Mattheus 20:1-16 De goedheid van de HERE roept om verwondering

09-03-2020 08:01

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 103:1,3

Gez 1:1

Lezing van Gods wet

Gezang 1:13

Gebed 

Schriftlezing: 1 Korinthe 15: 1-11

Psalm 101;1,2,3

Tekst: Mattheus 20:1-16

Verkondiging van het Woord

Psalm 23

Dankgebed

Collecte

Gezang 36

Zegen

 

 

 

Geliefde gemeente van onze here Jezus Christus, broeders en zusters

 

Een gek verhaal dat de Here Jezus hier vertelt. Het zou me niet verbazen als je dat denkt. Het voelt toch echt niet eerlijk dat iedere werker dezelfde beloning krijgt. De een heeft de hele dag gewerkt en de ander maar een uurtje en allebei krijgen ze evenveel salaris.

Wat zou er gebeuren als jij een maand bij een baas gewerkt hebt en een ander in dezelfde functie een week en jij komt er achter dat de ander voor die week net zoveel gekregen heeft als jij voor de hele maand?  Wat doe jij als je merkt dat je in de supermarkt net als een leeftijdsgenoot hetzelfde werk doet en hij krijgt 8 keer zoveel als jij  voor een uur werken?  Ik denk dat je je oneerlijk behandeld voelt. Dat als dat zo blijft je er met anderen over gaat praten. Als je een vaste baan hebt en het gebeurd, is de kans groot dat vakbonden daarvan werk gaan maken. Het is voor ons gevoel niet rechtvaardig.

Al met al een gelijkenis die ons voor vragen stelt. Vooral als je bedenkt dat het hier over God gaat. Over hoe de HERE mensen zoals jou en mij en ook andere mensen behandelt.

Waarom vertelt de Here Jezus dit verhaal eigenlijk? Dat is de eerste vraag waarop we antwoord moeten krijgen om te kunnen zien wat de Here Jezus hiermee wil duidelijk maken.

Dan moet je eens kijken naar het verhaal dat we er voor lezen. Daar gaat het om de ontmoeting van de Here Jezus met een jonge man die al echt rijk is. Een jonge man die ook volgens de wil van God wil leven. Hij wil door zijn leven een plaats bij de HERE in de hemel en op de nieuwe aarde verdienen. Hij wil goed genoeg leven om daarvoor te zorgen. Bij hem speelt er ook de angst dat hij niet goed genoeg voor God leeft en dat daarom bij zijn dood hij niet naar de hemel maar naar de hel zal gaan.

Is dat misschien ook iets dat je in je eigen leven herkent? Dat je bang bent dat je niet goed genoeg voor God geleefd hebt. Dat je bij jezelf herkent dat je rekent of je genoeg voor God gedaan hebt om door Hem aangenomen te worden?

De rijke jongeman heeft zijn rijkdom nog als afgod. De Here Jezus laat dat zien. Hij rekent en juist omdat hij rekent zegt de Here Jezus dan in 19:30: “Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.”

In het laatste vers van onze tekst, vers 16 komen deze woorden terug. De Here Jezus wil vanuit de ontmoeting met deze rijke jongeman duidelijk maken wat deze woorden betekenen. Dat ze ook belangrijk voor ons leven vandaag zijn. Dat kun je in het Grieks goed zien want daar lezen we in 20:1 het woordje want. De Here Jezus vertelt deze gelijkenis om het voorgaande te verduidelijken. Deze boodschap heeft ons veel te zeggen. Voor ons eigen leven. Ook voor hoe we naar elkaar kijken in de gemeente.  Is de een meer waard en betrouwbaarder dan anderen om het moment in zijn of haar leven dat hij of zij deel van de gemeente werd?  Aanvaarden we elkaar voluit als leden van Christus gemeente wat onze geschiedenis ook is geweest of niet? Leven we samen alleen van Gods genade en van Zijn Woord of leggen we andere maatstaven aan?  Laten we zien wat de HERE ons te zeggen heeft. Ik verkondig jullie de blijde boodschap van Gods genade onder het volgende thema:

 

DE GOEDHEID VAN DE HERE ROEPT OM VERWONDERING

 

1. Bij de werkers van het laatste uur

2. Bij de werkers van het eerste uur 

 

1.  Bij de werkers van het laatste uur

 

De Here Jezus spreekt over het Koninkrijk van God. Dat is hier waar je voor altijd veilig en gelukkig zult zijn bij de HERE! Dat is je eeuwige bestaan bij God. Dat Koninkrijk dat je in de hemel zult zien en dat  nog mooier zal zijn op de nieuwe aarde. Bij dat Koninkrijk hoort iedereen die Christus als Verlosser en Heer volgt in zijn of haar leven.

