Jona 1:17-2:10 De HERE laat Jona leven

 

Deze preek is niet in de Kandelaar gehouden. Deze preek dateert van 1994. 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 69:1,5

Lezing van de wet

Gez 36:1,3

Gebed

Schriftlezing: Mattheus 12: 38-45

Psalm 116:1,2,3

Tekst: Jona 1:17-2:10

Verkondiging van het evangelie

Psalm 42:4,5

Dankgebed

Collecte

Psalm 30:1,2

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters.

        

Hoe zal het met Jona gaan?  In hoofdstuk 1 lezen we dat hij in  het woeste water van de zee gegooid is.  Dat Jona niets anders kon  verwachten  dan  de verdrinkingsdood.  Dat hij niets anders kon verwachten dan over een paar minuten voor Gods  rechterstoel  te  moeten  verschijnen. Jona de werkweigeraar, hij de deserteur tegenover de HERE. Maar dan gebeurt er ineens iets heel wonderlijks. In plaats

van  in de hemel voor God te moeten verschijnen komt hij in een donker  hol  terecht.  Een donkere ruimte waar zeewier rond Jona is.  Een ruimte waar het water nog steeds het leven  van Jona bedreigt.  Steeds is er bij Jona de angst dat hij toch nog zal verdrinken of stikken.

Waar  is Jona terechtgekomen?  Door Gods leiding in de buik van een grote vis.  Waarvoor is dat gebeurd?  Wat heeft ons dat  te zeggen.  En hoe reageert Jona daar op de HERE?  Wij zullen  dit  zien  wanneer ik u het evangelie van de uit de dood opgestane Christus breng onder dit thema:

     

               De HERE laat Jona leven

         

          1. door een grote vis

          2. op het gebed van Jona in de vis

          3. dit brengt Jona tot dank in de tempel

         

        

            1. door een grote vis.

        

Jona in de vis.  Wij spreken vaak over een walvis.  Het kan een  walvis  zijn  geweest maar dat hoeft niet.  Want in de  bijbel wordt niets anders gezegd dan een grote vis. Een bepaalde  vis  die groot genoeg is om een mens in een keer op  te  slokken  wordt  door God precies naar die plek gestuurd

waar  Jona over boord gegooid wordt.  Precies op dat moment  heeft  de  HERE  er  voor gezorgd dat die vis er is en Jona  opslokt  voordat hij verdronken is.  De HERE heeft deze vis  beschikt  zoals  Hij later ook over die wonderboom beschikt  die  in hoofdstuk 4 ineens gaat groeien en in een nacht ook

weer verdwenen is. Daarin zie je Gods macht over de natuur.  Zoals  Hij  het  heeft  laten  stormen  en de wind weer tot  zwijgen heeft gebracht zo stuurt Hij hier een vis.  Heel de  schepping staat in dienst van Gods plan.

Jona  in  de  vis is dat nou niet zo'n verhaal in de Bijbel dat  laat zien dat je niet alles kunt geloven.  Het is toch  meer  iets dat je aan een sprookje doet denken dan aan iets  dat  echt  gebeurd  kan zijn?  Is het echt nodig om ook dit   verhaal letterlijk te geloven?

Wie  dit  verhaal  niet  meer  letterlijk  wil  geloven  is   zelfs  bezig  de opstanding van Christus aan te tasten.  Is dat niet wat overdreven gezegd broeders en zusters?  Is dat  niet  veel te scherp?  Nee!  Want het is de Here Jezus zelf  die  een  duidelijke verbinding legt tussen Jona’s verblijf  in de buik van de vis en zijn verblijf in het graf. We hebben daar zelf over gelezen in Mat 12.  Het zijn daar de

Farizeeën  en  de  Schriftgeleerden  die  Jezus vragen om een  spectaculair  teken.  Een teken waarmee Hij bewijst dat Hij de  Verlosser  is.  En dan is Jezus antwoord:  "Een boos en  overspelig  geslacht verlangt een teken,  maar het zal geen  teken ontvangen dan het teken van Jona de profeet. Want gelijk  Jona  3  dagen  en  3  nachten  in  de  buik  van het  zeemonster  was,  zo zal de Zoon des mensen in het hart van  de aarde zijn,  3 dagen en 3 nachten.  De mannen van Nineve  zullen  in  het oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van  Jona en zie,  meer dan Jona is hier." (vers 39-41)  Zo echt als  Jona in die vis geweest is.  Zo echt als Jona daar als het  ware  levend  begraven was.  Zo echt zal de Here Jezus sterven  om drie dagen in een graf te liggen.  Zoals Jona' s  verblijf  in die vis tot 3 dagen beperkt bleef zo zal Jezus  Christus niet langer dan 3 dagen dood zijn. Op de derde dag  zal Hij uit de dood opstaan. Zoals Jona ook na 3 dagen weer werd  uitgespuugd en weer terug kwam in de bewoonde wereld.  De  dood en de opstanding van Christus zijn net zo echt als  het  verblijf van Jona in de vis en zijn latere werk in

