ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede-Zegengroet
Gez 174
Lezing van Gods wet (Exodus 20)
Psalm 34:4,5,6
Schriflezing: Mattheus 7:6-14
Openbaring 3:1-6
Gebed
Collecte
Psalm 84:4,5,6
Tekst: Judas 23b
Verkondiging van het evangelie
Psalm 101;1,2,3
Dankgebed
Gez 160
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Gemeente van de Here Jezus zijn in Nederland in 2013. Christen zijn in deze tijd en in dit land. Kan dat nog? Kan dat nog als je ziet hoeveel mensen de kerk en het geloof al verlaten hebben. Is de zuigkracht om dat zelf te doen niet te groot?
Zien we dat niet vaak als jongeren en ook ouderen hun bekende omgeving verlaten en dat ze dan in een minder vertrouwde of beschermde omgeving verloren raken. De kerkgang verdwijnt en het geloof verdwijnt ook al meer uit hun leven. Wat vraagt de situatie dat je vaak terechtkomt in omstandigheden waarin geloven meer vreemd dan gewoon is van ons.
We hebben eeuwen achter de rug waarin het gewoon was om te geloven. Mensen keken je vreemd aan als je niet naar de kerk ging, als je je als ongelovige opstelde. De sociale omgeving was een soort vangnet om in ieder geval niet uiterlijk bij de kerk en het geloof weg te gaan.
Dat is nu zo anders. Dat laat zien waar het over gaat. Om jouw en mijn hart! Moeten mensen en vooral jongeren hun geloof verliezen als ze naar Amsterdam verhuizen? Dat gaat gebeuren als we samen niet verder komen dan het aanleren van een soort groepsgedrag. Als we niet verder komen dan een gezellige gemeenschap als kerk waar we het als groep goed met elkaar hebben. We zullen een stuk dieper moeten graven. Het gaat er om dat in ons leven jong en oud in ons hart er die levende verhouding van liefde tot de HERE is. Dat Hij zoals ik een paar weken geleden ook naar voren bracht de Geliefde van ons leven is. Dat Hij, dat Christus de schat van ons hart wordt. Dan kun je gerust naar Amsterdam of waar ook op de wereld wonen.
Dan heb je geleerd om geen meeloper met een groep te zijn maar een pelgrim. Iemand die op weg is naar een bestemming die zijn of haar leven op reis steeds weer stempelt. Dan kijken we omhoog waar we ook wonen en werken en vragen we in diepe liefde met ons hart naar de hemel gericht: Here Jezus leidt mijn leven door Uw Geest. Leer mij Vaders wil in het leven te doen en te blijven doen. Dan is je vaderland in de hemel en wil je volgens de wil van je hemelse Vader leven en is het ergste voor je als je los van Hem zou komen. Geen meeloper maar een pelgrim. Als je dan ziet dat iemand in de gemeente, van de mensen die om je heen staan helemaal op de verkeerde weg gaan, wil je ze zo graag weer bij Christus terugbrengen. Ook als ze duidelijk zonde leven. Hoe doe je dat als dat betekent dat de zuigkracht van die zonde ook op jou af zal komen? De Heilige Geest wijst ons daarin in onze tekst de weg. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:
ONTFERM JE OOK OVER ERNSTIGE ZONDAARS IN DE GEMEENTE
1. Doe dat in eerbied voor God
2. Doe dat voorzichtig vanwege besmettingsgevaar
1. Doe het in eerbied voor God
Omzien naar elkaar. Hart hebben voor elkaar stopt niet bij liefde en zorg voor de broers en zussen die twijfelen. Die stopt ook niet bij dat familielid, die broer en zus die tegen de wil van de HERE in is gaan spreken en doen. Judas wijst nu nog op een derde groep waar ons liefde naar toe hoort te gaan: “Uw medelijden met nog weer anderen moet gepaard gaan met vrees; verafschuw zelfs de kleren die ze met hun lichaam bezoedeld hebben.”
Misschien klinkt het je wat raadselachtig in de oren. Toch is het dat niet. Laten we samen kijken wat de Geest hier zegt.
