Preek Dordtse Leerregels I,18 - Dordtse Leerreëls I,18

Preek Dordtse Leerregels I,18 - Dordtse Leerreëls I,18

      ORDE VAN DIENST  

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  48:1,4

Lezing van de wet

Mattheus 7:1-6

Psalm 113

Schriftlezing: Job 40:1-9

                       Job 42:1-6

                       Romeinen 11:33-12:2

Gebed

Collecte

Psalm 135:1,2

Tekst: Dordtse Leerregels I,18

Preek

Gez 171:1

Dankgebed

Gez 140

Zegen 

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

We hebben in de Dordtse Leerregels goud in handen. Een belijdenisgeschrift dat uit de goudmijn van de Bijbel dingen gehaald heeft die zo diep gaan en je zo leren om blij te zijn met de HERE. Die zo duidelijk Gods liefde en genade laten zien.

Het eerste hoofdstuk van de Dordtse leerregels heeft vanuit de Bijbel laten zien dat we onze redding alleen aan God hebben te danken. Aan Zijn onverdiende uitverkiezing. Gods uitverkiezing is juist een reden om zo blij te zijn! Dat hele hoofdstuk over de uitverkiezing eindigt in ons artikel dan ook in de aanbidding van God.

En toch al zijn er vanuit de Bijbel nog zoveel bewijzen voor Gods genadige uitverkiezing gegeven, hebben we het er vaak moeilijk mee. Blijft er ook bij ons ergens in ons hart vaak nog tegenstand over.

Weet je wat daarvan in de meeste gevallen de reden is? Omdat we woorden als zonde en het oordeel van God zulke rot woorden vinden. Dan hoor je een preek en moet er zo nodig weer over zonde gesproken worden. Dan krijg je huisbezoek en komt dat woord en wat daarmee te maken heeft weer ter sprake. Kan het nu niet eens alleen om de blijdschap van het geloof gaan. Om het blij zijn met God en met de Here Jezus? We hebben  in onze tijd neiging om niet naar de diepte van de zonden te kijken en het verdienen van Gods oordeel te kijken. Je kunt toch beter op Christus letten en dan is het toch niet nodig om altijd op zonden en Gods oordeel terug te komen?

Broeders en zusters, jongelui dat lijkt heel mooi. Ik begrijp ook heel goed dat je hart aanspreekt. Toch zorgt juist dat er voor dat de verwondering en daarmee de echte blijdschap over Gods liefde ons leven niet binnenkomt. Die blijdschap waardoor in ook in tegenspoed en verdriet, die blijdschap in God hebt. Waardoor je leert om zo verwonderd en intens blij te zijn over Gods verkiezing. Die blijdschap verdwijnt als je het niet meer als een geweldig en onverdiend voorrecht ziet dat wie in Christus gelooft uit de verloren mensheid gered wordt. Dan zie je ook niet meer dat het een wonder van Gods liefde is als je van Christus hoort en bij Zijn geredde volk mag horen. Omdat de verwondering verdwijnt of er niet is komen we dan met de vraag: is het wel zo dat alleen de gelovigen gered worden en als dat zo is, is dat dan wel eerlijk van God. Laten we in diepe eerbied en verwondering naar de HERE luisteren en samen tot de aanbidding komen als ik jullie het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 

GODS EEUWIGE VERKIEZING BRENGT GODS KIND TOT EEN HEERLIJK LOFLIED

 

1. Hoe brengen we tegenstand in ons hart tot rust?

2. Hoe komen we tot de jubel op Gods uitverkiezing?  

 

1.            Hoe brengen we de tegenstand in ons hart tot rust?

 

Het belangrijkste wat we vanmorgen onder de preek gaan doen is naar de HERE zelf luisteren. Dat betekent eigenlijk dat we de Bijbel op schoot nemen. Bedenk je dan dat je dan maar niet een of ander boek samen aan het lezen bent. De Bijbel is geen ding maar de stem van God zelf. Hij laat Zijn stem horen zonder stoorzender.

Hij laat zien hoe het er met ons als mensen voorstaat. Juist om je tot die echte geweldige verwondering over God te brengen. Dan kom je zoveel verder dan oppervlakkige blijdschap die dreigt te verdwijnen als er tegenslagen komen. De blijdschap die zonder echte wortel is.

Die echte blijdschap in God waardoor je kunt stralen ga je zien hoe het er met ons als mensen na de zondeval voor staat. Dat is dat we allemaal onder het oordeel van God liggen en dat ook verdiend hebben.