Dat Koninkrijk kun je op een bepaalt punt vergelijken met een landheer. Die landheer wijst op de Here God zelf. Hij is de grote Koning. Hij de Koning die in het Koninkrijk van de hemel door iedereen met blijdschap en ontzag gediend wordt.

Die Koning wil graag dat er ook echt mensen in Zijn Koninkrijk komen. Hij nodigt uit. Met Zijn hart.

Je kunt het vergelijken met wat er op een dag gebeurt als er op het land van een boer veel moet gebeuren. Er is veel werk dat gedaan moet worden. Naast het vaste personeel heeft de landheer mensen nodig die in deze drukke tijd tijdelijk bij hem kunnen werken. Je kunt het vergelijken met een boer die bloembollen of fruit heeft en voor een korte tijd veel mensen nodig heeft om alles klaar te krijgen. De eigenaar gaat naar de plaats waar in die tijd de mensen die werk zoeken bij elkaar komen. Wij kennen dat niet zo meer. Bij ons ga je naar een uitzendbureau of mensen melden zichzelf op een advertentie aan. In veel landen zie je nog plekken waar mensen bij elkaar komen die voor die dag werk zoeken en waar de mensen die voor die dag personeel zoeken langs gaan.

De baas gaat naar die plek en neemt de arbeiders die er staan. Hij kan ze goed gebruiken. Hij spreekt met hen een beloning voor die dag af. Een schelling of zoals het in die tijd genoemd werd een denarie. Een denarie was een gewoon en goed loon in die tijd. Daar kon je niet over klagen. Deze baas probeert niet voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten. Hij behandeld zijn personeel goed.

De baas ziet na een paar uur dat hij nog best meer personeel kan gebruiken. Er is echt werk genoeg. Hij gaat nog eens terug naar de plaats waar hij drie uur geleden zijn personeel opgepikt heeft. Kijken of er weer mensen gekomen zijn die kunnen werken. Als je er over nadenkt dat later op de dag er weer mensen staan om werk te zoeken, lijkt het niet te gaan om de meest ijverigen. Het zijn de mensen die eerst wat uitslapen. Je kunt dat ook wel horen in de woorden van de eigenaar als hij na 11 uur werken nog mensen op het marktplein ziet staan en dan zegt: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?”  Als ze er echt op tijd hadden gestaan zou deze eigenaar ze allang meegenomen hebben.

Tegen de mensen die hij de eerste keer opgehaald heeft, heeft hij gezegd dat ze aan het einde van de dag 1 denarie zouden krijgen. Daar zijn de arbeiders mee akkoord gegaan. Een goed loon.

Na een werkdag van 12 uur komt het moment van uitbetalen. Eerst worden de mensen die het kortst gewerkt hebben uitbetaald. Die rekenen allemaal op minder dan een denarie.   De eigenaar heeft gezegd dat ze zich geen zorgen over hun loon hoeven te maken. Hij zal ze eerlijk, rechtvaardig behandelen. Ze zullen straks echt geen reden tot klagen hebben. Dat is ook niet zo want tot hun verrassing krijgen zij allemaal een denarie. Veel meer dan waar ze op gehoopt hadden. Er is geen enkele rede tot  klagen.

Een mooi verhaal maar waar moeten we nu aan denken als het om ons leven gaat? Als het gaat om het ingaan in het Koninkrijk van de hemel?

Dan moeten we denken aan wanneer mensen tot een leven met Christus komen. Dat is bij velen niet vanaf het begin van hun leven. Ook als je in een gelovig gezin, in het verbond geboren bent,  is dat lang niet altijd zo. Je kunt gedoopt zijn en een hele tijd in je leven eigenlijk God kwijt zijn. In je leven is er de twijfel gekomen. Je bent misschien in een gezin geboren waar veel moeite was en er eigenlijk niet veel over Christus in liefde gesproken werd. Er was onverschilligheid die ook jouw leven al gauw beheerste. Waarom zou je naar de kerk, wat moet je met de Bijbel? Dat geloven is eigenlijk alleen maar een beperking, je mag zoveel niet.

