Preek Dordtse Leeregels I, 6,7 vervolg - Dordtse leerreëls I,6,7 vervolg

Preek Dordtse Leeregels I, 6,7 vervolg - Dordtse leerreëls I,6,7 vervolg

 ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/zegengroet

Psalm 109:9,14 (Speelwerk)       

Lezing van de wet

Psalm 38:8,9

Schriflezing:  Johannes 10:14-19

                     Romeinen 1:18-25

Gebed

Collecte

Psalm 131

TEKS: DL I,6,7

Preek

Lied 436:1,5,7

Dankgebed

Psalm 40:3,7

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, volk van de HERE

 

Toen ik vorige week na de dienst en ook in de week nog met verschillende van u over de preek sprak, werd duidelijk dat het toch altijd weer moeilijk is om Gods besluit van verkiezing en verwerping een plaats te geven.

Hoe je er ook over praat. Hoe je ook vanuit de Bijbel ziet hoe de dingen zijn toch blijven de vragen vanuit ons verstand en gevoel komen. Een van de grootste problemen blijkt dan voor ons dat het de eigen schuld van ongelovigen is dat ze verworpen worden. Steeds weer komt dan naar boven dat het niet eerlijk en rechtvaardig is. We willen ons vanochtend dan ook met deze vraag bezighouden als we voor de tweede keer er op letten wat we in DL I,6,7 vanuit Gods eigen Woord, vanuit het evangelie belijden.

In de vorige preek hebben we vooral gezien hoe geweldig het voor Gods kind is om te weten dat hij of zij door de HERE van eeuwigheid af, van voor de grondvesting van de wereld uitgekozen is. We willen nu vanuit dankbaarheid en liefde voor de HERE weer luisteren naar het goed nieuws van Zijn eeuwige verkiezing. Het thema voor de preek is:

 

DE HERE HEEFT BEPAALDE MENSEN IN CHRISTUS TOT LOF VAN ZIJN GENADE UITGEKOZEN

 

  1. Hij heeft het voor de grondvesting van de wereld gedaan (vorige week)
  2. Het is de diepste grond voor ons geloof 
  3.  Het ligt vast in Christus’ aanstelling als Middelaar

  

  1. Het is de diepste grond voor ons geloof

 

Hoe kijk jij naar jezelf? Hoe kijk je naar jezelf als je denkt aan moordenaars, aan oorlogen waarbij bepaalde delen van de burgerbevolking in koele bloede worden afgeslacht. Hoe kijk je naar jezelf als je denkt aan mensen die zich de afgelopen jaren verrijkt hebben en nu wereldwijd voor heel veel economische ellende zorgen. Voel jij je dan eigenlijk diep in je hart beter dan deze mensen? Voel jij je beter dan een prostituee en mensen die haar bezoeken? Voel je je beter dan mensen die verslaafd zijn aan drugs en gokken?

Het is zo dat we gauw geneigd zijn om zo te denken. Toch is daarvoor geen echte reden als we op Gods eeuwige verkiezing letten. Als we zien wat dat betekent. Let maar eens op een deel van de eerste zin van artikel 7: “Uit het hele menselijke geslacht – dat door eigen schuld de oorspronkelijke gerechtigheid verloren en zich in zonde en ondergang gestort heeft”.

De hele mensheid heeft zichzelf aan de kracht van de zonde overgeleverd. Wij hebben door de zonde allemaal de duivel als vader. Dat maakt van ieder mens een boef. Een oplichter, een moordenaar. Een overspelig iemand. Jij en ik kunnen niet zeggen: dat zouden wij uit onszelf nooit doen. Daar ben ik te goed voor.  Soms hoor je iemand ook zeggen: ik begrijp niet waarom anderen niet geloven. Wat er in de Bijbel staat is toch de waarheid. Als je gewoon kijkt wat er in de wereld gebeurt, zie je toch dat wat in de bijbel staat waar is. Het is alleen maar dom van de ander dat hij niet gelooft. Wij wat geloven zijn gewoon verstandiger.

Als je zo redeneert ben je eigenlijk bezig om je boven anderen te verheffen. Dan doe je of jij beter of verstandiger dan anderen bent. Ieder mens zal vanuit zichzelf met overtuiging tegen God en Zijn wijsheid kiezen. Dat is de straf die we over onszelf gehaald hebben. Juist daarin ligt na de zondeval de eenheid van de mensen. Dat ligt in het afwijzen van wat de HERE zegt. Nu zeg jij misschien: Hoe kan dat nu want veel mensen in deze wereld hebben nooit in de Bijbel gelezen en zijn niet christelijk opgevoed. Hoe kan de HERE dan hun ongeloof als schuld aanrekenen?

Als je deze vraag stelt is het belangrijk om eens op Romeinen 1 te letten. We lezen in vers 20: “Gods onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in Zijn werken, Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid Zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn.”