Er zijn ook broers en zussen in de gemeente die soms echt heel ver weggeraakt zijn. Die zo overtuigd en duidelijk in de zonde leven. Die er ook echt plezier in lijken te hebben. Ze voelen zich bevrijd van de regels die hun leven in de knel hielden. Ze voelen zich nu vrij. Ze zouden willen dat ze dit eerder gedaan hebben. Dat het leven wat ze nu leiden tegen die wil van God ingaat, lijkt ze niet zo te raken. Soms wel en dan reageren ze heel geïrriteerd of agressief als je er met ze over praat.
Wat moet je met broeders en zusters die je soms in een korte tijd uiterlijk zo’n grote verandering in hun leven ziet maken? Let er dan op dat als we het daarover nu hebben dat de Geest ons allemaal oproept om hiermee aan de slag te gaan. Niet alleen de ambtsdragers maar ons allemaal persoonlijk. Het is onze gezamenlijke opdracht die we niet op anderen kunnen schuiven.
De Geest roept ons op om met deze broeders en zusters die echt helemaal op de verkeerde weg zijn ‘medelijden te hebben’, om ze ‘barmhartig te behandelen’. Wat betekent dat? We hebben dat ook al in de eerste preek van deze reeks gezien dat is dat je hart naar ze uitgaat! Dat is iets heel anders dan dat je alleen maar veroordeelt en zegt: die maakt het er ook na dat ik niets meer met hem te maken wil hebben. Je hart gaat niet ander uit. Als je een heel ander gevoel hebt, bidt je de HERE dat Hij dat andere gevoel wil wegnemen en je dat medelijden met de ander krijgt.
Waarom zou je trouwens medelijden hebben met die ander die zo op het verkeerde pad, die zo vol overtuiging de brede weg op gaat? Die zo duidelijk getrokken wordt door de wereld, door een werelds leven.
Omdat je weet wat het betekent als deze broer of zus op deze manier blijft leven. Je weet dat hij of zij dan op de brede weg gaat. De weg die zoveel vrijheid lijkt te geven. Zo heel anders als die smalle weg waar je niet zo naar de brede zijkanten kunt zwerven. Het gevoel van vrijheid is bedrieglijk want het brengt je in diepe ellende waar je niet aan die eelnde kunt ontkomen. De Here Jezus maakt dat duidelijk als Hij zegt: “Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang.” Matt 7:13
Je hebt medelijden omdat iemand die je lief is zijn of haar leven voor nu en later aan het stukmaken is. Daarom wil je je over de ander ontfermen. De ander niet loslaten maar juist terug halen.
Nu staat er in onze tekst dat dat medelijden ‘gepaard moet gaan met vrees’. Het gaat hier om de vrees, de eerbied en daarmee de liefde tot God. Je kijkt vol liefdevolle eerbied naar de HERE als je Vader en die zegt: Kijk naar je broer of zus die zover van het goede pad is weggegaan om. Juist die eerbied, die liefde, die wijsheid van God is dan beslissend. Ook op dit punt wil je als kind van God ook zelf op het smalle pad gaan dat Christus ons wijst. De eerbied voor Christus die zelfs voor jou Zijn leven heeft willen geven, leert je dan om om te zien ook naar hem of haar die ondanks eerdere waarschuwingen ver de brede weg is opgegaan. Juist omdat Gods liefde zo onvoorstelbaar groot je eigen leven is binnengekomen wil je reddingswerk doen. Dat reddingswerk wordt dan niet gekenmerkt door dat het nu eenmaal moet of met minachting voor de ander in je hart. Nee, je vraagt de Geest om het al meer te doen vanuit het wonder dat er voor jou vergeving is en dat je diep respect voor God hebt die graag wil dat je het doet. Die ook door jou die ander Zijn liefde wil laten horen en voelen.
Als je beseft hoe bijzonder het is dat God jou wil redden die leert ook om juist die ander die diep in zonde leeft daar uit te krijgen.