Als je dat gaat ontkennen of je wilt dat ook voor jezelf steeds weer verdoezelen zie je niet meer wie God echt is. Dan zie je ook niet meer wie jezelf bent. Dan ben je het zicht op de werkelijkheid kwijt. Je hebt het licht van God en Zijn Woord nodig om te zien wat de werkelijkheid is. We hebben allemaal persoonlijk en daarom ook samen nodig dat we als kleine mensjes op de HERE en Zijn Woord vertrouwen. Om in Zijn licht het licht te zien. We hebben nodig dat we vertrouwen op hem die zoveel meer en beter dan ons is. Om de HERE als de grote God te erkennen ook als Hij dingen doet en zegt die wij in ons leven zo moeilijk kunnen begrijpen. Die wij zo moeilijk kunnen beredeneren.

Wij willen zo graag redeneren. Je wilt zo graag je eigen gevoel en gelijk vasthouden. Dat voel je ook vaak als het over Gods uitverkiezing gaat. Is dat wel eerlijk? Waar blijft onze verantwoordelijkheid? Wat van die mensen die nooit van Christus gehoord hebben?  Is het echt zo dat het er zo beroerd met ons voorstaat dat we zelf niet voor God, voor Christus kunnen kiezen/ allemaal heel herkenbare vragen en bezwaren denk ik.

Juist als je vanuit zulke gedachten de tegenstand tegen Gods verkiezing in je hart voelt. Wat is het dan goed om onze eigen plaats te kennen. Door te letten op Job en Gods omgang met hem. Hij was toen de beste gelovige die er op aarde was.  

Job heeft de HERE gediend met heel zijn hart. Bij Job straalde dat leven met God van hem af. Hij leefde de liefde, de gehoorzaamheid, de blijdschap in en aan God voor je. Zijn leven sprak naar zijn kinderen en naar de andere mensen van de HERE. Juist deze man krijgt zoveel ellende over zich heen. Al zijn kinderen sterven. Hij was rijk en wordt in een dag straatarm. Verschrikkelijk. Dan komt er in al die ellende van Job  het moment dat hij de HERE tot verantwoording roept. Hij wil de HERE duidelijk maken dat het niet eerlijk en rechtvaardig is dat al deze ellende over zijn leven komt.  

Het kan zo echt niet rechtvaardig zijn. Eerst is het Elihu die Job meerdere keren Gods antwoord op zijn vragen en klachten heeft gegeven. Maar dan komt het moment dat God zelf het woord neemt en met Job spreekt. Job wil niet naar Elihu luisteren daarom komt de HERE zelf naar Job. De HERE begint Zijn antwoord dan in hoofdstuk 38 met allerlei vragen aan Job te stellen. Vragen die laten zien dat wij als mensen niet moeten denken dat wij alles weten. Niet moeten denken dat wij zo groot en verstandig en machtig zijn als de enige God. En dan horen de Here God in hoofdstuk 40:1 (39:35) zeggen: “Een mens die met de Ontzagwekkende twist – kan hij Hem iets leren? Laat hij die God terechtwijst op dit alles antwoorden!”

Dan is het Job die erkent dat hij zo niet had mogen spreken. Dat hij stil had moeten blijven en zich had moeten overgeven aan Gods wijsheid. Dan horen we de HERE zeggen: “Wil je Mijn recht  loochenen, wil je mij schuldig verklaren en zelf vrijuit gaan? Is jouw arm zo sterk als die van God, heb jij zo’n donderstem als Hij?” 40:8,9  (40:3,4)

Je ziet hier de grootheid van God. Als je in je hart die gevoelens voelt opkomen die willen protesteren tegen Gods uitverkiezing. Als je merkt dat je  Gods liefdevolle uitverkiezing van eeuwigheid wil wegredeneren omdat jij het als klein mensje niet begrijpt is het nodig om te beseffen hoe groot en wijs de HERE is. Om eerst eens de vinger op je mond te leggen. Om eerst eens je eigen gevoelens tot zwijgen te brengen en in diepe eerbied naar de grote God te luisteren. De HERE is God, Hij is zo rechtvaardig, zo eerlijk, zo vol liefde. Zo is niemand anders. Dan is het goed om te luisteren naar wat Job na het antwoord van God zelf zegt in hoofdstuk 42: “ ‘Ik weet dat niets buiten uw macht ligt

en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is.

 Wie was ik dat ik, door mijn onverstand, uw besluit wilde toedekken?

Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip,

over wonderen, te groot voor mij om te bevatten.

 “Luister,” zei ik, “dan zal ik spreken,

ik zal u ondervragen, zeg mij wat u weet.”

 Eerder had ik slechts over u gehoord,

maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd.

 Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij,

zoals ik hier zit in het stof en het vuil.’ Vs 2-6

Wat leren we hier? Om niet God en het evangelie te willen aannemen voor zover wij dat met ons menselijk verstand en onze menselijke gevoelens nu kunnen rijmen. Wij moeten bedenken dat ons menselijk verstand bij Gods verstand en wijsheid zo heel klein is. Daarbij komt nog dat na de zondeval ook ons verstand en ons gevoel  zo zwaar aangetast zijn dat het voor ons geen betrouwbare wegwijzers zijn. Door de zonde zijn ook onze gevoelens niet de gevoelens waarop we in de goede richting kunnen varen.