Wat neemt die verontschuldiging voor ons als mensen weg? Dat de HERE in de schepping in Zijn werk Zichzelf in Zijn grootheid laat zien. Waarin kon en kan de hele mensheid dit zien? Ik noem nu enkele punten:

  • Wat we lezen in Genesis 1-11. De hele mensheid heeft de gezamenlijk geschiedenis van Adam en Eva en van Noach en zijn vrouw. Het is dan ook opvallend dat we in veel godsdiensten herinneringen aan het Bijbelse scheppingsverhaal en aan het verhaal van de zondvloed vinden. Het zijn er vervormingen en verdraaiingen van. Wel is hieruit duidelijk dat deze gebeurtenissen een geweldige indruk op de mensen heeft gemaakt en het daarom in de herinneringen toch heel lang heeft voortgeleefd.
  • Een andere manier waarop de HERE zichzelf aan mensen laat zien is de natuur. We lezen daarover o.a. in Psalm 19: “De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van Zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt hat door aan de volgende dag. Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank” Vs 1,2,3 Zonder klank wil niet zeggen dat het door ons als mensen niet gezien en gehoord kan worden. Het wil zeggen dat het niet in gewone woorden tot ons komt. Wie kijkt en luistert naar de natuur ziet en hoort de HERE.
  • Hierbij hoort ook dat de HERE elke dag voor het bestaan en voortbestaan van de schepping zorgt. Ook daarin laat de HERE zich aan alle mensen zien. We belijden dat in art 2 van de NGB zo: “Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding enb regering van de hele wereld. Want deze is voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein, de letters zijn, die ons te aanschouwen geven wat van god niet gezien gezien kan worden, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, zoals de apostel paulus zegt in Rom 1:20. Dit alles is voldoende om de mensen te overtuigen en hun verontschuldiging te ontnemen.”

De HERE laat zichzelf op deze manier vanaf de schepping van de wereld zien. Geen mens  kan zeggen dat hij in een tijd van de geschiedenis geleefd heeft waarin God zich niet heeft laten zien.

Gods openbaring in Zijn werken is voor ieder mens genoeg om geen verontschuldiging te hebben. Geen excuus om te zeggen: Ik heb niet geweten dat God er was en dat ik eens aan Hem verantwoording van mijn leven moet afleggen. Gods openbaring is dan wel naar je toegekomen maar je hebt er niet echt iets mee gedaan. Dan heb je niet de enige ware  God gezocht terwijl Hij zich echt wel aan je heeft laten zien.Dan heb je als mens gedaan waarop de Heilige Geest wijst in Rom 1:21: “want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd.”

De mens die Gods openbaring in wat Hij doet ziet, vervormt en verwerpt het zo dat hij voor zichzelf veel goden maakt. Hij gaat andere schepselen of zichzelf vereren. Wij zijn van onszelf niet beter. Ons hart is van zichzelf net zo slecht als dat van de slechtste mens in onze ogen. Het is voor ons vaak moeilijk te aanvaarden dat mensen die de Bijbel niet kennen, die het evangelie niet kennen geen verontschuldiging hebben. De reden daarvoor is dat ook ons hart en verstand niet vrij is van de verduistering door de zonde. Ook onze gevoelens en gedachten zijn daardoor geraakt. We vinden het vaak moeilijk om Gods wijsheid te aanvaarden. Toch is het belangrijk om ook op dit punt Gods wijsheid die de waarheid is tot ons te nemen. Ons eigen te maken en al meer deel van onze overtuiging, van ons leven met Christus te maken.

Je ziet hier weer dat wij van onszelf niet beter dan andere mensen zijn. Wij zouden net zo goed Gods openbaring in Zijn werken verdraaien als we niet door God uitgekozen waren om door Christus eeuwig gered te worden. Dat je tot heil, tot eeuwig geluk uitgekozen bent is niets anders dan vrije liefde van God. Dat wordt in art 6,7 op verschillende manieren benadrukt.

We belijden in art 6: Overeenkomstig dit besluit vermurwt Hij in Zijn genade de harten van de uitverkorenen, hoe hard die ook zijn, en buigt ze om te geloven.

In art 7 lezen we het zo: “Alleen uit genade zijn zij in Christus uitverkoren overeenkomstig het vrije welbehagen van Gods wil.”

Dit is niets anders dan Gods onverklaarbare liefde voor jou. Alleen dat maakt je tot Zijn uitverkoren kind. Wanneer je gelooft laat de HERE je zien dat Hij tot jou gekomen is. Hij is het op geen enkele manier tegenover jou verschuldigd. Toch begint Hij met Zijn Geest in je te werken. Hij is dan bezig om de tegenstand tegen het evangelie in jou af te breken. Hij is dan bezig om in jouw leven strijd te brengen. Dat je geen vrede meer hebt met de zonden in je leven. Hij is bezig om in jou verdriet over je zonden te brengen, om jouw hart zo zacht te maken dat je daarmee naar Christus vlucht. Hij is zo persoonlijk met je bezig om jou anders dan de ongelovigen te maken. Niet omdat jij van jezelf beter bent. Wel omdat Hij jou uit vrije liefde alleen uitgekozen heeft. Het gaat hier over de wedergeboorte die God in de levens van Zijn kinderen geeft en werkt. Ik hoop daarop later nog uitgebreid terug te komen bij de behandeling van de Dordtse Leerregels. Bij hoofdstuk III/IV, 11,12

De diepste grond van onze redding ligt niet in ons maar in God. Hij kon het niet aanzien dat ieder mens in de ellende zou blijven waarin wij onszelf gebracht hebben. Zijn liefde voor zondaren  was en is zo groot dat Zijn hart zo in beweging gekomen is dat Hij zondaren tot het heil uitgekozen heeft. Deze onnoemelijke liefde is Gods innige barmhartigheid waarover Zacharia zingt als Johannes de Doper geboren is. Luc 1:78.

