Zondag 50 Onze Vader leer ons U erkennen als de bron van alles wat we nodig hebben

10-11-2015 08:23

 

Hieronder vind je een preek die ik gehouden heb toen ik predikant was van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Dronten-Noord.  Aan de linkerkant vind je de oorspronkelijke liturgie. De gezangen komen uit het Gereformeerd kerkboek en uit het Liedboek (oud). De gebruikte Bijbelvertaling is de NBV. Aan de rechterkant vind je de liturgie genomen uit het Gereformeerd kerkboek met de 41 gezangen zoals die nu in de GKN gebruikt wordt. Wanneer deze preek gelezen wordt graag even een mailtje naar mij zodat ik weet waar deze preek gelezen is. 

dsjrvisser@gmail.com      

 

Votum                                                        Votum

Vrede/Zegengroet                                      Vrede/Zegengroet

Psalm 49:1,5                                              Psalm 49:1,5

Lezing van de wet                                      Geloofsbelijdenis 

Psalm 37:2,7,9                                           Psalm 37:2,7,9

Schriftlezing: 1 Kronieken 29:1-20            Kronieken 29:1-20

Gebed                                                       Gebed

Collecte                                                    Collecte

Psalm 112:1,2,3                                        Psalms 112:1,2,3

Tekst: Zondag 50                                      Zondag 50

Verkondiging van het evangelie                 Verkondiging van het evangelie

Lied 473;1,4,10                                         Gez 5:1,5

Dankgebed                                                Dankgebed

Gez 149                                                     Psalm 36:2,3 

Zegen                                                        Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Ik  wil je een vraag stellen: ben jij blij met de HERE?

Is jou spontane antwoord een overtuigd ja? Een ja dat komt uit een dankbaar hart? Of moet je daar nog eens over nadenken. Valt het je misschien moeilijk om op die vraag zomaar antwoord te geven?  Heb je bij de HERE nog allerlei vragen voordat je op deze vraag antwoord kunt geven?

De vraag of je blij met de HERE bent. De vraag of je blij met Jezus Christus bent heeft alles te maken met je gebed om je dagelijkse eten. Wanneer leer je om blij te zijn met de HERE? Als je echt ziet dat Hij het is die echt de Schepper is. Die alles gemaakt heeft. Hij maakte een wereld waarin er een overvloed aan eten was. Als Adam en Eva door het paradijs lopen hangt er aan de bomen fruit. Ze hebben voor het uitkiezen. De HERE maakte de tuin van Eden als een overvloeidge tuin voor mens en dier.

Na  de zondeval wordt het moeilijker om aan voedsel te komen. Mens en dier moeten zich veel meer inspannen om elke dag genoeg te eten te komen. Daarvan ligt de schuld niet bij God!  Dat is een van de gevolgen van het eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Dat is een van de gevolgen dat wij zoals God wilden zijn. Een deel van de straf is dat het veel moeilijker zal worden om genoeg eten te krijgen. Daarin zie je hoe de HERE laat zien dat we ook voor ons eten van Hem afhankelijk zijn.

Dan  zie je ook dat het alleen Gods goedheid is dat er nog eten op aarde is nadat wij gezegd hebben: wij hoeven U niet. Als jij van iemand iets nodig hebt die als enige iets kan maken en jij zegt: jou heb ik niet meer nodig dan is het logisch dat je niets meer krijgt. Dat is dan je eigen schuld. Jij hebt die ander afgedankt. Dan zie je de goedheid van de HERE Hij blijft toch nog eten geven. Hij laat toch nog voedsel op aarde groeien. Dan zie je ook dat je juist bij Hem moet zijn met je vraag om je dagelijkse eten. Voor de boterhammen, de cornflakes, de appels en de kiwi’s, het warme eten en je drinken dat je elke dag nodig hebt. Het is echt een gunst dat God het ons nog geeft. Als je je boterham opeet, als je van je warme eten eet, is het de HERE die het je geeft als een cadeau. Als je dat ziet, leer je om blij te zijn met de HERE. Dan leer je vanuit het gebed om je dagelijkse voedsel ook om graag te geven in dienst van God. We zien dat als ik jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema verkondig:

 

ONZE VADER LEER ONS U ERKENNEN ALS DE BRON VAN ALLES WAT WE NODIG HEBBEN.

