Dankdagpreek Numeri 28:1,2 Geef de HERE met een dankbaar hart te eten

05-11-2015 07:21

 

Hier vind je preken die  in de GKN van Zwolle e.o. zijn gehouden. Meestal in de Kandelaar in 's Heerenbroek. Als iemand deze preken wil lezen in een kerkdienst is dat prima. Ik zou het graag weten als dit gedaan wordt vooral in de GKN want dan kan ik er rekening mee houden als ik daar zelf moet voorgaan. Mail me dan even: dsjrvisser@gmail.com

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 65:1,6

Geloofsbelijdenis

Psalm 100:1,2

Schriftlezing: Numeri 28:1-10

                        Marcus 10:17-31

Gebed

Psalm  50:7,11

Tekst: Numeri 28:1,2

Verkondiging van het evangelie

Psalm 66:5,7

Dankgebed voor gewas en arbeid

Collecte

Gezang 41

Zegen.

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here Jezus Christus

 

Er moet toch wel meer zijn tussen hemel en aarde dan wat we met onze ogen en onze onderzoeken tot nu toe ontdekken. Je kunt voor allerlei dingen verklaringen vinden maar als je het koren op het land ziet staan. Als je ziet dat overal de landen vol staan met wat wij of de dieren kunnen eten. Als je ziet hoe de natuur in elkaar zit en er zoveel kan groeien  waar komt dat eigenlijk allemaal vandaan? Dat kan toch niet zomaar?

Er  zijn zoveel meer dingen in het leven die er toch niet zomaar kunnen zijn. Er moet toch meer zijn tussen hemel en aarde. Je ziet ook dat mensen ook in onze moderne wereld er naar zoeken. Mensen zoeken iets spiritueels. Ze zoeken zelfs in onze tijd en onze wereld naar iets geestelijks. Er moet toch meer zijn dan de dood. Dan hoor je iemand op de televisie zeggen dat ze na de dood van een vriendin haar er mee troost dat de energie van die vriendin niet weg kan zijn. Die moet toch nog ergens zijn en zo bestaat die vriendin dan toch nog. Je energie zou niet verloren kunnen gaan.

Dan zie je mensen ook zoeken naar vormen om van elkaar afscheid te nemen bij de dood waarbij niet over God en over Christus gesproken wordt maar wel over dat iemand er nog is. Dat er toch een bestaan en een mooi bestaan na de dood voor die ander is. Uit onderzoeken blijkt ook dat veel mensen zo denken zonder dat ze een band hebben of willen met Christus en met Zijn kerk.

Veel mensen in onze tijd willen spiritueel zijn zonder gebonden te zijn aan God. Zonder verbonden te zijn aan wat de HERE zegt in de Bijbel. Ze zoeken een band met het hogere, met het geestelijke zonder dat ze een verplichting aangaan van een leven in dienst van God. Ze willen spiritueel zijn en toch de grootst mogelijke vrijheid voor zichzelf hebben.

Verwonderd zijn over die wuivende akkers, verwonderd zijn over een aarde waarop zoveel voedsel groeit. Daarbij een spiritueel gevoel krijgen maar geen verplichting voelen om de HERE er voor te danken. Het is op Dankdag zo belangrijk om je dank te laten opkomen vanuit die band met de enige God, vanuit die band met Christus. We zien daar iets van als ik jullie vanuit Numeri 28:1,2 het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 GEEF  DE HERE MET EEN DANKBAAR HART TE ETEN

1. De HERE neemt het initiatief

2. De HERE verwacht onze reactie 

 

1.            De HERE neemt het initiatief

 

Het  volk Israël leeft in de woestijn. De woestijn kan het voedsel voor dit volk van een paar miljoen mensen niet geven. Toch leeft het volk Israël onbezorgd in de woestijn. Elke dag ligt er ’s ochtend ’s als ze uit hun tenten komen het manna klaar. Ze kunnen er hun brood van bakken, hun pap van koken. Elke dag ligt het wonder uit de hemel. Het wonder van Gods zorg weer voor ze klaar. Alleen op zaterdagochtend ligt er niets. Dan is het de rustdag. Toch is er ook dan geen nood.  Want alleen het manna dat op vrijdagochtend  op de woestijngrond ligt blijft twee dagen goed. Dus vrijdag is er genoeg voor twee dagen. Elke dag kan Gods volk zonder zorg om voedsel in de woestijn leven. De HERE zorgt op Zijn Goddelijke manier.