Het is de liefde waarover we lezen in 1 Joh 4: “het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.” Vs 10    

Je verlossing en je geloof is echt een liefdesgeschenk van de Vader in de hemel! Dat horen we ook heel duidelijk uit Jezus mond in  Matt 13:11: “Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun (de ongelovigen) is het niet gegeven.”

Nu weet ik wie ik van mijzelf ben. Een zondaar die echt niets heeft om uit mijzelf trots op te zijn. Ik heb echt geen reden om over mezelf op te scheppen.  Zelfs niet tegenover misdadigers in de gevangenis. Ik mag in de wereld staan als een mens die zo dankbaar en vol verwondering is dat de HERE mij van  mijn zondige ik  al meer wil losmaken. Dan leer ik juist voor de ongelovigen te bidden. Wie het ook zijn. Dan leer ik om juist hun over de Here Jezus te vertellen en hen op Hem als de enige Verlosser te wijzen. Dan leer ik dat te doen juist omdat mijn Vader in de hemel die zelf zonder ook maar een zonde is en die de zonde vanuit het diepst van Zijn hart haat, mij en andere zondaars roept. Roept tot hem met onpeilbare liefde!

Dan geef ik mijn houding van trots, van mij meer en beter voelen op om de ander te zoeken, te brengen bij Christus. Tot zijn of haar eeuwige redding. Dan verkondigen we als gemeente met kracht het evangelie. Met moed en vertrouwen want Gods besluit van verkiezing ligt vast in Christus aanstelling tot Verlosser. We letten daarop in het tweede punt.    

 

2 Het ligt vast in Christus’ aanstelling als Middelaar

 

We lezen meerdere keren over Gods besluit. Gaat het daarbij om een besluit dat Hem zelf eigenlijk niet raakt? Vaak praten mensen zo over Gods verkiezing. Maar zo is het niet. Het gaat niet alleen maar om de verkiezing maar ook wat dat de HERE als Vader kost!

Het is de Vader die Zijn eigen Zoon van eeuwigheid als Verlosser, Middelaar heeft aangesteld.  Om er zo voor te zorgen dat  de straf die ook de uitverkorenen voor hun zonden verdiend hebben gedragen en betaald wordt. Het is niet zo dat de HERE de zonden van de uitverkorenen zomaar vergeet. Ook voor hun schuld en zonden moet tot de laatste cent betaald worden. Het is de Zoon, het is Christus die in de eeuwigheid terwijl de schepping er nog niet was ermee ingestemd heeft dat Hij eens naar de wereld zou gaan om in de plaats van zondige mensen tot in de verschrikking van de hel de straf te dragen. Ook dit is voor de grondvesting van de wereld gebeurd. Luister maar naar wat we lezen in Efeze 1: “In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn.” Vs 4  

De Zoon heeft voor de grondvesting van de wereld geweten en bewust op Zich genomen dat Hij de Verlosser zal zijn. Hij heeft precies geweten  wat het voor hem betekenen zal. Hij is daarvoor niet teruggeschrokken. Je ziet hier hoe de liefde voor Gods uitverkoren kinderen de Drie-enige  God beheerst.  De Vader is zo in liefde over hen bewogen dat Hij het plan tot verlossing maakt. Daarbij stelt Hij Zijn eigen Zoon als de Middelaar aan. Het is de Zoon die zo bij het lot van de uitverkorenen  betrokken is dat Hij in diepe liefde de aanstelling als Verlosser aanneemt. Terwijl Hij weet hoe onnoemelijk zwaar Hij daarom zal moeten lijden. Het is de Geest die zo begaan is met verloren zondaren die uit de ellende waarvan ze zelf de schuld zijn, gered moeten worden. Hij is zo met ze begaan dat hij het geloof in hun leven wil werken hoe groot de tegenstand ook is. Hij wil zo in ze aan de gang gaan dat ze tot Christus komen. Hier zien we weer die heerlijke eenheid in de Drie-enige God. Helemaal een in liefde voor verloren zondaren zoals jij en ik.

Christus is als Middelaar aangesteld en zal in de geschiedenis het plan van God tot in het kleinste detail uitvoeren. We lezen van dit plan bijvoorbeeld in Hand 2:22,23: “Israelieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door Zijn toedoen onder u heeft verricht. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd,  hebt u door de heidenen laten kruisigen en doden.”

De uitverkiezing in Christus laat ons vandaag zien dat het er in jouw en mijn leven om gaat dat we echt met  Christus leven. Als we dat doen, leven we ook in gemeenschap met de Vader en de Geest.