Nu hoor ik mensen al zeggen: is dat wel verstandig? Als je iemand die diep in zonde leeft opzoekt komt er dan op jou ook geen grote verleiding af? Misschien kan iemand die zegt dat hij het geloof achter zich gelaten heeft wel heel goed praten en gaat van hem op andere ook de verleiding uit om te gaan twijfelen of het leven met Christus vaarwel te zeggen. Misschien wil je naar iemand toe die seksueel losgeslagen is of zelfs de prostitutie ingegaan is. Bestaat er niet het gevaar dat je verleidt of meegezogen wordt. Misschien is een van je vrienden uit de kerk wel aan de drugs en beveelt hij dat anderen ook aan. Is het niet gevaarlijk voor jezelf om zo iemand op te zoeken? Wat van iemand die flink aan de drank is en geregeld aangeschoten of dronken is. Is hij voor jou ook geen gevaar om je daarin mee te nemen? Kun je niet beter bij zo iemand wegblijven?
Dat zijn geen vreemde vragen. Je moet ook als je als reddingswerker in dienst van Christus optreedt rekening houden met de aantrekkingskracht van de zonde op jezelf. Je bent daar als gelovige niet immuun voor. Dat wijst de Geest in het tweede deel van onze tekst ook aan. We letten daarop in het tweede punt.
2. Doe het voorzichtig vanwege besmettingsgevaar
Je kunt te naïef zijn. Je kunt te veel van je eigen geloof denken. Je kunt denken dat je geloof zo sterk is dat de verleiding geen vat op je krijgt. Je kunt je niet indenken dat jij met een zondig leven meegetrokken wordt.
Dan denk je te hoog van jezelf. Dan ken je jezelf niet echt. Je moet goed bedenken dat ook jij, hoe je ook voor Christus wilt leven, niet immuun bent voor een leven in de vrijehd en daarmee in de slavernij van de zonden. Jouw en mijn hart kan zomaar die aantrekkingskracht voelen. Het is goed om daar echt rekening te houden.
Daarom is het belangrijk dat je in een bepaalde houding die ander die in zonde leeft gaat opzoeken. In de houding waarbij je zelf je broer of zus die je opzoekt liefhebt maar wat hij of zij doet haat. Dat je vanuit je hart die zonde waarin die ander leeft verafschuwt. Dat je zelfs ver weg wil blijven van die dingen die bij de ander in zijn of haar omgeving zijn en die ook reclame maken voor die zonde.
Je kunt het vergelijken met iemand die een erg besmettelijke ziekte heeft. Een ziekte ook die uiteindelijk je leven stuk maakt. Een dodelijke ziekte. Denk maar eens in de Bijbel aan mensen die melaats waren. Die moesten vanwege het besmettingsgevaar buiten dorp of stad gaan wonen en als ze op weg waren de mensen waarschuwen dat ze er aan kwamen. Dan konden de mensen op afstand blijven om er voor te zorgen niet besmet te worden. Zo zien we het ook in onze tijd dat mensen kapjes of handschoenen aan doen om geen besmetting op te lopen.
Dat is bij een zondig leven nodig omdat de zonde vaak een mooi gezicht heeft en je allerlei dingen belooft die heel aantrekkelijk lijken. Waarom zou je in een saai en soms moeilijk leven blijven hangen terwijl het spannend kan. Waarom zou je met een klein salaris door het leven gaan terwijl als je je niet zo precies aan het Woord van God houdt je veel geld kunt verdienen.
Waarom zou je je talenten niet volledig ontplooien omdat het van je vraagt om veel op zondag te werken en op te treden. God wil toch ook dat je je talenten ontwikkelt en dan kan het toch niet zo zijn dat de zondag als rustdag dat in de weg staat? De duivel is zo sluw en weet zo vaak ingangen in ons hart te vinden. Het is nodig om de ander die in zonde leeft op te zoeken maar niet met de gedachte dat jij immuun voor die zonde en zondige redeneringen bent.