Anderen groeien in de wereld op of komen volop in de wereld terecht. Geloven zegt ze niets. Christus is niet meer dan een naam. Leven voor hier en nu is eigenlijk alles. Dan zijn er ook mensen die echt een leven leiden dat vol is van alles wat God verbiedt. Een  los seksueel leven, een leven dat in de criminaliteit terecht komt. Soms zelfs zo dat iemand een moordenaar wordt.

Het bijzondere is dat naar ieder van deze mensen Gods uitnodiging om het Koninkrijk van de hemel binnen te gaan uitgaat. Dat zie je ook in de Bijbel. Denk maar eens aan de ene moordenaar aan het kruis. Hij had zelfs aan het kruis nog meegedaan aan het bespotte van de Here Jezus. Toch ziet hij Gods liefde in Christus en komt tot bezinning. Komt er toe om zijn zonden te zien, te belijden en bij Christus zijn leven te zoeken. Hij was echt iemand van dat elfde uur.

Je kunt ook denken aan Paulus. Wat was hij voor de kerk van de Here Jezus een vreselijke man. Een echte tegenstander van het Koninkrijk van de hemel. Hij bestreed met alle macht de kerk van de Here Jezus. Hij was schuldig aan het doden en gevangenzetten van mensen in de kerk van de Here Jezus. Een echte vervolger. Door Christus ingrijpen komt hij tot geloof.  Paulus schrijft zelf daarover: “En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.”1 Kor 15:8

Paulus die meer dan 30 jaar is als hij echt tot Christus komt, mag het Koninkrijk van de hemel in en wordt zelfs een vooraanstaande persoon in Christus kerk. Je ziet bij Paulus de verwondering dat hij in Gods liefde en genade mag delen. Luister maar naar wat hij in 1 Tim 1:12,13 schrijft: “Ik dank Christus Jezus, onze Heer, dat hij mij kracht gegeven heeft en het mij toevertrouwd Hem te dienen, hoewel ik Hem vroeger heb bespot, vervolgd en beschimpt.” 

Ik denk ook aan wat we lezen in 1 Kor 6: “Of weet u niet dat onrechtvaardigen het ​Koninkrijk van God​ niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, ​dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het ​Koninkrijk van God​ niet beërven. Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent ​geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere ​Jezus​ en door de Geest van onze God..” Vs 9-11

Wie in zijn of haar leven, al is het van een heel verkeerd zondig leven af, al is het heel laat in je leven tot Christus komt. Wie dan  met eigen grote schuld  bij Christus vergeving en vrede met God zoekt die krijgt Gods liefde! Die gaat binnen in het Koninkrijk van de hemel, het Koninkrijk van God.  Je kunt het met een berekening niet verklaren. Je bent uit jezelf niet goed genoeg om als gered mens bij de HERE te horen.  Wat een heerlijk verrassing, wat een geweldige genade dat je ook als je nu in grote zonde leeft de HERE je roept en als je tot Hem komt er ook voor jou dat heerlijke leven bij de HERE is voor altijd. Zo is onze God! Dat heeft Hij door de Here Jezus laten zien. Is Hij dan wel eerlijk? We zien dat in het tweede punt:

 

 

2. Bij de werkers van het eerste uur

 

De mensen die later op de dag zijn opgepikt om te werken zijn nu uitbetaald. Die gaan blij en tevreden naar huis. In deze gelijkenis kijken de eerste die aan het werk zijn gegaan met verlangen uit naar hun loon. Ze hebben gezien dat de anderen allemaal een denarie gekregen hebben. Ze rekenen nu eigenlijk op meer. Als die anderen al een denarie krijgen dan krijgen zij toch zeker meer. Zij hebben echt de hele dag gewerkt. Die 1 denarie voor de anderen betekent toch als vanzelf een loonsverhoging voor hen?

Ik denk dat we deze redenering heel goed kunnen aanvoelen. Je verdiend toch gewoon meer als je langer hebt moeten werken? In deze gelijkenis zie je dan ook dat de werkers van het eerste uur beginnen te mopperen als ze ook 1 denarie krijgen. Wel zoals afgesproken maar nu toch niet meer eerlijk nu die anderen ook zoveel gekregen hebben?!

De werkers van het eerste uur gaan nu samen naar de landheer met hun klacht. Dit kan toch echt niet zo! Echt oneerlijk.

Dan komt er het antwoord in vers 13,14. Een antwoord dat denk ik bij ons nogal hard overkomt. De landheer maakt duidelijk dat hij de baas is. Dat hij mag geven wat hij wil en dat ze rechtvaardig behandeld zijn omdat ze hebben gekregen wat afgesproken was. Hij mag mensen toch geven wat hij wil? Als hij zich maar aan de afspraken houdt. Dat heeft hij gedaan.