 

1.            Want  de HERE is de eigenaar

2.            Want de HERE verdiend alle eer

 

1.            Want de HERE is de eigenaar

 

Wij leven op de aarde. Wij hebben de aarde niet gemaakt. De aarde en alles wat we in het heelal zien is door God gemaakt. Als ik bij een heldere hemel naar boven kijk en al die sterren en planeten zie, zie ik nog maar een klein stukje van wat de enige God gemaakt heeft. Hij zei dat het er moest komen en het was er. Ongelooflijk dat God dat kan en dat gedaan heeft. Alleen daar aan zie je al hoe groot de HERE is.

Hij heeft de aarde gemaakt en zo klaargemaakt dat daarop wij als mensen kunnen wonen. Als de hoogste schepselen die Hij gemaakt heeft. Daarom zijn wij volgens het beeld van God gemaakt. Om juist aan de schepping op aarde te laten zien: hoe de HERE is.

Alles op de aarde is van God. We lezen dat in Psalm  24 zo: “Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen.” Vs 1 Wij mogen op de aarde wonen. Wij mogen de mogelijkheden die er op de aarde zijn gebruiken. God is de eigenaar en wij mogen het gebruiken. Wij zijn daarvoor verantwoordig schuldig aan de eigenaar: God.  Wij hebben zogezegd de aarde in bruikleen.

Zoals wij nu in ons land op deze aarde leven en zoals het ging in de tijd van David waarvan we hebben gelezen laat zien dat de HERE veel geeft. Je werkt op het land, je werkt en deze samenleving en je krijgt bij misschien wel zorgen toch meer als genoeg om te eten. Hoe je je ook inspant toch is dat zegen die God geeft! Je kunt je nog zo inspannen en nog zo deskundig zijn maar als de HERE het niet zegent komt er niets van terecht. Als je het graan op het land ziet groeien, als je iets in de winkel koopt om te eten is het er gekomen onder Gods zegen! Dat we echt zo afhankelijk van God zijn lezen we o.a. in Psalm  127: “Vergeefs is het als je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood- hij geeft het Zijn lieveling in de slaap.” Vs 2

Dit betekent niet dat je niet moet werken. Dat je maar lui kan zijn. Nee, want de HERE houdt niet van luie mensen. Zomaar 2 Spreuken: “Wie lui is in zijn werk, werkt aan zijn eigen ondergang.  18:9

Als je lui bent, verslaap je je tijd, als je laks bent, zul je honger lijden.  19:15

Het betekent wel dat ook als je werkt je niet zonder de zegen van God kunt. Jij en ik hebben ons eten niet aan onszelf en onze eigen inspanning te danken. Het is de eigenaar van de hele schepping die je dat dan geeft. De eigenaar die zo goed is om het zomaar aan je te geven. Zelfs aan mensen die God niet als Eigenaar uit zichzelf willen erkennen. Als je dat ziet, zie je ook hoe nodig en goed het is dat de HERE geeerd en gediend wordt. Dan kun je alleen maar blij zijn dat je in deze wereld de HERE mag kennen die voor je wil zorgen. Die zelfs als er geen eten en drinken is zo voor je wil zorgen dat je gered van de straf bij Hem in overvloed mag leven. Om het werk van de Here Jezus.

Het is daarom ook zo nodig dat wij als mensen, als volk van God bij elkaar komen om naar Zijn stem te luisteren. Om Hem te kennen, om samen in onze gebeden onze afhankelijkheid ook voor elke druppel water en stukje brood van Hem stem te geven. Om te luisteren naar de stem van de enige God van wie we in zondag 50 belijden: “dat U de enige oorsprong van al het goede bent en dat onze zorg en inspanning en ook Uw gaven ons niet baten zonder Uw zegen.”

Dan  ga je ook begrijpen dat de HERE in Israel van Zijn volk de tienden vroeg. 10% van je inkomen voor de tempel en voor wie daar dienst deden. 10% voor de kerk om juist de dienst waarin Gods volk die ene grote God de eer geeft in stand te houden. Die 10%  was zeg maar rechtstreeks voor de kerk. Daarbovenop kwam dan je zorg en je geld voor de armen. Je kon nooit zeggen ik geef al 10% voor de kerk en dus hoef ik niet voor de armen te geven. Ook andersom kon en kun je niet redeneren. Dat je zegt: ik geef voor goede doelen dus mijn tienden voor de kerk geef ik niet of veel minder.

