Openbaring 14:8 Het grote Babylon is niet eeuwig

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 122:1,2

Gezang 1:1

Lezing van Gods wet

Gezang 1:13

Gebed

Schriftlezing: Genesis 11:1-9

                         Daniël 4:29-33

Psalm 127:1

Tekst: Openbaring 14:8

Verkondiging van het evangelie

Psalm 101;2,3

Dankgebed

Collecte

Psalm 84:1,2

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het gaat je goed in het leven. Ondanks de coronacrisis heb je alleen of samen met je vrouw of man een heel goed inkomen. Je denkt er over na wat je later wilt worden. Wat is daarbij voor jou het belangrijkste? Gaat het er daarbij om dat je een flink salaris hebt?  Dat je kunt doen wat je wilt. Dat je een eigen huis, een eigen auto, een flinke vakantie elk jaar en eigenlijk nog wel meer zonder moeite kunt betalen.

We hechten heel gauw aan dit soort dingen. Let er eens op hoeveel onlustgevoelens er bij mensen op komen als we ruim drie maanden geen terrasje kunnen pakken. Ruim drie maanden is er van ons een flinke soberheid op allerlei terreinen gevraagd. Leven waarin we kunnen feesten, waarin we eigen verlangens kunnen uitvoeren, zijn voor velen heel belangrijk.

Daarop is bij velen het leven gebouwd. We moeten ook bij onszelf nagaan of wij niet stiekem al  praten we als gelovigen het bij ons ook niet zo is. Of in ieder geval gedeeltelijk zo is. Het is goed om altijd weer jezelf op de proef te stellen.

Het grote Babylon waarover in ons tekst gesproken wordt is gebouwd op onze eigen verlangens. Is gebouwd op wat wij willen. Op onze verlangens voor het leven hier en nu. Het grote Babylon is gebouwd op het verlangen om het makkelijk te hebben op deze wereld. Om niet gehinderd te worden door regels van de Here God die juist het werkelijk maken van deze verlangens in de weg staat.

Ik krijg een baan aangeboden met een prachtig salaris maar moet wel op zondag werken. Ik krijg een baan met goed salaris aangeboden waarbij ik heel weinig tijd voor gezin en Christus’ gemeente overhoudt. Je wordt uitgenodigd naar een feest waar de drank flink vloeit, waar het vermaak dat er bij wordt gehaald  heel andere dingen aanbeveelt dan de HERE ons in Zijn Woord leert. Leven voor  jezelf, leven voor eigen welvaart en genot dat is de grondslag voor het leven van het grote Babylon. Overal wordt dat jou en mij in deze wereld aanbevolen. Dat is nog eens leven. Als je dat niet meegemaakt hebt. Het grote Babylon schittert in deze wereld. Niet alleen rond de Amsterdamse grachtengordel. Ook waar mensen het veel minder hebben maar wel op die welvaart en eigen verlangens gericht zijn. Het kan ook in ons hart een belangrijke plaats innemen. Al moeten onze woorden op zondag en als we met kerkelijk zaken bezig zijn dit bedekken. Leven we voor het grote Babylon of voor de HERE en het hemels Jeruzalem? Het grote Babylon lijkt voor ons heel aantrekkelijk. Toch word je door wat bij deze stad hoort bedrogen. We zien dat als ik jullie Gods Woord verkondig onder het volgende thema:

 

HET GROTE BABYLON IS NIET EEUWIG

 

  1. Het valt in duigen
  2. Waarom het in duigen valt

 

  1. Het valt in duigen

 

 

Hoofdstuk 14 begint met het gedeelte waar we Christus als het Lam in het hemelse Sion zien staan.  Sion was de berg in Jeruzalem waar de tempel als Gods huis op aarde stond. De tijd van Jeruzalem op aarde als woonplaats van God is nu voorbij.  Christus staat in de hemel als het grote Sion. Zijn kerk komt op de hele aarde bij elkaar verbonden met Hem die als de Koning staat in de hemel.

 Christus heeft Johannes ook laten zien hoe ondanks alles wat er gebeuren zal, hoe groot en diep de afval ook is, het eeuwig evangelie altijd blijft klinken. Steeds weer met de oproep om tot Christus te komen. Om je redding en je toekomst bij Hem te zoeken en te vinden. Dat evangelie klinkt tot op de dag dat het hemelse Jeruzalem, het hemelse Sion op de aarde zal neerdalen. Dat evangelie, die goede en indringende boodschap klinkt op de wereld waar het grote Babylon gebouwd wordt en straalt van macht en grootheid.  