Dan volgt de kern van het antwoord aan het einde van vers 15: “Of bent u afgunstig omdat ik goed ben??”  Letterlijk staat er: “Is uw oog boos omdat ik goed ben.” Het gaat hier om afgunst.

Wat maakt de Here Jezus hier door deze gelijkenis duidelijk? Dat rekenen op de menselijke manier niet bij het Koninkrijk van hemel hoort. Wie echt leert zien wat genade is, leert af om te rekenen.

Waarom leer je dat af?  Omdat genade altijd een onverdiend wonder  van Gods liefde is! Je hebt het nooit maar dan ook nooit verdiend. Hoe je ook je best doet om voor de HERE te leven je hebt nooit Zijn liefde verdiend. Dat je het krijgt, dat de HERE je vergeeft om Christus lijden in jouw plaats is zo’n wonder en blijft altijd een fantastisch wonder. Wie gaat rekenen, wie zo denkt dat jij meer recht op Gods liefde hebt als anderen beseft niet wat genade is, wat het is om elke dag onverdiend Gods liefde te mogen kennen en daarin te mogen leven. Onverdiend Altijd en toch wil de HERE het je elke dag geven!

Ja, maar ik heb vanaf het begin van mijn leven voor Christus geleefd en heb altijd weer geprobeerd volgens Gods goede wet en regels te leven. Is dat dan niets waard? Dat is juist heel veel waard mijn broeder en zuster. Het is echt een fantastisch voorrecht als jij in een gelovig gezin bent opgegroeid. Het is heerlijk als je bij de doop Gods belofte gekregen hebt en geleerd hebt om eigenlijk van jongs af aan voor de HERE te leven. Dat is zo iets moois! Niet omdat jij daarmee Gods liefde hebt verdiend, niet omdat je kunt zeggen tegen de Here God zeggen: nu moet u mij wel vergeven. Nee, want met alles wat je gedaan hebt, heb je Gods liefde nog steeds niet verdiend. Als de HERE zonder Christus naar jou leven kijkt geldt nog altijd dat jij en ik Zijn oordeel en niet Zijn liefde hebben verdiend. Zo staat het er voor als je gaat rekenen.

Toch is het zo geweldig als je al zo lang, als je vanaf je kinderjaren met de HERE leeft. 

Rom 6 :21 – oudste zoon gelijkenis verloren zoon.

Waarom? Omdat jij geen verloren jaren hebt waarvan je achteraf denkt wat heb ik in mijn leven veel gemist, veel verprutst, veel echt zondig en zonder Christus geleefd. De HERE kennen, Christus kennen als je Geliefde maakt het leven onverdiend rijk en goed. Tot in de moeilijkste tijden. Het is echt een voorrecht om zo vroeg mogelijk in je leven met de HERE te leven en dat samen met Gods volk te doen in Zijn kerk. Dan ga je niet mopperen over mensen die laat in hun leven tot geloof komen en dan ook vergeving krijgen en een heerlijke plaats in de hemel en op de nieuwe aarde krijgen. Dan zeg je niet: Dan had ik ook wel op mijn 60e echt kunnen gaan geloven want dan had ik tot mijn zestigste me kunnen uitleven. Nee, want dat uitleven zie je door de liefde van God dan juist als verloren tijd, als schuld waar je vergeving voor nodig hebt.

Wie gaat rekenen en als het ware eigen goede werken als gelovige in de weegschaal gaat leggen is zo’n eerste die als laatste het Koninkrijk ingaat. Dan moet je nog leren wat echte genade, echte liefde van God is. Wie dat heeft ontdekt, al is het op je sterfbed, gaat daardoor het Koninkrijk van de hemel meteen in. Je leeft door het wonder van Gods liefde van Zijn genade.

Laat voor ons allemaal die onverdiende liefde van God als een wonder om te bewonderen in ons leven schitteren. Geen gemopper en geen gereken maar  het aanbidden van de HERE die ons deze onverdiende genade om Christus offer wil geven. Als je dat ziet. Als je bidt dat de Geest  je hart daarvoor openmaakt dan is het zo goed, zo warm bij de HERE. Dan beschuldig je Hem nooit van onrecht. Hij houdt echt altijd Zijn belofte. Hij wil je uit genade dat rijke, dat verloste leven in Zijn Koninkrijk geven!

 

AMEN