Nineve  als profeet.  Wie van de opstanding van Christus zegt dat Christus niet met zijn lichaam is opgestaan uit de dood  is  alles  kwijt.   Want Paulus zegt door de Heilige Geest:   "Indien Christus niet is opgewekt,  dan is immers onze prediking  zonder  inhoud,   en  zonder  inhoud  is uw geloof.   ........ en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht,  dan bent u nog in uw zonden.  Dan zijn  ook zij,  die in Christus ontslapen zijn,  verloren. Indien wij  alleen  voor  dit  leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenwaardigste van alle mensen." (1  Cor 15: 14,17-19)

Wie  het  wonder  van  Jona  in  de  vis voor een verzonnen verhaal  houdt  tast  daarmee  ook  het  feit  van Christus  opstanding aan. Het is niet aan ons mensen om te zeggen dat het  verhaal van Jona voor ons te wonderlijk is om te geloven.   Christus  opstanding  uit de dood is voor mensen nog  veel wonderlijker. Het voor waar houden van wat de HERE ons in  Zijn Woord als geschiedenis voorhoudt is wezenlijk voor het geloof. Is wezenlijk voor een leven met de HERE. Is wezenlijk  voor een leven dat door Christus' werk verlost wil  zijn.   Dat door Christus opstanding uitzicht wil hebben op  de opstanding van jouw eens dode lichaam.  Dat uitzicht wil hebben  op  het eeuwige leven in plaats van op de altijddurende ellende. Jona in de vis houden voor een niet echt gebeurd  verhaal betekent dat je afscheid van het christelijk  geloof  begint te nemen.  Dat je bezig bent afscheid van de HERE te nemen. Want jy wil de HERE dan niet meer geloven op  Zijn Woord.

Ook  Jona  was bezig geweest om afscheid van de HERE te nemen.   Hij  wilde  ontslag uit de dienst van God.  Angst en  onrust  bij  Jona  om voor God te moeten verschijnen is dan ook goed voor te stellen. Maar wat gebeurt er? De HERE redt   Jona.  Jona hoeft door Gods reddingsactie nog niet voor God  als Rechter te verschijnen. Het definitieve oordeel zal nog niet  over  Jona  worden uitgesproken.   Deze ongehoorzame  knecht van God krijgt nog een kans.  Hier zien we de genade

en het grote geduld van de HERE. Jona kon niet zeggen: HERE  ik heb nog recht op een kans. Want wie ontslag neemt uit de dienst van God heeft geen recht meer op een kans. Die heeft het  recht  daarop verspeelt.  Zo staat het er met u en mij  ook voor.  Het is niet zo dat wij een bepaald aantal kansen hebben.  Dat je kunt zeggen:  Ach,  dit kan ik nog wel doen  want  ik  heb nog 10 kansen over.  Dit soort kansberekening  hoort  in  het leven met de HERE niet thuis.  Er is de HERE  niets te verwijten wanneer wij in een zondig leven sterven.  Wanneer daarover Gods eerlijke oordeel komt. Maar wat is de HERE goed.  Wat een liefde spreekt er uit Zijn hart dat Hij de  Here  Jezus gegeven heeft.  Dat Hij Zijn lieve Zoon aan het  kruis  heeft laten doodbloeden.  Voor een mensenwereld

die  de kans op een prachtig leven met God verspeeld heeft. Een wereld vol mensen die nee tegen God gezegd hebben. Voor die  mensen  is Christus De kans op echte redding geworden.  De vis, Jezus Christus, de Zoon van God, de Redder (Ichtus) is de redding die God in Zijn liefde ons gestuurd heeft.

Die verlossing door Christus is alleen te danken aan de HERE.   Niemand  anders  dan  Hij nam  daartoe het initiatief.  Zonder Zijn actie, Zijn werk van verlossing was er voor ons geen ander uitzicht dan verdrinken in onze eigen ellende.

Die actie van God vraagt om geloof. Vraagt om een leven met  de  HERE waarin wij Zijn opdracht willen doen.  De opdracht die betekent dat wij van Christus, van Gods liefde getuigen zijn.  Tegenover wie we ook maar tegen komen. Ook tegenover die man of vrouw, tegenover die jongen of meisje, tegenover die  groep mensen die ons heel wat hebben aangedaan.  Omdat  het  ook voor die mensen zo nodig is dat ze Christus als de  Verlosser  leren  kennen.  Omdat wij deze mensen de eeuwige

straf  niet  mogen  gunnen  zoals  Jona dat wel deed met de inwoners van Nineve.