Die gemeenschap met Christus wordt in art 7 juist benadrukt. Luister maar: “En om hen door Christus te behouden, besloot God tegelijk deze uitverkorenen aan Hem te geven en met kracht tot de gemeenschap met Christus te roepen en te trekken door Zijn Woord en Geest. Of met andere woorden: God besloot hun het geloof in Christus te schenken, hen te rechtvaardigen en te heiligen en hen, nadat zij in de gemeenschap van Zijn Zoon met kracht bewaard zijn, uiteindelijk te verheerlijken.”     

Die gemeenschap met Christus. Met Gods eigen Zoon geeft, zekerheid, geeft blijdschap en rust. Dat is echt heerlijk broeders en zusters, jongens en meisjes!Omdat Hij van “van eeuwigheid tot Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen en tot fundament van het heil heeft gesteld.” Moet je er eens aan denken wat dit betekent! De HERE verbindt mensen die op geen enkele  manier voor hun uitverkiezing kunnen zorgen aan Christus. Hij verbindt wie gelooft aan Christus. Christus is ons Hoofd. Jij mag bij hem horen en onder jou ligt dan het fundament dat God onder je voeten gelegd heeft. Jij kunt uit jezelf niet slagen voor het examen of  je een uitverkorene kunt zijn. Jij bent dat uit jezelf niet waard! Jij en ik hebben alleen maar recht op de verdoemenis. Dan trekt de HERE je naar Christus. Door Christus de Middelaar mag jij kind van Vader in de hemel zijn. De Here Jezus zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.”  Christus doet Zijn werk als Verlosser en nu mag jij op dat fundament staan. Dan neemt de Vader jou als Zijn kind aan. Daarom zegt Paulus later: “En niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf.” 1 Kor 3:11. Gelukkig hoeven we niet op onze eigen werk te bouwen en vertrouwen. Om zo tot God op te klimmen. Dat zou ons namelijk nooit lukken.   Jij mag staan op het fundament van Christus verlossingswerk. Jij mag je aan Christus toevertrouwen en bij Hem schuilen. Wat is het heerlijk om te weten dat Christus jou kent en jij Zijn schaap bent. Let er ook op wat Jezus in Joh 10 zegt: “Ik ben de goede herder. Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij. Zoals de vader mij kent en Ik de Vader ken. Ik geeft Mijn leven voor de schapen.” Vs 14,15. De Here Jezus kent  Zijn schapen. Hij kent ze allemaal bij hun naam. Hij zorgt persoonlijk voor ze. Hij weet voor wie Hij Zijn leven geeft. Zo persoonlijk is Zijn liefde voor de kinderen van God. Jij mag je toevertrouwen aan Hem die jou persoonlijk kent en persoonlijk Zijn leven voor jou gegeven heeft.

Het is levensbelangrijk dat jij in je leven echt aan Hem je vasthoudt. Dat je in het leven met Christus en met Vader in de hemel wilt groeien. De Geest wil die groei ook geven. De HERE belooft ons dat Hij ons wil laten groeien in vertrouwen en liefde tot Hem en Christus. We lezen van die geestelijke groei o.a. in Psalm 92:13,14: “De rechtvaardigen groeien op als een palm, als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog. Ze staan geplant in het huis van de HEER, in de voorhoven van onze God groeien zij op.”

Groei in liefde tot God en Christus komt er juist als we Gods woorden tot ons laten komen. Komt er door steeds weer met je hart te bidden dat de Geest alle verstandelijke en gevoelsmatige weerstand al meer wil wegnemen. Zodat je al hoe meer de persoonlijke omgang met Christus als je Middelaar zoekt. Dat je al meer wil groeien in de kennis van jouw God en verlosser. Dan wordt je al meer dankbaar voor Gods uitverkiezing. Dan leert de uitverkiezing je juist juichen. Leer de verkiezing je om vol verwondering in aanbidding tot God te komen.

Wees toch niet iemand die zich blijft ergeren. Wees geen persoon die denkt kritisch tegenover God en Zijn werk te kunnen staan. Wees geen mens die denkt dat hij God kan beoordelen. Als je zo denkt en zo met je gevoelens omgaat zul je al kritischer worden. Dan wordt jouw kritiek al harder en wordt je al ondankbaarder. Dan verdwijnt de echte blijdschap uit je leven. Dan ga je kritischer tegenover Christus en tegenover Gods Woord staan. Dan wordt je ook al hoe kritischer tegenover mensen om je heen. Dan maak je jezelf heel eenzaam. Dan vervreemd je jezelf van Christus en van Zijn gemeente. Dan ga je op de weg van de ongelovigen.  