Bidden tot de HERE om je dagelijkse brood met je hart betekent ook dat je graag geeft voor Christus kerk. Dat je daarin royaal bent! Dat als het naar je financieen gaat kijken het geven voor Christus kerk, voor de verkondiging van het evangelie, voor het samen van de HERE leren en hem loven en prijzen dat het eerste komt! Niet bij het uitrekenen van je maandinkomen kijken wat er nog over is voor de kerk. Nee, de HERE, Christus als je Verlosser de eerste in je leven. Ook heel concreet als het om mijn geld gaat. Ook als dat betekent dat ik niet op vakantie kan gaan waar ik graag heen wil, ook als dat betekent dat ik niet die mooie jurk of die auto kan kopen die ik graag zou willen. Als ik met iets dat minder is genoegen zou moeten nemen. Zo concreet zijn ook de woorden van de Here Jezus in Matt  6:33: “Zoek liever eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.”

Dan hoor je ook wel eens iemand zeggen: als ik of anderen 10% van ons inkomen aan de kerk geven maken we de gemeente lui in het geven. Dan vergeten we een ding uit het oog dat je geeft voor de HERE! Dat de HERE in Zijn wijsheid in de tijd van het Oude Testament ook de tienden vroeg van mensen die meer dan gemiddeld verdienden. Je ziet het ook  in wat we gelezen hebben over David die vrijwillige bijdragen vraagt van het volk voor de bouw van de tempel. Dat zijn vrijwillige gaven. Dat is dus een bijdrage die David van het volk vraagt bovenop de tienden die de HERE als de Eigenaar van alles voor de dienst in Zijn kerk hoort te krijgen. Dan is het niet zo dat David denkt laat ik maar niet teveel geven want anders denkt het volk misschien wel dat er al genoeg is. Nee, vanuit het heerlijke dat hij God mag kennen als zijn God en Redder geeft hij graag en royaal. Dat  royaal is echt heel royaal. Want als we alleen de waarde van het goud dat David dan voor de tempel geeft omrekenen naar de waarde van vandaag dan is dat ongeveer: 4 miljard euro! Dan hebben we het alleen nog maar over het goud dat David voor de tempel gaf.  We lezen dat David en van het volk als ze veel geven voor Christus kerk: “het volk bracht zijn gaven met vreugde, want mens was van ganser harte bereid een bijdrage te schenken voor de HEER. Ook koning David was zeer verheugd.” Vs 9. Hoe kun je nu met vreugde voor de HERE, voor Zijn kerk geven als het je toch echt wat kost. Je daardoor echt minder voor jezelf kunt doen? Dat kan als je ziet wie de HERE is. Als je Zijn grootheid ziet. We letten daarop in de tweede plaats.

 

2.            Want de HERE verdiend alle eer      

 

Je kunt alleen maar blij met de HERE zijn als je weet wie Hij is. Je kunt alleen maar tot Hem bidden om je eten en je leven als je weet wie Hij is. Hoe groot Hij is. Dat Hij echt die grote God is die jou kan geven wat jij nodig hebt. Die jou door alle tegenstand heen als Zijn kind in het leven kan en wil bewaren. Wie de HERE is zegt David in 1  Kon 29:11-14 op een prachtige manier. Laten we daar samen eens naar kijken: “U, HEER, bent groots en machtig, vol luister, roem en majesteit.”  Als je naar de HERE kijkt dan zie je die ene God die zo geweldig is. Die overal boven uitsteekt. De grootheid straalt van hem af. Zo groot dat je altijd ogen en verstand tekort komt!

“Alles in de hemel en op aarde behoort u toe, HEER, u bezit het koningschap en de heerschappij.” Hij is zo geweldig dat echt alles wat er is van Hem is!  Niet alleen maar in theorie. Niet als een koning of een God zonder land. Nee het staat allemaal echt onder Zijn koningmacht. Daarom heb je als kind van God zelfs uitzicht als je op je gebed om eten of gezondheid dit op aarde niet krijgt. God is koning en geeft je het dan door het sterven heen. Hij geeft je dan Christus als het levende brood dat niemand je af kan nemen.

