Preek over Zondag 49: ONZE VADER LEER ONS OM UW WIL TE DOEN

11-10-2016 07:22

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 95:1,3

Geloofsbelijdenis

Psalm 143:8,9,10

Schriftlezing: Hosea 4: 1-10

                        Romeinen 8:1-17

Gebed

Psalm  40:2,3,4

Tekst:  Zondag 49

Verkondiging van het evangelie

Psalm  86:2,4

Dankgebed

Collecte

Gezang 38:1,4,5

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Wat wil jij eigenlijk met jouw leven? Dat is zeker in onze tijd een heel belangrijke vraag. Wat jij zelf wilt en wat jij in je leven wilt bereiken is in onze tijd heel erg belangrijk. We worden in onze samenleving opgevoed met het idee dat je vooral moet werken aan wat jij wilt. Je moet assertief zijn, je moet voor jezelf opkomen want jij bent belangrijk. Jij bent het waard. Jij en jouw wil staan wel boven aan de lijst van het leven. Je moet je niet laten wegdrukken. Je moet vooral niet doen wat een ander graag wil als dat bij jou niet goed voelt. Of als dat jouw ontwikkeling in de weg staat.

Je krijgt ook vaak te horen dat wat je echt wilt dat je dat dan ook kunt bereiken. Het is waar dat wat je wilt heel belangrijk is. Het bepaalt namelijk ook je verlangens. Die verlangens bepalen weer de manier waarop je gaat leven. Denk maar eens aan topsporters. Je hoort vaak dat ze bijvoorbeeld  voor Olympisch goud gaan. Ze leven er 4 jaar voor. Omdat ze dat willen, hebben ze bepaalde verlangens die de inrichting van hun leven bepalen.

Het is opvallend dat de Here Jezus ons niet laat bidden: “laat mijn wil gebeuren”.  De Here Jezus leert ons niet bidden als iemand die van God verwacht dat jouw wil, jouw plannen en jouw verwachting werkelijkheid wordt.  De Here is niet het slaafje van onze wil en onze verwachtingen. Christus leert ons bidden:  “Laat Uw wil gebeuren”. Daar moet je nog eens bedenken dat het daarbij niet alleen om mijn wil gaat maar om onze wil! Wij beginnen het volmaakte gebed met: Onze Vader!  Niet mijn wil, niet onze wil maar Gods wil. Is dat niet bedreigend, maakt dat van ons geen robots? Je eigen wil aan de kant zetten en laten vervangen door Gods wil. Dan ben je toch niet meer jezelf? Dan krijg je toch als een computer die volgens een programma dat er in gebracht wordt gaat werken? Uw wil geschiede. Wat betekent het als ik dat bid?  Hoe sta je dan in de wereld en wat voor mens ben je dan? We zien dat als ik jullie het evangelie van Jezus Christus verkondig onder het volgende thema:

 

ONZE VADER LEER ONS OM UW WIL TE DOEN

 

1.  Leer ons om onze eigen wil te verloochenen 

2.  Leer ons om volgens Uw wil te leven

 

1.  Leer ons om onze eigen wil te verloochenen

 

De Here Jezus geeft ons gebedsonderwijs. Hij heeft ons geleerd om de HERE aan te spreken als Onze Vader. Zo vertrouwelijk, zo intiem. Ook met de meeste eerbied want het is die heel bijzondere Vader die al onze eerbied en ontzag verdiend. De here jezus heeft ons geleerd dat juist dat leven voor en in dienst van de HERE boven alles uitstijgt. Volgende week zullen we vanuit Zondag 50 ook zien dat het leven met de HERE ook ons hele heel gewone leven heeft te beheersen. De HERE is namelijk de Koning van alles.

Daarom leert Christus ons ook te bidden: “Uw koninkrijk kome.”  We bidden om Gods koninkrijk. Juist op de manier dat juist het Koningschap van God al meer op de wereld gezien wordt. Dat al meer mensen ook echt vol liefde in gehoorzaamheid aan God als de Koning willen leven. Als je dat ziet dan begrijp je ook dat daarop meteen volgt:  “Uw wil geschiedde”.  Het gaat er om dat de wil van de Koning over alles ook echt uitgevoerd wordt. Dat we die wil in ons leven ook echt aanvaarden en al meer met ons hart uitleven en beleven. Omdat God in werkelijkheid de Koning is, de enig levende God is daarom is het gebed om het doen van Gods wil ook gericht op alle mensen. De catechismus verwoordt dat zo; “Geef dat wij en alle mensen onze eigen wil verloochenen en uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn.”