Wees wijs en luister naar het evangelie. Luister naar Gods stem. Dan is Gods uitverkiezing voor jou een geweldige troost. Dan mag je weten dat je bij die mensen hoort die God van eeuwigheid aan Christus gegeven heeft. Voor wie Christus Zijn leven gegeven heeft. Dan brengt Gods uitverkiezing je tot een heerlijke jubel! “Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Here.” Rom 8:38,39       

 

GODS VOLK ZEGT OP DEZE VERKONDIGING VAN HET EVANGELIE VOL VERWONDERING:AMEN

 

Opening

Vrede/Seëngroet

S.B. 33:1,3

Lesing van die wet

Psalm 38:15,17

Skriflesing:  Johannes 10:14-19

                    Romeine 1:18-25

Gebed

Kollekte

Gebed

Psalm 131

TEKS: DL I,6,7

Preek

S.B. 24:1,2,6

Dankgebed

Psalm 124:3,4

Seën

 

Broers en susters, volk van die Drieenige God

 

Toe ons vorige week na die kerkdiens nog  met verskillendes oor die preek deurpraat, was dit duidelik dat die besluit van verkiesing en verwerping tog altyd weer moeilik is om te verstaan.

Dit wat altyd weer moeites en vrae in ons koppe oproep is dat dit die ongelowiges se eie skuld is dat hulle verwerp word. Hoe kan jy dit nou vir ander mense verduidelik?  Altyd weer sê mense vir jou dat dit tog nie eerlik en regverdig is nie. Ons sal ons vanoggend ook met hierdie vraag besig hou as ons vir die tweede keer na I, 6,7 van  Dordtse Leerreëls gaan kyk.

Ons het die vorige keer al gesien hoe heerlik dit vir God se kind is om te weet dat die HERE jou van ewigheid, van voor die grondlegging van die wêreld uitgekies het. Ons wil nou vanuit dankbaarheid en liefde vir die HERE weer luister na die goeie nuus van Sy ewige verkiesing onder die tema:

 

DIE HERE HET SEKERE MENSE IN CHRISTUS TOT LOF VAN SY GENADE UITGEKIES

 

  1. Dit is die diepste grond vir ons geloof
  2. Dit lê vas in Christus se aanstelling as Middelaar

  

  1. Dit is die diepste grond vir ons geloof

 

Broer en suster hoe kyk jy na jouself?  Seuns en dogters wat dink julle van julleself?  As julle dink aan hulle wat rooftogte organiseer, aan hulle wat  boere en hulle mense op plase vermoor, as julle dink aan mense wat prostitute besoek of  aan dobbel verslaaf is hoe sien jy dan jouself?  Voel jy jou dan ver bo hierdie mense verhewe en dink jy dat jy dit nooit sal doen nie?

Ek weet dat ons altyd weer die neiging het om so te dink. Nogtans het ons daarvoor nie werklik rede nie as ons mooi sien wat God se ewige verkiesing beteken.

Let maar op twee sinne in die begin van artikel 7: “Hierdie menslike geslag het deur hulle eie skuld van hulle oorspronklike ongeskondenheid in sonde en verderf verval. Die uitverkorenes is dus nie beter of waardiger as die ander nie maar verkeer saam met die ander in die gemeenskaplike ellende.”  

Die hele mensheid het homself aan die krag van die sonde uitgelewer. Die hele mensheid  het deur die keuse vir die sonde die duiwel tot vader. Dit maak van elke mens ‘n moontlike rower, verkragter, moordenaar en owerspeler. Jy en ek kan en mag nie sê dat ons nooit soiets sou doen nie, dat jy of ek daarvoor te goed is nie. Somtyds is mense ook geneig om te sê dat hulle nie verstaan hoekom ander nie glo nie. Dit wat jy in die Bybel lees is tog die waarheid en as ‘n mens gewoon kyk sien jy tog raak dat die Bybel die waarheid is. Dit is net dom dat ander nie glo nie. Hulle wat glo is nou eenmaal verstandiger.

As ons hierdie dinge op hierdie manier sê verhef ons eintlik onsself. Dan doen ons asof ons in onsself beter en verstandiger as ander is. Elke mens sal vanuit homself en dit is die straf wat hy oor homself gehaal het met oortuiging teen God en Sy wysheid en waarheid kies.  Daarin lê na die sondeval die mensheid se eenheid. Die eenheid lê in die afwysing van God se openbaring. Nou sê jy dalk hoe kan dit nou want baie mense het nooit die Bybel gelees en het nooit van Christus gehoor nie. Hoe kan die HERE dan die mense se ongeloof  vir skuld reken?

Nou is dit belangrik om saam ‘n rukkie na Romeine 1 te kyk. Ons lees daar in vers 20: “Want die onsigbare dinge kan van die skepping van die wêreld af in sy werke verstaan en duidelik gesien word, naamlik sy ewige krag en goddelikheid, sodat hulle geen verontskuldig het  nie”.  Wat neem nou die verontskuldiging vir elke mens weg? Dat die HERE Homself, Sy ewige krag en heerlikheid  in Sy werke  vir elke mens wys. Dit is nie so dat die HERE swyg vir hulle wat die Bybel nie ken nie. Waarin kan die hele mensheid die HERE se werke ken?

Die eerste wat ons kan noem is die openbaring soos ons dit in Genesis 1-11 lees. Die hele mensheid het as gesaamentlik ouers Adam en Eva en Noag en sy vrou. Die opvallende is dan ook dat ons in baie godsdienste herinneringe aan die Bybelse skeppingsverhaal en die verhaal van die sondvloed vind. Dit is vervorm en verdraai maar dit is duidelik dat hierdie groot gebeurtenisse so’n indruk gemaak het dat dit op een of ander manier bly voortleef het.