Er is geen mens, geen schepsel die dat God kan nadoen. Hij zorgt in onmogelijke omstandigheden voor Zijn volk. Als je dat bedenkt, begrijp je ook dat andere volken ontzettend bang voor dat volk zijn. Een volk dat veertig jaar  voor mensen op onbegrijpelijk manier in de woestijn kon leven.

Je  ziet hoe de HERE zorgt, hoe Hij het initiatief neemt. Hij was het die Mozes riep om als leider het volk uit Egypte te halen. Hij was het die door 10 plagen de Farao op de knieën dwong.  Hij was het die zorgde dat in de Schelfzee en pad droog kwam waarop het volk naar de andere kant kon.

Dat vraagt om dank van een volk dat daarvoor zelf niet kan zorgen. Een volk dat al die liefde en genade van God ook niet verdiend heeft. Nu zie je in onze tekst hoe de HERE ook het initiatief neemt om aan het volk te vertellen hoe Hij gedankt wil worden. De HERE laat dat niet aan het gevoel van ons als mensen over. Als het om het dienen en danken en aanbidden van God gaat, laat de HERE zien hoe Hij gediend, gedankt, aanbeden wil worden.

Hij laat aan het volk in de woestijn zien hoe Hij dat wil en ook in de toekomst als ze in het beloofde land wonen.

De HERE geeft in Numeri 28,29 voorschriften voor de offers en voor hoe Hij op speciale feestdagen gediend en gedankt moet worden. Dan lezen we in ons tekst die een soort opschrift boven Numeri 28,29 iets heel opmerkelijks. Iets  dat in onze oren heel vreemd klinkt. Ik kreeg dan ook al vragen over het thema van de preek. Het kan toch niet dat je zegt dat wij de HERE te eten geven? Toch lees je dat wel in onze tekst. Het zijn zelfs woorden van God zelf: “U zult zorg dragen mijn offergave, mijn spijze, als mijn vuuroffers, een liefelijke reuk voor Mij, op de bepaalde tijd aan Mij te brengen.” Dan gaat het om de offers die het volk moet brengen volgens het voorschrift van God zelf.

Hoe kan de Here God dit hier nu zeggen? Op andere plaatsen maakt Hij toch juist heel duidelijk dat Hij niet van die offers afhankelijk is?!  Dan denk ik aan Psalm 50: “Niet om uw offers zal Ik u straffen,

want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen.  Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen of bokken uit uw kooien,  ……  Als Ik honger had, Ik zou het u niet zeggen;

want van Mij is de wereld en al wat zij bevat.  Zou Ik stierenvlees eten of bokkenbloed drinken? ” vs 8,9… 12,13. HSV

Hoe  kan het dan dat de HERE over offers die Hij graag wil als voedsel voor Hem spreekt?  Dan zie je weer hoe belangrijk het is dat je goed leest. Dat je rustig leest wat er eigenlijk staat. Dan zie je dat de HERE van Zijn volk vraagt niet om Hem voedsel te geven om van te kunnen leven. Hij vraagt voedsel dat geofferd wordt en dat Hem plezier doet, dat voor Hem iets is om blij over te zijn. Dat Hem gegeven wordt als iets dat heel lekker ruikt.

Je ziet hier de tegenstelling met de volken om Israël heen. De tegenstelling ook met nog heel veel godsdiensten in de wereld van vandaag. In de wereld van Israël brachten de volken offers en die offers waren bedoeld om de god aan wie geofferd werd echt eten te geven. Want als die god honger kreeg, was de kans groot dat die god boos werd. Dat die god hun allerlei ellende zou bezorgen. Dat moesten ze voor zijn door die god goed te voeden. Dan was die god tevreden en was de kans groot  dat alles goed zou blijven gaan. Het offer was niet zozeer bedoeld als dankoffer maar om die god maar tevreden te houden. Van god met een goed gevulde buik kon je het meeste verwachten. Jij deed iets voor hem dan was er de kans dat hij ook iets voor jou zou doen. Ook in onze tijd zijn er wel mensen die elke avond op een bepaalde plaats in de kamer een schaaltje met rijst neerzetten. De volgende dag wordt de oude rijst weggegooid en er weer nieuwe ingedaan. Zo staat er dan altijd eten klaar voor een god of voor voorouders en is de kans groot dat die god of voorouders uit dank voor het eten voor je willen zorgen. Jij zorgt voor die god en daarom doet hij wat voor jou.