Alles is echt van de HERE. Hij is de eigenaar die er het recht op heeft dat alles en iedereen dan ook volgens zijn wil leeft. Dat Hij de Eigenaar is lezen we in Psalm 24 zo: “ Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen,  hij heeft haar op de zeeën gegrondvest, op de stromen heeft hij haar verankerd.” vs 1,2

Nu komen we ook bij het probleem uit dat er in ons leven ligt.  Als wij mensen waren die helemaal op God ingesteld waren, als wij mensen waren die niets anders deden dan eerbiedig naar God luisteren dan was dit gebed niet nodig. Als wij zelf echt helemaal goed waren en een goed inzicht hadden dan was dit gebed niet nodig. Vooral niet omdat de wil van God goed is! Dat is een heel belangrijk punt. Het is niet zo dat God wel heel machtig is maar dat we toch meerdere keren voor Hem op moeten passen omdat Hij soms dingen wil die niet goed voor ons zijn. Dat is zo met goeden die mensen bedenken. Dat was zo met de goden waar we in de Bijbel van lezen als afgoden. Het bijzondere is dat de HERE in en in goed is. De Here Jezus zegt dat heel duidelijk tegen de rijke jongeling. We lezen dan in Markus 10 het volgende:

7 En toen Hij op weg ging, liep iemand op Hem toe, viel op de knieën en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?  En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen.” vs 17,18

Er wordt aan ons dus niet gevraagd om de wil te volgen van iemand die ons onder druk ook dingen laat doen die op een of andere manier slecht voor anderen, voor de wereld of voor onszelf zouden zijn. Wat God wil is helemaal zonder enig smetje goed! 

De Here Jezus leert ons dus iets bidden dat alleen maar goed voor onszelf en anderen kan zijn! De moeilijkheid zit hierin dat wij niet van die goeierds zijn! Wij willen echt niet altijd wat goed is. Dat zie je al heel snel in het leven van mensen. Dat zie je al bij kleine kinderen. Die zijn namelijk lang niet altijd zo lief en schattig. De wil van een klein kind is meerdere keren al heel anders dat die van vader en moeder. Ook als vader en moeder echt het goede met hun kind voorhebben en heel goed weten waarom ze iets geven of juist iets verbieden. Dan kan het zomaar gebeuren dat een kind kwaad op de grond gaat liggen en begint te schreeuwen en te stampen. Als het groot genoeg is hoor je het kind dan meerdere keren zeggen: dat wil ik niet!!!!  Je merkt ook meerdere keren als je het kind dwingt dat het het uiteindelijk wel doet maar eigenlijk wil hij of zij nog steeds niet. Het is met tegenzin. De wil van het kind moet gebroken worden zonder dat het van harte gaat. Zo zitten we als mensen na de zondeval in elkaar. Wij willen zo vaak het verkeerde, wij gaan met ons leven uit onszelf de verkeerde kant op. Wij willen eigen baas zijn. 

Misschien vraag je je af of dat nu echt wel zo is. Is dat niet allemaal te zwart wit? Is dat niet te pessimistisch gedacht over ons als mensen. Staat onze wil echt wel tegenover wat God wil? Dat zijn vragen die spelen. Zegt de heilige Geest echt dat het er zo met ons voorstaat? Ik neem jullie mee naar een hoofdstuk dat bij mensen vaak heel geliefd is omdat er zo duidelijk over de verlossing door Christus gesproken wordt. Omdat juist daarin zo duidelijk gezegd wordt dat wie in Christus geloofd en zo met hem leeft van Gods oordeel gered is. Ik bedoel Romeinen 8 waarvan we in deze dienst ook de eerste 17 verzen gelezen hebben. Kijk nog eens met mij mee naar enkele verzen daar.

“Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest.  …….  Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen”. Vs 5,7,8

Uit onszelf willen wij de wil van God niet doen hoe goed die ook voor ons is. Uit onszelf willen wij ons niet aan Gods wil onderwerpen. Hier ligt ook een belangrijk deel van het antwoord als mensen zeggen; je kunt wel in Christus geloven maar kijk eens wat een puinhoop op de wereld. Die puinhoop is er juist omdat wij niet naar de HERE luisteren. Omdat wij ons niet volgens Zijn wil gedragen.