Wat  geeft de redding van Jona door de HERE ook ons vandaag moed  en houvast.  Zeker als we in ons eigen leven zien hoe we tegen de wil van God hebben ingeleefd.  Ook als we nu in ons eigen leven duidelijke en ernstige zonden zien. Dan kan zo  makkelijk  de  gedachte  opkomen:   Voor mij is er geen  plaats  meer  bij  de  HERE.  Voor mij is er geen vergeving meer.  Maar dan laat de HERE aan voorbeelden als Jona,  Davids  zonde met Batseba en Petrus verloochening van de Here Jezus  zien:  bij echt spijt over je zonden red Ik jou door Mijn  liefde.   Dan laat de HERE u vandaag zeggen:  Ik laat

Mijn  kinderen niet los die verdriet over dat ellendige leven  van hen hebben.  Dat zijn Mijn uitgekozen kinderen die  Ik  in  Mijn trouw en liefde tot het einde vasthoudt.  (vgl  D.L.  V art 4-9)  De redding,  de verlossing is aan niemand  anders  te danken dan aan de HERE.  Omdat Jona weet dat

alleen de HERE kan redden gaat hij in de buik van de vis bidden. Dat zien we in de tweede plaats.

 

 

           2. op het gebed van jona in de vis.

        

Jona is opgeslokt.  Hij is in de buik van de vis terechtgekomen. Wij weten vandaag dat dat voor Jona redding inhield. Maar we moeten ons goed bedenken dat Jona dat op dat moment nog  niet  wist.   Hij was daar in de buik van die vis waar zijn leven nog steeds bedreigd werd.  Jona had het daar

benauwd. Hij was daar bang. Hij vreesde daar voor zijn leven.  Dat  kun  je  op  meer dan een plaats in hoofdstuk 2 lezen. Kijk maar even met mij mee.  In vers 2 wordt gesproken over  het  roepen van Jona in zijn nood en ook dat Jona voor zijn besef uit de schoot van het dodenrijk heeft geschreeuwd. In  vers  4  lezen  we dat Jona zich in de vis verstoten van de HERE  voelt en dat hij bang is om niet levend uit de vis te  komen.   Want  dan roept hij vertwijfelt uit:  "zou ik ooit  weer uw heilige tempel aanschouwen?" Ook in vers 5 lezen we  dat  Jona  zijn leven in de vis bedreigd voelt.  Hoor maar:

"Wateren omringden mij, zij bedreigden mijn leven, de diep te  omvingen mij,  met zeewier was mijn hoofd omwonden." Uit  vers  6  komt  naar voren dat Jona in de vis het gevoel had dat  hij naar het diepste puntje van de wereld gezonken was  en voor hem de deur naar het leven op het droge voor altijd voorbij was.

Een ding is duidelijk.  Jona voelt zich in de vis bedreigd. Wat is hij daar bang.  Het water stijgt hem naar de lippen.  En  al die bedreiging voelt Jona als een bedreiging die van  de HERE komt.  Waarin hij de hand van God ziet. Een bedreigende  situatie waarin de HERE hem gebracht heeft omdat hij  niet  naar  de  HERE wilde luisteren.  Hij ziet hierin Gods  straf op zijn zonden.  Zijn verdiende straf. Zo lezen we in vers 3:  "U hebt mij geworpen in de diepte, in het hart van de zee,  en een waterstroom omving mij, al Uw brandingen en uw golven gingen over mij heen."

Als  de  situatie zo is sta je op een duidelijke tweesprong in je leven.  Wat ga je doen?  Probeer je ondanks alles jezelf te redden. Sluit je je af van wat God je in deze moeilijke  omstandigheden  wil  zeggen.   Of  laat  je  in  die omstandigheden, die er onder Gods leiding zijn, de HERE tot   je spreken. Er is veel voor nodig om Jona's hart weer op de HERE  te  richten.  De HERE doet veel om Jona weer te maken tot een man die bij Hem terugkomt. Die zijn afhankelijkheid van  de HERE stem geeft in zijn leven.  En dan komt daar de kreet uit Jona's hart: HERE redt mij. Dan schreeuwt hij tot de  HERE.   De  nood is hoog en dan vindt Jona de weg terug naar de Enige die hem de beslissende hulp kan geven.  Moeilijke,   levensbedreigende  omstandigheden zijn niet alleen maar slecht voor ons. Dat is iets wat je in je persoonlijke leven steeds weer moet bedenken.  U hebt het in uw leven op dit  moment misschien heel moeilijk.  Als dat zo is vraag u dan  ook  eens  eerlijk af of u in uw leven niet bezig bent

bij  de  HERE  weg  te  raken.  En de HERE in die moeilijke omstandigheden niet tegen u zegt: Zie je nu dat je het zelf niet kunt.  Zoek nu toch goede hulp.  Zoek nu toch de echte hulp  die uitzicht geeft.  Roep door het gebed toch de hulp van de enig echte Helper Jezus Christus.  Leg uw leven toch           in  Zijn  handen.  Wie zo in de nood schreeuwt om Gods hulp  krijgt die hulp.  Die krijgt door de Heilige Geest zicht op  het echte leven met de HERE.  Op de redding die het eeuwige leven  geeft.   Wie dat op het gebed heeft leren zien.  Wie zich door Christus gered weet zal ook danken. Dat doet Jona  na zijn redding. Dat zien we in de het derde punt.