We zien hier hoe we in de geschiedenis tot de terugkeer van de Here Jezus te maken hebben met de grote strijd tussen het hemels Jeruzalem en het aardse Babylon. De grote vraag van ons leven en het leven van ieder mens is of je bij Jeruzalem of bij Babylon wilt horen. Waar ligt jouw hart en jouw verwachting als het hier om gaat?   Het gaat om de keuze tussen twee rijken.  Het is niet zo dat we nog voor iets anders kunnen kiezen. Elk mens loopt op een weg waarop jij moet kiezen of je op weg bent en je laat beheersen door Babylon of door het hemelse Jeruzalem. Hierbij is het ook niet echt mogelijk om van twee walletjes te eten. Het grote Babylon en het hemelse Jeruzalem staan namelijk echt in alles tegenover elkaar.  Ik kom daar later in de preek nog op terug.

Waaraan moeten we nu denken bij het grote Babylon? Voor deze keer wil ik daar iets van laten zien door terug te gaan naar het Oude Testament. De naam Babel of Babylon is niet voor niets door de Geest hier gekozen om een bepaald rijk te typeren. Het gaat hier niet om een bepaalde stad die je op aarde aan kunt wijzen. Het gaat hier niet om een bepaalde beweging die er in een bepaald deel van de geschiedenis was. Het gaat hier om een macht die er na Christus hemelvaart steeds is en mensen in dienst wil nemen. Deze macht is genoemd naar Babel, naar Babylon.

Wat is nu kenmerkend voor Babel? Laten we dan eerst eens teruggaan naar Genesis 11. De mensheid is al eens op 8 mensen na van de HERE afgevallen. Mensen leefden volgens hun eigen zondige verlangens en gedachten. Het gevolg was dat Gods straf kwam door de zondvloed. De hele mensheid op 8 na vond in Gods oordeel de dood. Zelfs de eeuwige dood. Noach en zijn gezin zijn het begin van de nieuwe mensheid. Je zou zeggen dat wij als mensen ons lesje wel geleerd hebben. Dat blijkt niet zo te zijn. Na de zondeval zit de opstand en ongehoorzaamheid tegenover de HERE ons in het bloed. Wij als mensen krijgen van God de opdracht om ons over de aarde te gaan verspreiden. Om zo ook de opdracht om de aarde al meer te ontwikkelen uit te voeren. Dan zie je hoe hard ons eigen zondige hart is. Ondanks Gods grote daden in de schepping en de zondvloed, ondanks Gods opdracht als onze hemelse Vader denken wij het beter te weten.  Wij staan op tegen de HERE. Wij willen onze eigen stad tegenover de HERE bouwen. Op aarde een vesting bouwen tegenover de HERE als onze God en Vader.  Babel wordt gebouwd. De grote toren die tot in de hemel zou moeten reiken wordt hoger en hoger. De toren die het symbool wordt van het bouwen van een leven zonder God, in opstand tegenover de HERE. Wij als mensen willen baas zijn over eigen leven. De stad die dan met deze toren gebouwd wordt,  kan de mensen die niet bij elkaar houden. De HERE laat Zijn macht zien door de taal te verwarren Deze stad waar de opstand tegenover God uitloopt op grote verwarring wordt Babel genoemd.  

Een ander opvallend moment in het bestaan van de stad Babel is wanneer Gods volk Israël in ballingschap is. Nebukadnessar de koning van Babel heeft deze stad met heel veel inspanning tot een stad gemaakt die de grootheid van het rijk en van hem uitstraalt. Het is een prachtige en indrukwekkende stad geworden. Wat is de drijfkracht achter deze dingen? Dat komt uit in wat Nebukadnessar zegt als hij op het dak van zijn paleis  de stad overziet. We lezen daarover in Daniël 4: “Na verloop van twaalf maanden was hij aan het wandelen op het dak van het koninklijk paleis van Babel. De koning nam het woord en zei: Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit? Dit woord was nog in de mond van de koning of er klonk een stem vanuit de hemel: U, koning Nebukadnezar, wordt aangezegd: Het koningschap is van u weggegaan!”