Wat is er nodig om onze eigen wil die tegenover de wil van God staat te gaan verloochenen? Hoe kunnen we zo wijs worden om  dat te doen? Ik noem vanmiddag 2 heel belangrijk dingen.

a.       Het kennen van de wil van God

b.       Het gebed om jou wil te veranderen.

Je eigen wil is iets die je hebt. Die je vanaf het begin van je leven hebt meegenomen. Dat is de wil die op jezelf en een leven volgens je eigen zondige hart gericht is. Je hebt nodig om dus buiten jezelf te kijken! Je hebt nodig dat iemand je vertelt wat echt goed is, wat God wil want je hebt er vanuit jezelf geen aanvoeling voor.

Dat betekent dat je nodig hebt om de stem van God te horen! Om door de Heilige Geest geleerd te worden. Je hebt kennis van Gods wil nodig. Dat betekent je hebt kennis van Gods Woord nodig waarin de HERE ons vertelt wat Zijn wil is. Waarin Hij ons leert wat goed en wat verkeerd is. Wanneer gaat het mis met het volk Israël in de Bijbel? Als de kennis van wat de HERE wil onder het volk al minder wordt. Je leest dat o.a. in Hosea 4. Kijk maar met mij mee;

“ Hoort het woord des Heren, gij Israëlieten, want de Here heeft een rechtsgeding met de bewoners van het land, omdat er geen trouw, geen liefde en geen kennis Gods is in het land. Vloeken, liegen, moorden, stelen en echtbreken! Men pleegt geweld, bloedbad volgt op bloedbad.  Daarom treurt het land, en al wat erin woont verkwijnt, zowel het gedierte des velds als het gevogelte des hemels; ja, zelfs de vissen der zee komen om.

 Laat maar niemand een aanklacht inbrengen en laat maar niemand een terechtwijzing uiten, aangezien mijn aanklacht u geldt, o priester!  Gij zult struikelen bij dag, en met u zal ook de profeet struikelen bij nacht, en verdelgen zal Ik uw moeder. Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priestermeer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten.” Vs 1-6

Je ziet hier voor ogen wat er gebeurt als we volgens onze eigen wil gaan leven. Je ziet hier wat er gaat gebeuren als we zeggen dat we Gods wet niet meer zo nodig hebben. Je ziet hier voor je ogen wat er gebeurt als we zeggen dat het genoeg is om te weten dat God van ons houdt en we ons verder niet hoeven in te laten met het groeien in kennis van de HERE en Zijn Woord. Bij het afnemen van de kennis van Gods Woord en wil neemt onze eigen zondige wil weer al meer ons leven over. Gaat ons leven al meer bepalen. We zien het voor ons in het leven van ons eigen volk in Nederland.

Nu hoor ik iemand al denken: maar ds dat is toch wel heel makkelijk gedacht. Als je dingen maar weet dan komt het goed. Zo is het toch niet.  Als je dat denkt dan heb je groot gelijk! Toch moet er wel iets bij gezegd worden. Wie niet verlangt en zich inzet om Gods wil al meer te kennen die is bezig om bij Christus weg te gaan. Die zet zich al meer open voor de invloed van eigen zondige hart, voor de zondige wereld en voor de duivel. Zo eenvoudig is het wel. Daar doet een beroep op liefde, liefde en nog eens liefde niets aan af. Echte liefde wil juist al meer de wil kennen van God die met Zijn genade en liefde tot ons komt en die wil al meer de HERE kennen en volgens Zijn wil leven.