Het is precies de omgekeerde wereld! Goden die ons dankbaar moeten zijn.

Nee, de HERE wil onze dankbaarheid zien voor wat Hij ons gegeven heeft. Ook als Hij niet meer op die bijzondere manier van het manna Zijn volk te eten geeft. Ook als er elk jaar het graan groeit, de groente en het fruit er door de gewone groei zijn. Als het vee op het land staat en ons geeft wat we nodig hebben om te leven. Ook als we in een tijd van recessie en nu weer verbetering economisch gezien ons werk hebben en door wat we verdienen er toch  het dagelijkse eten voor ons is. Als we zonder werk zitten en er door anderen zo voor ons gezorgd wordt dat we genoeg hebben om goed te leven. Ook al die dingen komen dan door mensen heen van God naar ons toe. Daarmee is Gods zorg niet minder. Ook in die gewone omstandigheden wil de HERE dat contact met jou en mij. Hij wil dat we ook dan steeds weer die dankbare verbondenheid met hem zoeken. Want dat is het waar het in onze tekst om gaat. Het is ook daarom dat hier over voedsel gesproken wordt.

Als  je aan eten denkt, denk je aan een maaltijd. Dat was in de tijd van de Bijbel nooit even gauw je bord voldoen en dat dan  de een met het bord voor de tv en de ander met het bord voor de computer en weer een ander met een bord op zijn eigen kamer gaat eten. Nee, eten deed je altijd samen. Eten en de maaltijd betekende dat je contact met elkaar had. Dat zichtbaar werd dat je bij elkaar hoort. Dat je samen een gemeenschap vormt.

De HERE neemt het initiatief om die gemeenschap vorm te geven. Hij geeft daarvoor de voorschriften. Voorschriften die laten zien dat de HERE in Christus onze Vader wil zijn. Want bij die offers gaat het erom dat steeds weer door het bloed en het vuur in herinnering wordt gebracht de Verlosser die het grote offer voor de zonden gaat brengen komt. Alleen door die grote Verlosser is er voor jullie te eten en kunnen jullie door de vergeving die Hij gaat verdienen Mij de HERE dienen. Alleen door Hem is er echt toekomst voor jullie. Christus is gekomen. Dat is niets anders dan Gods initiatief. Alleen door het geloof, door echt in gemeenschap met hem te leven is er voor jou en mij toekomst. Alleen door hem leer ik echt dankdag te houden. Gods zorg en liefde, Zijn initiatief vraagt om onze gelovige reactie. Daarover in het tweede punt.

 

2.            De HERE verwacht onze reactie.

 

De  HERE geeft Zijn voorschriften als de Vader die weet wat goed is voor Zijn kinderen. Dan klinkt in het vervolg steeds weer het woord moeten. Dan zegt de HERE: zo wil Ik het hebben. Wie in liefde aan God verbonden is voelt dat niet als een keurslijf, voelt dat niet als iets benauwends. Die wil uit dankbaarheid voor al die zorg en liefde van Mij graag zo leven, graag zo steeds weer volgens Mijn voorschrift zijn of haar verbondenheid aan mij laten zien. Die wil die verbondenheid aan de HERE laten zien niet op een eigen gekozen vrijblijvende manier maar in liefdevolle gebondenheid aan wat Hij gezegd en voorgeschreven heeft.

Wij leven in een maatschappij dat veel mensen zoeken. Dat je zoekende bent wordt dan vaak ook als iets positiefs gezien. Je zoek naar zin in je leven. Je zoekt naar dat hogere, dat spirituele in je leven. Toch zie je dat velen die zo zoekende zijn niet bij Christus en bij Zijn gemeente uitkomen. De reden is dan vaak dat we iets zoeken maar we willen als we iets vinden niet gebonden zijn. Niet gebonden aan Gods voorschriften, aan Zijn duidelijke wil. Zonder die gehoorzame verbondenheid aan Christus als onze Verlosser en Koning is er geen echt contact, geen echte gemeenschap met God als je Vader. Dat Hij Christus als het hemelse brood aan ons gegeven heeft vraagt van ons om onvoorwaardelijke verbondenheid en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Hem. Dat is wat we moeten leren. We moeten leren om dat offer van dankbaarheid aan de HERE die geweldige God, Vader en Redder te geven. We hebben nodig dat de Heilige Geest ons dat leert. Elke dag en ook op bijzondere dagen in het jaar.

