Is het zo dat God veel meer tot je spreekt als er iets heel bijzonders gebeurt als in dat gewone?

Zo denken veel mensen in onze tijd.  Het gewone kunnen we verklaren en heeft voor ons gevoel dan eigenlijk niet zoveel meer met God te maken. In het bijzondere, in wat wij niet kunnen verklaren zien we vaak  een groter werk van God dan in het gewone. 

Is het zo gewoon dat jij elke dag je brood kunt eten? Is het zo gewoon wanneer je een bord met aardappelen, bloemkool en een gehaktbal krijgt. Is het zo gewoon als er yoghurt en vla als toetje op tafel staat. We weten toch precies hoe dat gemaakt wordt? We kunnen toch ook precies verklaren onder welke omstandigheden het graan kan groeien? We weten toch precies hoe we ervoor moeten zorgen dat er goed brood komt. Zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Toch blijft dat in onze ogen zo gewone een wonder van God. Een wonder dat er niet zou zijn als God de Schepper en Eigenaar van de hele schepping niet daarin werkt en  daarvoor zorgt. Je ziet dat als je met een hart  voor de volle werkelijkheid onderzoek doet. Bij die volle werkelijkheid hoort juist dat  je voor je bestaan en je werk en je opleiding  helemaal afhankelijk bent  van God. Wie met oog voor die werkelijkheid onderzoek doet, ziet in dat gewone het  geweldige werk van God. Hoeveel is er niet nodig om het graan te laten groeien! Hoeveel is er niet nodig om het brood op de tafel te krijgen. Het is de HERE die er voor zorgt dat het kan gebeuren. Hij zorgt ervoor dat op het moment dat er groei moet zijn, die groei er ook kan komen. Hij heeft alle voorwaarden voor een goede oogst geschapen. Hij zorgt dat de oogst niet verrot en dat wij eten op ons bord krijgen. Dat we het gewone krijgen is echt heel, heel bijzonder. Ik wil dat ook nog op een andere manier duidelijk maken aan iets wat een paar honderd jaar geleden in Amerika  gebeurd is.            

Het gaat over iemand die toen heel belangrijk in Amerika was. Een meneer Whiterspoon. Een van zijn buren komt zijn huis ingestormd. Buurman je moet samen met mij de HERE danken. Want weet je wat er gebeurd is? Vanochtend kwam ik door de bergen met al de rotsen. Ik zat in de wagen. Mijn paard sloeg op hol. Zo erg dat mijn wagen tegen de rotsen sloeg. Alles helemaal kapot. Er is bijna niets meer van over. Ik viel wel op de grond maar ik mankeer niets. Dat is nog eens bijzonder he buurman. Daarvoor moeten we samen God danken.

Dan zegt Whiterspoon: “Buurman je moet ook even naar mij luisteren. Ik kan je vertellen van iets dat eigenlijk nog bijzonderder is. Over diezelfde weg ben ik al meer dan 100 keer met mijn paard en wagen gegaan. Mijn paard sloeg nooit op hol. Mijn wagen raakte niet een keer stuk. Ik raakte nooit gewond. Niet een keer. Dat lijkt zo gewoon maar is zo bijzonder. Want ook daarvoor zorgt God.

Het is een wonder dat wij mogen bidden om eten, om werk vandaag. Dat wonder heeft alles te maken met Christus als de Verlosser. Heeft alles met Christus kruisiging op Goede Vrijdag en Zijn opstaan uit de dood op Pasen. Omdat Jezus de straf op zich nam voor de gelovigen gaat de geschiedenis door naar de dag waarop de nieuwe hemel en aarde er zullen zijn. Christus heeft aan het kruis verdiend en op Pasen laten zien dat geschiedenis doorgaat. Dat we mogen bidden om voedsel en werk op weg naar een leven waarin de overvloed er voor altijd is. Wie nu in liefde voor Christus om voedsel en werk bidt, weet dat je op weg bent naar die wereld waarvan we net het volgende gelezen hebben: “Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren. En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren,” Openb 22:2,3. Dat leven is er voor wie in afhankelijkheid van God leeft als de Eigenaar van alles en als de Verlosser van schuld en zonden. Je ziet dat je niet zonder geloof kunt. Je kunt niet zonder leven met Christus.  

Het volk Israël krijgt geen manna meer. Toch krijgen ze nu niet minder van de HERE. Ze krijgen van wat de HERE heeft laten groeien in het land Kanaän. Wat er gezaaid is toen zij er nog niet waren.  Als je het menselijk bekijkt was dat graan van de Kanaänieten. Zij hadden het gezaaid. Zij hadden het land daarvoor bewerkt. Dan laat de HERE zien dat Hij de Eigenaar is. De mensen in het land Kanaän wilden niet naar de HERE luisteren. Ze leefden al jaren helemaal tegen de wil van God in. Ze hadden verdiend dat God niet meer naar hen omzag. Dan geeft de HERE als de echte eigenaar het graan dat op het land groeit aan wie Hij wil. Aan Zijn volk om Zijn volk zo in leven te houden. Om Zijn volk zo al meer het land Kanaän met al zijn rijkdom te geven! Het is in Zijn hand en in die van niemand anders. De HERE geeft Zijn volk uit genade alleen een land waarin ze zo kunnen leven. Je kunt het vergelijken met een huis waarin je zo kunt gaan wonen en waaraan je zelf niets hoeft te doen. Zo geweldig zorgt de HERE voor Zijn volk. Zo had Hij het ook beloofd! Hoor maar wat de HERE in de woestijn tegen zijn volk gezegd heeft: “Wanneer nu de Here, uw God, u in het land zal gebracht hebben, waarvan Hij uw vaderen, ​Abraham, ​Isaak​ en ​Jakob, gezworen heeft het u te zullen geven – grote en goede steden, die u niet gebouwd hebt; huizen, vol met allerlei goederen, waarmee u ze niet gevuld hebt; uitgehouwen bakken, die u niet uitgehouwen hebt; wijngaarden en olijfbomen, die u niet geplant hebt – en u gegeten hebt en verzadigd bent, neem u er dan voor in acht, dat ude Here niet vergeet, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heeft.” Deut  6:10-12

Als we vandaag en de rest van ons leven in afhankelijkheid van Christus leven en bidden. Als we bidden ook voor dat bijzondere van het gewone zijn we op weg naar een wereld waar alles in overvloed voor ons klaarstaat. In vrede met God! Om Christus werk. Ga al biddend naar dat leven op weg. Gebruik daarvoor ook de krachten die je door dat heel gewone dat je elke dag krijgt. Bid om dat gewone met je hele hart in afhankelijkheid van Christus. Dat gewone krijg je ook van God  Echt van niemand anders! Wat is bidden om je dagelijkse voedsel dan nodig! Dat hoort bij het gewone leven met de HERE waardoor je uit genade het meest bijzondere wat er is, krijgt.  Wat is de God die dat aan zondige mensen geeft toch bijzonder!

 

   

AMEN