Wat is daarvoor nodig? Dat de Heilige Geest die liefde in ons hart werkt. Dat de Geest in ons zo werkt dat wij niet meer volgens onze zondige wil willen leven maar dat onze wil al meer een wil wordt die ook graag wil wat de HERE wil. Het gebed om Gods werk in ons is en blijft nodig. Over dat werk van de HERE ook aan onze wil lezen we in de Dordtse leerregels het volgende:

“Wanneer God dit welbehagen in de uitverkorenen uitvoert en in hen de ware bekering tot stand brengt, laat Hij hun niet alleen het evangelie door middel van de prediking horen en hun verstand door de Heilige Geest zo sterk verlichten, dat zij goed begrijpen en onderscheiden wat Gods Geest hun wil leren. Maar Hij dringt ook door tot in het diepst van de mens met de krachtige werking van diezelfde Geest, die wedergeboorte werkt; Hij opent het gesloten hart, Hij maakt het harde zacht, Hij besnijdt het onbesnedene, Hij vernieuwt de wil: van dood maak Hij hem levend, van slecht goed, van onwillig gewillig, van weerbarstig gehoorzaam. Hij brengt de wil zover en geeft deze zoveel kracht, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.”  III/IV,11

Je ziet hier het imponerende werk van God in mensen. Zo wil de HERE in ons werken door Zijn Geest. Om ons ook met onze wil al meer Hem te leren dienen. Om zo ook al meer met onze wil te leren leven in echte liefde voor onze naaste. Dan leren we dus op het gebed ook echt leven volgens Gods wet. Daarover nu nog een enkel ding in het tweede punt.

 

2.  Leer ons leven volgens Uw wil

 

Je eigen wil verloochenen. Je hart richten op Christus om Hem volgens de wil van de hemelse Vader te volgen. Daar vragen we om als we de derde bede bidden. Dan vragen we de HERE om zoveel liefde voor Hem dat we echt met ons hart, echt als kinderen die van God houden volgens Zijn wil gaan leven.

We hebben daarover ook gelezen in Romeinen 8: “ Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.  Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.  Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.” Vs 14-16

Wie in liefde als kind aan God verbonden is, wil Gods wil doen uit liefde. Niet omdat het nu eenmaal moet, niet omdat boven je hoofd Gods oordeel als het zwaard van Damocles hangt.  Als ik dit zeg, kan dat toch best vragen in je leven oproepen. Als je aan je eigen leven denkt dan zijn er van die dingen waar je weet wat God wil. Toch voel je daartegen in je eigen leven weerstand. Je voelt bij jezelf dat je het eigenlijk anders wilt doen. Je doet dat meerdere keren ook. Als je er niet aan toegeeft, voelt het alsof je dat gedwongen doet. Als je dan ook nog in zondag 49 leest dat het er om gaat dat je Gods wil  zonder enig tegenspreken doet dan zie je bij jezelf dat dat niet altijd zo bij je is.

Als je dat nu bij jezelf opmerkt, ben je dan geen kind van God?  ben je dan geen gelovige, ben je dan niet wedergeboren?  Broeders en zusters, jongelui als je zegt dat je geen strijd kent op dit punt dan zou je volmaakt zijn. Dan bedrieg je jezelf. Dan wordt het hoogtijd om eens met je leven echt in het licht van Gods liefde te gaan staan!  Om te ontdekken welke zonden jij te belijden hebt en dat ook jij elke dag het gebed nodig hebt om volgens Gods wil te leven. Al meer zonder angst uit liefde. Paulus heeft juist in het hoofdstuk hier voor heel duidelijk gemaakt dat er juist in het leven van een kind van God de strijd is. De strijd tussen die zondige wil en de wil om juist te doen wat God wil. Ik geef nog een klein stukje uit Romeinen 7 weer: “Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik.  Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ík het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.  Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig;  want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods,  maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. “ vs 19-23

Juist in een leven waar je elke dag vergeving nodig hebt. Dat laat Christus ons in de vijfde bede zien! Juist in zo’n leven hebben we elke dag ook het gebed nodig om volgens Gods wil te leven en dat elke dag weer met liefde te doen. Om al meer af te leren om het niet te doen, om al meer af te leren om het toch maar te doen maar omdat het nu eenmaal moet. Het is een gebed om al meer te zien hoe goed de HERE is, hoe goed Zijn wil is. Om al meer te verlangen om met je hart en wil dat ook als goed te voelen en daardoor al meer met blijdschap Gods wil te doen.  In die strijd die je juist als kind van God op aarde strijd is daar de Vader die op het gebed voor je wil zorgen, is er de Zoon die voor die keren dat het mis ging gestorven is om daarvoor vergeving te krijgen, is er de Geest die je met je hart leert Abba, Vader zeggen. Omdat je door Zijn werk in je volgens Vaders wil wilt leven omdat je Hem in het hart hebt mogen kijken door Christus je Verlosser en je God.

 

AMEN