We zien hier als kenmerk van Babel dat  het gaat om eigen grootheid en weelde. De mens die op zichzelf bouwt en verguld is met eigen werk en niet op de HERE bouwt.

Babel is de stad, is het leven waarin je los van de HERE leeft. Waar je samen met anderen of op je eigen plekje ergens in die stad je eigen ding doet. Op jezelf als mens bouwt. Het is de stad en het leven waarin je Christus die op de Sion staat niet als de Koning over je leven erkent. Laten we ook bedenken dat  die stad en dat leven heel aantrekkelijk lijkt. Het wordt ons ook aan alle kanten aanbevolen. Een leven vol feest, een leven met veel geld, een beroep waardoor je financieel kunt doen wat je wilt. Een leven ook als je weinig hebt  waarin je voor jezelf leeft om je eigen dingen te doen.

Hierbij moeten we ook uitkijken dat we niet alleen kijken naar wat er buiten de kerk gebeurt. Naar mensen die niet bij Christus’ gemeente horen. Ook in ons leven kan er dat leven voor Babylon zijn.   We kunnen in naam leven en schuilen in de kerk en toch leven voor de wereld. Dat is zo in jouw of mijn leven als we trouw naar de kerk gaan, onze Bijbel lezen, gelovig praten maar toch vasthouden aan zonden die we kennen. Dat is iets anders als er in terugvallen en vanuit Gods liefde er tegen strijden en er weer mee breken. Als we in het geheim vasthouden en leven voor dingen die tegen Gods wil ingaan. Als we zeggen dat we dingen in dienst van de HERE doen maar in feite leven voor geld en goed. Het is ook niet voor niets dat de Geest steeds weer juist ons als gelovigen voor zo’n leven waarschuwt. Zoals bijvoorbeeld in 1 Johannes 2: “Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.” Vs 15-17

Het is ook dom om je leven te wijden aan deze wereld. Het is dom om voor geld, goed en eigen genot te leven. Want dat leven en die macht blijven niet staan zoals het lam op de Sion. Zo’n leven, die macht heeft het niet eeuwig goed.  Het eeuwig evangelie laat zien wat het altijd goede leven is. Het leven voor jezelf, voor geld, goed en genot blijft niet bestaan. Het kan zo mooi lijken maar het valt eens als een kaartenhuis in elkaar. Er blijft van al de schittering van zo’n leven niets over. Dat wordt heel duidelijk wanneer de engel die Johannes nu ziet uitroept: “Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad”. Waarom is het grote Babylon gevallen? Wat is daarvan de reden en oorzaak? Hoe kan deze stad die zo machtig, zo aantrekkelijk lijkt, waarin volop genoten en geleefd wordt in een keer machteloos zijn? We letten daarop in de tweede plaats.

 

  1. Waarom het in duigen valt

 

Leven in Babylon lijkt zo mooi. Je doet je eigen ding. Je geniet zoals jij wilt. Wat een vrijheid. Zo lijkt het. Ik heb het er nu  nog niet over hoe dat genot en dat leven voor jezelf vaak de levens van andere mensen moeilijk maakt. Hoe je zonder het bewust te zijn daarbij vaak over lijken gaat. Omdat jij en wij zoveel willen hebben en anderen in de wereld daarvoor de prijs moeten betalen.

Afgezien hiervan is er de belangrijke reden waarom dat schitterende Babylon er niet voor eeuwig is. De grote reden waarom deze stad van de mens, van de zondige mens  eens in elkaar zal storten is wat we in het tweede deel van onze tekst lezen: “omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.”

De grote reden is dat deze stad, deze macht bij alle volken als een verleidende macht is opgetreden. Om mensen van de wijn te laten drinken die zo goed lijkt te smaken. Het lijkt heerlijke wijn. Zoals de vrucht aan de boom van kennis en goed en kwaad er zo goed en lekker uitzag.

Het is de wijn, de invloed die steeds weer verleidt tot hoererij. Dat steeds weer wil aanzetten  tot hartstocht om te doen wat ons eigen zondige verlangen wil.  Je kunt daarin zo makkelijk meegenomen worden ook als deel van Gods verbondsvolk. Denk maar eens aan twee voorbeelden in de Bijbel.