 “Roem en rijkdom zijn van u afkomstig, u heerst over alles. In uw hand liggen macht en kracht besloten, u beslist wie groot en machtig is.  Daarom danken wij u, onze God, en prijzen wij uw luisterrijke naam.”  Als je op deze aarde welvaart hebt. Als je op deze wereld leeft en je kunt meer kleren kopen dan je nodig hebt. Je kunt af en toe naar de Mcdonalds of in een restaurant wat gaan eten of drinken met vrienden. Dan ben je rijk! Dan heb je die bevooorrechte positie van God in deze wereld gekregen. David erkent die bevoorrechte positie van hem en het volk Israel in die tijd. Hij zegt dan iets heel opmerkelijks:

  “Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn gebleken zo veel kostbaarheden af te staan? Alles is van u afkomstig, en wat wij u schenken komt uit uw hand.”

Hij dankt God dat hij en het volk zo royaal voor de HERE kon en wilde geven! Het gaat hier om de genade om te kunnen geven! Als je in geloof, in liefde tot God als je Vader bid om je dagelijks eten en je krijgt meer. Dan is dit ook een gebed waarin je vraagt: Vader leer me als Uw kind om graag weg te geven! Om in de eerste plaats graag en royaal voor Uw kerk te geven en daarna ook voor mijn naaste in problemen. Leer me om niet zuinig te zijn en alles of bijna alles voor mezelf te willen houden. Leer me als ik zelf ga verdienen graag en met dankbaarheid elke maand daarvan te geven aan Christus kerk. Leer me om die vaste maandelijkse bijdrage met een blij hart te geven. Dat daarin zo duidelijk uitkomt dat ik dat vrijwillig doe! Uit die liefde en dankbaarheid voor wat U, wat Uw Zoon Jezus Christus uit liefde alleen voor mij heeft willen doen. Meer waard dan al het geld dat er op deze wereld te vinden is.

Wie zijn wij HERE dat we het zo goed op aarde hebben, in het Nederland van 2011. Wie zijn wij dat we door Uw daden van geweldige liefde, door het geven van uw Zoon door de Geest bewogen willen geven. Royaal en trouw! Wat is het heerlijk als we aan de opbrengst van de collecten en de vermelding van de stand van de ingekomen VVB die liefde tot U in de gemeente zien. Hieraan zie je ook dat het geven van je geld en je hart aan Christus kerk een voluit een geestelijke zaak is. Iets dat ook als voluit geestelijk bijvoorbeeld op het huisbezoek of in een ander gesprek met de ouderling besproken kan worden. Juist om bij elkaar die vreugde in God, in Christus te zien en daarvoor te danken.

Dat leer je, die genade van het graag geven ontvang je als je je eerst aan de HERE hebt toevertrouwd. Als je met je verloren leven het als een wonder ziet dat Christus voor jou verdiend heeft dat je uit de eeuwige armoede gezet bent in de eeuwige liefde en rijkdom van God. Al zou je op aarde straatarm zijn. Wie het wonder van Gods genade in eigen leven kent wil zo graag geven voor Christus kerk en voor de naaste. Wil zo graag elke week weer dat rijke evangelie van Christus horen. Wil in de diensten zo graag samen met anderen de HERE eren, prijzen, grootmaken. De HERE is zo geweldig en Hij wil onze Vader zijn. Daarom wil ik hem niet dat geven wat nog overgebleven is nadat ik van alles voor mezelf gekocht heb. Nee, Hij is de eerste in mijn leven en daarom geef iik graag royaal elke maand. Hij komt eerst en dan ga ik kijken hoe ik de rest zal besteden. Als er dan nog meer nodig is, mopper ik niet maar ben ik blij dat ik nog meer mag geven in dienst van Christus Koninkrijk. Gods kind leeft ook om te geven. Gods kind dat bidt om zijn of haar dagelijkse eten is blij als je meer dan dat krijgt om met je geven juist je God en Redder te eren!

Wat is het dan goed als in ons hart, vanuit het gebed om ons dagelijks eten,  leeft wat  David in vers 18 zegt: “HEER, God van onze voorouders Abraham, Isaak en Israel, koester dit blijk van de gezindheid van uw volk voor altijd en laat hun hart op U gericht zijn.”

Laten we onderzoeken of die geziondheid er bij ons is. Om als die er niet is ons aan Christus toe te vertrouwen en echte en trouwe gevers te worden in Zijn kerk en Koninkrijk. Heerlijk dat ik mag geven omdat Vader in de hemel mij zo onnoemelijk veel gegeven heeft.

 

AMEN