Hoe doe je dat dan?
a. Door er biddend heen te gaan. Je zoekt je kracht bij de HERE. Je zoekt je liefde voor de ander bij hem maar ook je weerstand tegen de zonde. Je bidt daarom voordat je het contact met die ander zoekt.
b. Door heel goed te weten waarom die zonde waarin de ander leeft niet goed in de ogen van God is. Door zelf je vanuit het Woord van God te overtuigen dat de HERE in Zijn geweldige liefde een ander leven wil en dat uiteindelijk ook goed voor de ander is. Dus in die zin ga je dan niet met een open houding naar de ander toe. Het is niet zo dat je een gewoon gesprek voert waarbij ook jij als het ware openstaat voor de overtuiging van de ander.
Waarom niet omdat jouw liefde voor Christus en Zijn Woord daar bovenuit gaat. Ook jouw liefde voor de ander die op een doodlopende weg gaat zonder dat die dat ziet. Je wilt in liefde getuigen van Christus en Zijn weg en laten zien waarom dat goed voor hem of haar is.
c. Wees er ook op voorbereid dat een ander soms heel goedklinkende excuses heeft. Laat ik een voorbeeld noemen dat ik zelf jarengeleden in eigen vriendenkring heb meegemaakt. Een van de vrienden was er ineens met een veel jongere vrouw vandoor gegaan. Hij liet vrouw en kinderen alleen achter terwijl er geen echte problemen waren.
Toen ik hem opzocht, gaf hij toe dat het niet goed was wat hij nu deed. Maar toch was hij niet van plan om naar zijn vrouw en kinderen terug te gaan. Want met deze vrouw kon hij beter praten en zou hij zich ook beter voor het uitdragen van het evangelie kunnen inzetten.
Daarbij kwam als laatste argument: De HERE vind het niet goed maar vast niet zo erg. Want ook David had overspel gepleegd en toch was hij een man naar Gods hart.
Je ziet hoe mensen die op het verkeerde pad gaan vaak ook nog vrome smoesjes bedenken om eigen zonden te bedekken.
d. Bidt er om dat de Geest je de goede woorden in de mond geeft. Woorden die liefde uitstralen, woorden die laten zien wat de weg is die de HERE in liefde voor Zijn kinderen wijst. Woorden die vanuit het Woord van God zelf laten zien hoe de HERe en daarom ook jij het hart van de ander zoekt. Woorden die duidelijk maken dat jij maar niet met jouw mening bij de ander komt maar hem of haar de weg van Christus wijst.
e. Dat betekent ook dat je duidelijk maakt dat jij beslist niet met het verkeerde in zijn leven wilt meedoen. Dat je ook niet doet alsof hij en zij op de manier waarop nu geleefd wordt nog gewoon een kind van God is die zich nergens zorgen over hoeft te maken. Het is juist daarom dat de Geest Paulus in zo’n situatie laat schrijven: “Wat ik bedoel is dit: u mag niet omgaan met iemand die zichzelf een broeder of zuster noemt, maar in feite een ontuchtpleger is, een geldwolf, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of uitbuiter. Met zo iemand mag u beslist niet eten.” 1 Kor 5:11
je moet die ander in liefde opzoeken en oproepen te breken met een verkeerd leven maar niet doen alsof er niets aan de hand is. Dat vraagt de liefde van Christus en de liefde tot die ander.
f. Doe het ook in het gebed om de echte redding, verandering van de ander. De HERE kan echt door Zijn Geest wonderen in het leven van mensen doen. Maar geef de HERE nooit de schuld als het niet gebeurt want dan is het de ander die zelf in eigen schuld voor de verkeerde weg kiest.
Ga zo in liefde met elkaar om. Zoek elkaar op om elkaar steeds bij Christus te houden of te brengen. Dan leef je door Gods genade van grove zonden vrij. Dan deel je in wat de Here Jezus zegt tegen dat deel van de gemeente in Sardes wat echt afstand van de zonden houdt: “Maar enkelen in Sardes hebben hun kleren schoon gehouden. Zij zullen bij me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het. Wie overwint zal zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem getuigen ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.” Openb 3:4-6
Bewaar dit in je hart! Leef zo op de weg waarop Gods belofte werkelijkheid in je leven wordt.
AMEN