 

           3. dit brengt Jona tot dank in de tempel.

 

Jona  heeft  in  zijn  nood de HERE te hulp geroepen als de Enige die hem nog kan redden.  Die redding is gekomen. Want de buik van de grote vis is niet Jona's definitieve grafkamer geworden. Na drie dagen wordt Jona uitgespuugd. De HERE zorgt  ervoor dat Jona niet midden op zee uitgespuugd wordt  maar ergens bij de oever. Jona krijgt door Gods zorg direct vaste grond onder de voeten.

Waar  Jona  wordt  uitgespuugd lezen we niet.  Wel maakt de Heilige  Geest  ons duidelijk dat Jona na zijn redding weer in Israël terecht komt. Dat hij naar Jerusalem gaat. En dat  hij  in  Jerusalem op weg gaat naar de tempel.  Want in het  laatste  gedeelte  van  vers 7 lezen we "en mijn gebed kwam  tot  U  in uw heilige tempel." We hebben het ons zo voor te stellen  dat  Jona in de tempel is.  En dat hij dan vertelt  wat  hij  in  die  grote  vis gebeden heeft.  Nadat hij dat vertelt  heeft  gaat  hij  daar  de  HERE voor danken in de  tempel. Die dank uit zich daar ook in het hoog opgeven over de  HERE,   het  loven  van  Hem.  Jona gaat daar een offer   brengen  waarmee  hij  God  dankt en looft voor de redding,  voor zijn leven dat hij alleen aan de HERE te danken heeft.  Dat  gebeurt  zoals gewoon was in het bijzijn van de mensen die daar aanwezig zijn. Zij horen Jona vertellen waarom hij de  HERE  nu dankt.  Zij horen over Gods grote daden in het  leven  van  Jona.  Zonder op jezelf gericht zijn is het een  goede  zaak  om  ook  anderen te vertellen van Gods werk in jouw leven.  Dat je ook in je eigen leven Gods genade, Zijn zorg en leiding ziet.

Het  kind  van  God dat door de Heilige Geest die daden van God  in  zijn  leven ziet gaat leden van Christus' gemeente  die  bezig  zijn bij de HERE weg te gaan daarop aanspreken.  Dat  doet Jona hier.  Hij spreekt hier de volksgenoten,  de leden  van de kerk aan die toch op andere goden vertrouwen.

Die met de HERE geen rekenig houden.  Dat het hier om leden van  Gods volk gaat wordt duidelijk als van deze mensen gezegd  wordt dat de HERE hun  goedertierenheid is.  Door geboorte,   door de besnijdenis horen ze heel speciaal bij de HERE.  Zo kunt ook u,  zo kan ook jij van de HERE heel veel

gekregen  hebben.   De HERE zelf heeft jou persoonlijk Zijn liefde en zorg beloofd.  Maar jij raakt langzaam maar zeker bij Christus weg.  Je bidt niet meer om zijn hulp.  Je ziet  door je eigen verkeerde weg Gods zorg en genade in je leven niet  meer.  Wat ben je dan veel kwijt.  Weet je wat je dan kwijt bent? DE REDDING, DE VERLOSSING. Want die is zegt Jo na,   ook  door eigen ervaring,  door ondervinding wijs geworden: Die is van de HERE!

Buiten de HERE,  buiten Jezus Christus is er geen echt redding.   Een leven buiten Jezus Christus levert uiteindelijk  alleen maar verlies, verdriet en teleurstelling op. De redding is van de HERE.

Die redding is echt een wonder. Een wonder van Gods liefde. Bij  die liefde,  bij die genade past dank,  past een leven dicht bij Christus.  Wordt die dank,  wordt dat leven bij u  gevonden? Wat heb je een mooi leven wanneer je op het gebed tot  de  HERE  leert zien hoe groot Gods liefde er voor jou

is.  Wat is uw leven goed wanneer je deelt in de verlossing uit  dood en zonde.  De overwinning door niemand anders behaalt dan door Jezus Christus. U Christus komt de lof en de  eer en de heerlijkheid toe. U alleen!

 

 AMEN