‘n Ander manier waarop die HERE homself vir alle mense wys is in die natuur. Ons lees daarvan o.a. in Psalm 19: “Die hemele vertel die eer van God, en die uitspansel verkondig die werk van Sy hande. Die eendag stort vir die ander ‘n boodskap uit, en die een nag verkondig vir die ander kennis aan: daar is geen spraak en daar is geen woorde nie – onhoorbaar is hulle stem.”  Die onhoorbaarheid waar in die laaste woord sê nie dat mense dit nie kan sien of hoor nie maar dat dit nie met gewone woorde tot ons kom nie. Dit kom in God se werke tot enige mens.

Hierby behoort ook dat die HERE elke dag vir die bestaan van die skepping sorg en ook die geskiedenis lei. In al hierdie dinge wys die HERE Hom vir alle mense. Ons bely dit ook in artikel 2 van die NGB: “Ons ken God deur twee middele: ten eerste deur middel van die skepping, onderhouding en regering van die hele wêreld. Dit is immers voor ons oë soos ‘n mooi boek waarin alle skepsels, groot en klein, die letters is wat ons die onsigbare dinge van God, naamlik sy ewige krag en goddelikheid, duidelik laat sien, soos die apostel Paulus sê (Rom 1:20). Al die dinge is genoegsaam om die mense te oortuig en hulle alle verontskuldiging te ontneem.”

Die HERE wys Homself op hierdie manier vanaf die skepping van die wêreld. Niemand mag sê dat hy in ‘n periode geleef het waarin die HERE Homself nie so bekendgemaak het nie.

God se openbaring in Sy werke is vir elke mens genoeg om enige verskoning en regverdiging vir sy lewe sonder God weg te neem. Hierdie openbaring het na hom toegekom en dit het hom nie in beweging gesit om regtig na God te soek nie. Hulle het nie na die enigste ware God gesoek nie maar die volgende gedoen sê die Heilige Gees in Rom 1:21: “omdat hulle, alhoewel hulle God geken het, Hom nie as God verheerlik of gedank het nie; maar hulle het dwaas geword in hul oorlegginge, en hul onverstandige hart is verduister.”

Die mens wat God se openbaring in dit wat Hy gedoen het en elke dag doen, vervorm dit, verwerp dit, verdraai dit so dat hy baie gode vir homself maak,  ander skepsels of homself as die belangrikste begin vereer. Jy en ek is van onsself nie beter nie. Ons hart is van nature net so sleg as dit van die slegste mens. Selfs die mens wat nooit ‘n Bybel in sy hand gehad het of nog nooit ‘n woord oor die Here Jesus gehoor het kan nie sê dat hy ‘n verontskuldiging vir sy ongeloof en sondes het nie. Dit is vir ons dikwels moeilik om te aanvaar. Dit kom omdat ook ons hart nog nie vry is van die verduistering deur die sonde nie. Ook ons gevoelens en gedagtes is deur die sonde geraak en vind dit dikwels moeilik om die HERE se wysheid te aanvaar. Nogtans sal ons ook hier die HERE se eie Woord as die ware wysheid en ware regverdigheid moet aanvaar en al meer deel van ons lewe en oortuiging, ons vertroue op die HERE maak.

Dit alles wys weer daarop dat jy en ek nie beter as mense is wat nie in Christus glo nie of Sy Woord verdraai nie. Ons sou dieselfde doen as die HERE ons nie sou uitverkies het tot die saligheid in Christus nie. Dit is niks anders as Sy vrye liefde nie. Dit word in artikel 6,7 op verskillende maniere beklemtoon. Ons bely in art 6: “Volgens hierdie besluit maak God genadiglik die harte van die uitverkorenes ontvanklik – hoe verhard hierdie harte ook al mag wees – en buig hulle om tot geloof.

In art 7 sê ons dit so: “Nogtans het Hy hulle, uit volkome vrye welgehae van Sy wil en uit louter genade, tot die saligheid in Christus uitverkies.” 

Dit is niks anders as God se onverklaarbare liefde vir jou wat jou tot ‘n uitverkorene maak. As jy glo mag jy raaksien dat die HERE na jou toegekom het. Hy wat dit op geen enkele manier teenoor jou verskuldig was nie het in jou begin werk. Hy is besig om die teenstand teen die evangelie en Sy wil in jou af te breek. Hy is dit wat besig is om in jou stryd te veroorsaak. Hy is dit wat so met jou besig is dat jy skuldig begin voel oor dinge wat jy doen en sê en wat jou so sag maak om te leer na Christus te vlug. Hy is so baie persoonlik met jou besig om jou anders as die ongelowiges te maak. Nie omdat jy van jouself beter is nie maar omdat Hy uit vrye liefde jou nog uitgekies het. Dit gaan hier oor die wedergeboorte wat God in die lewens van Sy kinders gee en werk. Ons sal daar nog baie meer van sien as ons hoofstuk III/IV, 11,12 behandel.