  1. Koning David ziet de mooie Batseba vanuit zijn paleis. Het verlangen, de hartstocht om met haar het bed te delen,  komt bij hem op. De duivel gebruikt wat hier gebeurt om David los te maken van de  HERE. Het gevolg is dan zelfs zo groot dat het zondige verlangen David zo in beslag neemt dat hij zelfs Batseba’s man Uria laat vermoorden. Wat leert ons dat vandaag?

Dat we de zondige verlangens van onze ogen niet moeten voeden. Jezelf kennen, je eigen zondige verlangen kennen, betekent ook dat je daar met je ogen wegblijft waar die zondige verlangens, bijvoorbeeld seksuele verkeerde verlangens gevoed worden. Dat je wegblijft bij beelden op je computer, je tablet, je telefoon die dat al meer in je opwekken. Dat we daarvan niet in het geheim achter gesloten deurenn genieten en dat niet los zouden laten.

  1. Je kunt ook denken aan koning Hizkia. Een gelovige koning. Die in veel een goed voorbeeld voor Gods volk was. Je ziet ook bij hem hoe zwak wij zijn. Hoe Babylon ons kan inpakken, hoe die ons kan dreigen mee te nemen.

Hizkia is onder Gods zegen tot een belangrijke koning in de omtrek geworden. Hij wordt gerespecteerd. Dan komen er afgevaardigden van Babel bij hem op bezoek.  Dan is het Hizkia die tegenover deze mensen uit Babel duidelijk op zichzelf en op zijn eigen bezit steunt. We lezen dan in 2 Koningen 20: “Hizkia luisterde naar hen en liet hun zijn hele schathuis zien: het zilver, het goud, de specerijen, de kostbare olie, zijn wapenhuis en alles wat in zijn schatkamers te vinden was. Er was niets in zijn huis en in heel zijn koninkrijk dat Hizkia hun niet liet zien.” vs 13.

De HERE maakt door de profeet Jesaja duidelijk dat bouwen op geld en bezit je geen echte zegen geeft: “Hij zei: Wat hebben zij in uw huis gezien? Hizkia zei: Zij hebben alles gezien wat er in mijn huis is. Er is niets in mijn schatkamers dat ik hun niet heb laten zien. Toen zei Jesaja tegen Hizkia: Hoor het woord van de HEERE. Zie, er komen dagen dat alles wat er in uw huis is en wat uw vaderen tot op deze dag hebben opgeslagen, naar Babel zal worden weggevoerd. Er zal niets overblijven, zegt de HEERE.” Vs 15-17

Bouwen op welvaart, bouwen op zoveel mogelijk willen hebben, je beroepskeuze daarop afstemmen, hoort bij het grote Babylon. Leven voor eigen positie en carrière hoort bij het grote Babylon. Het levert je uiteindelijk niets op. Op een heel indringende manier lezen we dat in Psalm 49:

“Wees niet bevreesd, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt, want bij zijn sterven zal hij niets van dat alles meenemen, zijn eer zal hem in het graf niet nadalen. Al prijst hij zich in zijn leven gelukkig, al looft men u, omdat u zichzelf te goed doet, toch zal hij komen tot het geslacht van zijn vaderen; voor altijd zullen zij het licht niet zien.”vs 17-20

Leven voor jezelf, leven samen met anderen in Babylon betekent dat Gods toorn jou treft. Gods toorn en oordeel zorgt  er voor op de dag van Christus’  terugkeer dat Babylon en al zijn macht als kitsch en rommel in elkaar gestort is. Om nooit meer te kunnen opstaan.  Het echt leven is bij Christus te vinden die Zijn leven gaf voor wie met berouw eigen zonden belijdt en met Hem als de koning en God van zijn of haar leven leeft.  Christus die uit de dood opstond. Die als Koning naar de hemel opvoer. Die als de koning van de koningen eens op de wolken zal terugkomen.

Babylon staat niet meer op maar wordt door Gods oordeel voor altijd vernietigd. Wie bij Christus schuilt is burger van Gods koninkrijk en zal eens leven in het Nieuwe Jeruzalem. Hoe nu ook verdrukt en veracht. Dat sobere leven dat vol is van het dienen van God en de naaste dat leven blijft. Dat leven heeft eeuwige toekomst. Door Gods genade. Het hemelse Jeruzalem zal nooit vallen maar eens neerdalen op de nieuwe aarde om eeuwig te bestaan! Dat is God heerlijke werk.

 

AMEN