Juist  in het leven met Christus als de Verlosser van onze zonden en schuld hebben we verantwoordelijkheid te nemen. Zo is het ook in de meest intieme verbintenis die er tussen mensen op aarde bestaat: het huwelijk. Als je in je huwelijk geen verantwoordelijkheid neemt. Als je wil genieten van een paar dingen er in het huwelijk te halen zijn en verder je eigen gang gaat. Je vrouw of je man moet het maar regelen en jij bemoeit je verder nergens mee gaat het fout. Dan breekt je huwelijk stuk omdat er bij jou de liefde die geeft niet was. Omdat jij niet in echte verbondenheid met je vrouw of man leeft.

De HERE vraagt van jou en mij die verbondenheid. Leven in dankbaarheid aan Hem. Niet zo af en toe maar elke dag en dat met heel je persoon. We zien dat ook in het vervolg van Numeri 28. Dan lees je hoe er elke dag offers gebracht moesten worden. Je ziet dat de HERE een patroon over het leven van Zijn volk legt. Het patroon van elke dag aan het begin en aan het einde van de dag  contact, gemeenschap met  Hem hebben. Als teken dat je zo dankbaar bent dat je de HERE mag kennen en door Christus offer voor jou aan hem verbonden bent. Dat je zo dankbaar bent dat je voor je hele leven van Hem afhankelijk bent en blij bent met elke druppel water en elk stukje brood dat Hij je geeft ondanks dat je dat uit jezelf helemaal niet verdiend hebt.   Dat Hij je geeft om Christus werk!

Het was juist dat waaraan het in het leven van die rijke jongeman die bij de Here Jezus komt aan ontbreekt. Deze jongeman is een zoeker. Hij vraagt zich af wat hij moet doen om echt dat eeuwige leven te krijgen. Hij zoekt het ook bij de Here Jezus.  Hij  wil best nog veel dingen in dienst van God doen. Dat ziet de Here Jezus ook. Maar die echte verbondenheid aan de HERE ontbreekt bij Hem. Hij wil niet met en in alles alleen op de HERE vertrouwen. Het geld en het bezit is hem meer waart dan de HERE en dan de Here Jezus. Dankbaar leven, echt met de HERE verbonden zijn is dat je je hele leven als dankoffer aan de HERE en aan Zijn wil wijdt.  

Om dat offer van de Here Jezus hoeven wij vandaag geen dagelijkse offers te brengen. Die tijd is voorbij want de grote Verlosser is gekomen. En toch hebben die voorschriften in Numeri 28,29 voor ons nog altijd betekenis. Het laat zien hoe de HERE wil dat we elke dag aan het begin en het einde dat contact, die gemeenschap met hem zoeken. Een dag waarbij je je dag niet begonnen bent met de HERE. Met het luisteren naar Hem en bidden tot Hem is geen goede dag. Een dag die je niet afgesloten hebt met het luisteren naar Hem en het danken van Hem is geen goede dag.

Een seizoen waarin het eten op de landen gegroeid is en we het goed hebben is niet goed als we de HERE daarvoor niet danken. Dat is niet goed als we de kracht die we door het eten gekregen hebben niet gebruiken om voluit voor Christus volgens Zijn wil te leven.

De HERE ziet zo graag een leven waarin we helemaal voor Hem gaan. Een leven vol van dankbaarheid. Dan geven we de HERE te eten, dan geniet Hij daarvan. Dan vergeeft Hij om Christus ke zo graag. Hij is niet afhankelijk voor Zijn bestaan van jouw en mijn leven in dankbaarheid. Maar Hij ziet dat zo graag. Hij wil je zo graag het goede  geven. Daarom lezen we ook deze oproep in Psalm  50: “Offer dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw geloften na.  Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren..” Vs 14,15 HSV

Laten we nu met onze hele hart het offer van ons leven geven in ons dankgebed voor gewas en arbeid.

 

AMEN