Die diepste grond van ons geloof  lê nie in ons nie maar in God. Hy kon dit nie aansien dat elke mens in die ellende sou bly waarin hy homself gebring het. Sy liefde vir sondaars was en is so groot dat Sy hart so in beweging gekom het dat Hy sondaars tot die geloof, tot die saligheid uitgekies het. Hierdie onnoemlike liefde van God is Sy innige barmhartigheid waarvan Sagaria sing as Johannes die Doper as die herout van Christus gebore word. Lukas 1:78. Dit is regtig niks anders as God se liefdesgeskenk dat jy glo en ander nie omdat hulle aan hulle lewe in sonde vashou. Die Here Jesus sê dit ook duidelik in Matteus 13:11: “Omdat dit aan julle gegee is  om die verborgenhede van die koninkryk van die hemele te ken, maar aan hulle is dit nie gegee nie.”

Nou weet ek wie ek van myself is. ‘n Sondaar wat niks in myself het om te spog nie of om my bo ander te verhef nie. Ek het selfs geen rede om my teenoor misdadigers te verhef nie. Ek mag in die wêreld staan as ‘n mens wat so intens dankbaar en verwonderd is dat  die HERE my van my sondige ek al hoe meer wil losmaak. Dan leer ek ook om vir die ongelowiges te bid, wie hulle ookal is. Dan leer ek om vir hulle van die Here Jesus te vertel en hulle te roep tot Hom. Ek leer dit dan doen met liefde omdat selfs my Vader in die hemel wat sonder enige sonde is en dit vanuit die diepste van Sy hart haat, my en ander sondaars geroep het. Met onpeilbaar groot liefde!

Dan gee ek my houding van meerwaardigheid op om die ander te soek, te soek vir Christus. Tot sy ewige heil. Dan verkondig ons vir ander die evangelie van Christus want God se besluit van verkiesing lê vas in Christus se aanstelling as Middelaar. Ons let daarop in die tweede plek.

 

  1. Dit lê vas in Christus se aanstelling as Middelaar   

 

Ons lees verskillende kere van God se besluit. Gaan dit nou net om ‘n besluit wat die HERE geneem het maar Hom eintlik nie raak nie. Dikwels praat mense so oor God se uitverkiesing maar dit is nie reg nie. Die Drieenige God besluit nie alleen die verkiesing nie maar self alles daarvoor.

Dit is die Vader wat die Seun van ewigheid  aanstel om die Middelaar te wees. Om so daarvoor te sorg dat die straf wat ook die uitverkorenes vir hulle sondes verdien het, gedra en betaal word. Dit is nie so dat die HERE hulle uitkies en dat  hulle skuld en sondes netso vergeet word nie. Vir hulle sondes moet ook tot die laaste sent betaal word.

Dit is die Seun, dit is Christus wat in die ewigheid terwyl die skepping nog nie daar was nie ingestem het om eendag na die wêreld te kom om in sondige mense se plek te lei tot in die verskrikking van die hel. Ook dit het voor die grondlegging van die wêreld gebeur. Kyk maar in Efese 1:4: “soos Hy ons in Hom (Christus) uitverkies het voor die grondlegging van die wêreld om heilig en sonder gebrek voor Hom in liefde te wees”.

Die Seun het van ewigheid geweet en bewus op Hom geneem dat Hy die Middelaar sal wees. Hy het presies geweet wat dit vir Hom beteken en nogtans het Hy nie teruggeskrik nie. Hier sien ons hoe die liefde vir God se uitverkore kinders die Drieenige God beheers. Die Vader is so in liefde oor hulle bewoë dat Hy die plan tot verlossing maak en Sy eie Seun tot Middelaar en Verlosser wil aanstel. Dit is die Seun wat  so oor die lot van die uitverkorenes bekommer is dat Hy in diepe liefde die aanstelling as Middelaar aanvaar terwyl Hy weet hoe onnoemlik swaar Sy lyding vir ons sal wees. Dit is die Gees wat so begaan is met die verlore sondaars wat uit die ellende waarvan hulle self die skuld is, gered moet word dat Hy die geloof in hulle lewens wil werk hoe groot hulle teenstand ookal is. Hy wil so in hulle werk dat hulle tot Christus kom. Hier sien ons weer die heerlike eenheid in die Dreienige God. Ook volkome een in die liefde vir verlore sondaars soos jy en ek.

Christus is as Middelaar aangestel en sal in die geskiedenis die plan van God tot in die fynste detail uitvoer. Ons lees van hierdie plan o.a. in Hand 2:22,23: “Israeliete, luister na hierdie woorde! Jesus, die Nasarener, ‘n man deur God vir julle aangewys met kragte en wonders en tekens wat God deur Hom onder julle gedoen het, soos julle ook self weet – Hom wat deur die bepaalde raad en voorkennis van God oorgelewer is, het  julle deur die hande van goddelose manne geneem en gekruisig en omgebring.”

Die uitverkiesing in Christus wys vir ons vandag dat dit in jou en my lewe daarom gaan dat ons in gemeenskap met Christus lewe. As ons dit doen leef ons ook in gemeenskap met die Vader en die Heilige Gees.

