Klinkende munt in de Evangeliën
KLINKENDE MUNT IN EVANGELIEëN
We hebben samen geluisterd naar een preek over Mattheus 17:23-27 op 28 februari. Daarbij werd ook duidelijk dat het van betekenis is om te weten wat de waarde van bepaalde munten is. We zagen toen dat er voor de tempelbelasting 2 drachmen betaald moest worden per jaar. Later zit er in de bek van de vis die Petrus vangt een stater. Dit is in de vertaling van 1951 met zilverstuk vertaald. De waarde van deze munt is 4 drachmen! Dus precies genoeg voor de Here Jezus en Petrus om de tempelbelasting te betalen.
Wat voor geld werd er in Palestina gebruikt in de tijd van de Here Jezus?
Er waren in de tijd van de Here Jezus veel verschillende munten in omloop. Je moet je goed bedenken dat er geen papiergeld bestond. Het geld dat er was, waren altijd munten. Daarbij kwam dat de handel ook toen internationaal was. Munten uit verschillende landen werden gebruikt. We lezen in de Bijbel over geldwisselaars. Die waren er op veel plaatsen. Om juist ook de handel te bevorderen.
Daarbij komt nog iets anders. Dat is dat het geld dat in de tempel gebruikt werd, munten moesten zijn die heilig waren. Het moesten munten zijn waarop geen afbeeldingen van mensen of goden stonden. Het is bijvoorbeeld zo dat koning Antiochus VII Euergetes die ook over Israël regeerde de Joden toestemming gaf om hun eigen munten te slaan. Het waren munten met een Hebreeuwse tekst en zonder een afbeelding van een persoon er op. De wisselaars zaten bij de tempel om munten die mensen hadden te kunnen omruilen voor deze heilige munten waarmee tempelbelasting kon worden betaald of ook offerdieren konden worden gekocht. De wisselaars maakten daarbij meestal rond de 10% winst.
De meeste munten die in Jezus tijd gebruikt werden waren Grieks of Romeins geld. Daarop stond bijna altijd de afbeelding van een keizer. We lezen in het Nieuwe Testament ook steeds de namen van Romeinse munten.
Ik geef hier de namen in de volgorde van waarde:
Stater
Didrachme
Denarie
Drachme
As
Quadrans
Lepton
Waarde van de munten
Het is altijd heel moeilijk om de waarde van een bepaalde munt in Euro’s weer te geven. Dat is al moeilijk omdat wij met inflatie te maken hebben. Wij krijgen te maken met stijgende prijzen. Daardoor is over 10 jaar de waarde van munten in de Bijbel anders dan nu. Daarbij komt ook nog dat bepaalde zaken die je kocht een heel andere waarde hadden dan nu bij ons. Daarom geef ik bij een enkele munt weer wat je er in die tijd voor kon kopen. Dan krijg je een beter idee van de waarde.
We nemen ons uitgangspunt in de denarie of de drachme. Het zijn munten die dezelfde waarde hebben. De eerste is een Romeinse munt en de tweede een Griekse. Een denarie of drachme was het loon dat je als arbeider gemiddeld per dag verdiende.
Stater 4 denarie
Didrachme 2 denarie tempelbelasting
Denarie dagloon - schaap
Drachme 1 denarie dagloon - schaap
As 6,3 denariecent
Quadrans 1,5 denariecent
Lepton 0,8 denariecent
Voor een koe moest je 5 denarie of 5 drachmen betalen. Dus ongeveer een weekloon.
Een mus kost in die tijd 3 denariecent.
Teksten waarin deze munten genoemd worden
Hieronder vind je de verwijzing naar de teksten in de evangeliën waarin deze munten genoemd worden. Je vind in de vertaling soms een ander woord maar in het Grieks is dan de naam van deze munt genoemd.
Stater Mattheus 17:27
Didrachme Mattheus 17:24
Denarie Mattheus 18:28; 20:2,9,10,13; 22:19; Marcus 6:17; 14:5; Lucas 7:41; 10;35: 20:24; Joh 6:7; 12:5
Drachme Lucas 15:8,9; 19:11,13,24
As Mattheus 10:29; Lucas 12:6
Quadrans Mattheus 5:26; Marcus 12:42
Lepton Marcus 12:42