Die gemeenskap met Christus word in artikel 7 beklemtoon. Kyk maar: “Deur sy Woord en Gees roep en trek God die uitverkorenes kragdadelik tot gemeenskap met Hom. Hy het dus besluit om aan die uitverkorenes die ware geloof in Christus te gee, hulle te regverdig en te heilig en om hulle, wat kragtig in die gemeenskao van st Seun bewaar word, uiteindelik as gewys van sy barmhartigheid en tot lof van sy oorvloedige en heerlike genade te verheerlik.”

Die gemeenskap met Christus, met God se Seun gee sekerheid, gee blydskap en rus. Dit is heerlik broers en susters. Omdat Hy van “ewigheid tot Hoof van alle uitverkorenes en tot fondament van die saligheid gestel is.” Moet jy eens daaraan dink wat dit beteken! Jy en ek wat op geen enkele manier vir ons eie uitverkiesing kan sorg nie. Die HERE verbind ons aan Christus. Hy is ons Hoof.  Jy mag by Hom behoort en onder jou voete is Hy die fondament waarop jy mag staan. Van jouself kan jy God se toets op geen enkele manier slaag nie. Jy is onwaardig, jy verdien regtig die verdoemenis. Nou trek die HERE jou tot Christus. Deur Christus die Middelaar mag jy Vader se kind wees. Die Here Jesus sê: “Ek is die weg en die waarheid en die lewe; niemand kom na die Vader behalwe deur My nie.” (Joh 14:6) Christus doen Sy werk as Verlosser en nou mag jy staan op die fondament en neem Vader jou as Sy kind aan. Daarom sê Paulus later: “Want niemand kan ‘n ander fondament lê as wat daar gelê is nie, dit is Jesus Christus.” (1 Kor 3:11)

Jy en ek hoef nie te probeer om op eie werk te vertrou nie en so tot God op te klim nie. Jy mag staan op die fondament van Christus se verlossingwerk. Jy mag jou aan Christus toevertrou en by Hom skuil!  Hoe heerlik is dit om te weet dat Christus jou ken dat jy Sy skaap is. Let daarop wat die Here Jesus in Joh 10 sê: “Ek is die goeie herder, en Ek ken my eie en word deur my eie geken. Net soos die Vader My ken, ken Ek ook die Vader; en Ek lê my lewe af vir die skape.” Die Here Jesus ken  Sy skape. Hy ken hulle by name. Hy sorg vir hulle persoonlik. Hy weet vir wie Hy Sy lewe aflê. So persoonlik is Sy liefde vir God se kinders. Jy mag jou toevertrou aan Hom wat jou persoonlik ken en persoonlik vir jou Sy lewe gegee het. 

Hoe belangrik is dit nou dat jy ook regtig in jou lewe aan Hom vashou. Hoe belangrik is dit dat jy nou ook in die gemeenskap met Christus en so met God wil toeneem. Die groei in die geloof wil die HERE vir jou gee. Die HERE belowe vir ons dat Hy jou wil laat groei in vertroue, in liefde tot Hom en Christus. Hy wys daarop o.a. in Psalm 92:13,14: “Die regverdige sal groei soos ‘n palmboom; hy sal opgroei soos ‘n seder op die Libanon. Geplant in die huis van die HERE, sal hulle groei in die voorhowe van onse God."

Groei in liefde tot God en in Christus ons Middelaar vind juis plaas deur Sy woorde in ons te laat kom. Deur steeds weer te bid dat die Gees ons intellektuele en gevoelsmatige teenstand al hoe meer wegneem. Dat jy al hoe meer die persoonlike omgang met Christus as jou Middelaar soek. Dat jy al hoe meer wil groei in die kennis van jou God en Verlosser. Dan raak jy al hoe meer diep-diep dankbaar vir God se uitverkiesing. Dan leer die uitverkiesing jou om te juig en in aanbidding vir die HERE neer te val.

Wees nie iemand wat jou vererger nie. Wees nie iemand wat dink dat jy kan sê wat regverdig is en wat God kan beoordeel nie. As jy so leef sal jy al hoe meer krities word, dan raak jou kritiek hart en raak jy al hoe meer ondankbaar. Dan raak jy krities vir Christus en ook krities op allerhande mense rondom jou. Jy maak dan jouself eensaam. Dan vervreem jy jou van Christus en die Sy gemeente en ga jy op die pad van die ongelowiges. Wees wys en hoor die evangelie en luister na God se stem. Dan is God se uitverkiesing vir jou ‘n onuitspreeklike troos. Dan mag jy weet dat jy by hulle behoort wat God van ewigheid aan Christus gegee het en vir Christus Sy lewe gegee het. Dan bring God se uitverkiesing jou tot die jubel: “Want ek is versekerd dat geen dood of lewe of engele of owerhede of magte of teenwoordige of toekomende dinge of hoogte of diepte of enige ander skepsel ons sal kan skei van die liefde van God wat daar in  Christus Jesus, onse Here, is nie.” (Rom 8:38,39)

 

GOD SE VOLK ANTWOORD OP HIERDIE VERKONDIGING VOL VERWONDERING: AMEN!!