De Heilige Geest laat dit door Paulus ook heel duidelijk zien in Romeinen 9. Juist als het om Gods uitverkiezing gaat. In Romeinen 9 lezen we heel duidelijk van Gods uitverkiezing en verwerping. Die er van eeuwigheid is. Paulus heeft dit met voorbeelden duidelijk gemaakt. Maar hij weet ook dat ons hart als mensen daartegen zo gauw in opstand komt. Dat is dus niet alleen iets van onze tijd.  Hij weet dat wij met ons verstand vaak zo denken: “maar nu zult u vragen: Waarom roept God ons dan nog ter verantwoording? Niemand gaat toch in tegen Zijn wil?” (19) Een heel bekende vraag die je onder ons dan hoort is: Als God uitkiest kunnen mensen die niet geloven daar toch niets aan doen?

Het opvallende in Romeinen 9 is dat de Heilige Geest niet gaat redeneren.  De Geest zet de mens met zijn kritiek op zijn plaats. Hij laat Paulus schrijven: “Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: Waarom hebt u me gemaakt zoals ik eruitzie?” vs 20

Als we de verwondering en aanbidding van God in ons leven kwijt zijn, vinden we dit zo moeilijk. Omdat we alles volgens ons verstand en gevoel willen beredeneren. Het is zo belangrijk dat we in eerbied onze eigen plaats als mensen kennen. Dat we ook steeds weer leren bidden:  HERE wilt u door mijn opstandige gedachten en gevoelens tegen Uw Woord in mij stil maken en mij geven dat ik diep verwonderd naar U luister als de bron van alle wijsheid en eerlijkheid en rechtvaardigheid. Leer mij om een mens te zijn die door U geleerd wil worden. Een mens die juist die Woord van U in al zijn delen al meer en dieper wil kennen. Een mens die almeer vanuit Uw wijsheid wil leven. HERE leer mij om mijn plaats tegenover U als de eeuwige God en Schepper al meer te kennen en te eerbiedigen. Leer mij om niet eigenwijs tegenover U te zijn. Wil u mij leren om mij er niet aan te ergeren dat ik van Uw genade alleen moet leven. Dat ik het geloof en het leven met U niet aan mijzelf maar aan U alleen te danken heb. Dat ik erken dat ik uit mijzelf niets aan mijn verlossing  kan bijdragen. Leer mij toch om mij alleen op Christus te verlaten en mijn blijdschap te vinden daarin dat ik door Uw genade alleen Uw kind mag zijn. Dat ik daarin mijn blijdschap en zekerheid steeds weer vind. Wie zo naar de HERE luistert, komt tot een loflied op Gods genade en op Zijn uitverkiezing. Dan gaat je hart overstromen van dank aan de HERE en aan Hem alleen!

We zien dat in het tweede punt.

 

2.            Hoe komen we tot de jubel op Gods verkiezing

 

Wij willen vaak alles weten.  We willen de dingen weten voordat we zeggen dat we het er mee eens zijn.   Als iemand tegen ons zegt dat hij bepaalde dingen in vertrouwen weet en dus niet vertelt worden wij gauw wantrouwig.

Zeker als het om de HERE en Zijn spreken en doen gaat, is er geen rede om wantrouwend te zijn. Om op een afstand te blijven staan.

We weten dat de HERE de bron is van alles wat goed is. We weten dat Hij de zonde en alle onrecht en oneerlijkheid met Zijn hele hart haat!  We weten dat we ons aan Hem in alle4s kunnen toevertrouwen. Ook als we bepaalde dingen niet begrijpen.

Ook als we over Gods verkiezing en verwerping nadenken blijven er bij ons altijd vragen. Wij begrijpen niet alles. Er zijn dingen die de HERE weet en wij niet.

Het is belangrijk dat we de HERE vertrouwen. Dat we eigen beperktheid  dan erkennen en Zijn grootheid  aanbidden. Dat we dat met de verwonderde liefde om het offer van Christus voor ons doen. 

Wanneer wij nadenken over Gods verkiezing dan gaat er een diepte, een bron van rijkdom, wijsheid en kennis voor ons open. Dan zie ik dingen gebeuren die menselijk gezien onmogelijk zijn!  Dan zie ik dat mensen die door eigen schuld zondaren zijn, die door eigen schuld alleen maar Gods altijddurende oordeel verdiend hebben, delen in de liefde van God. Onvoorstelbaar, geweldig! Mensen die de eeuwige straf verdiend hebben, jij en ik mogen Christus kennen als hun Verlosser! Hij heeft Zijn leven gegeven om jou en mij van die eeuwige straf te redden. Om jou en mij dat eeuwige leven met eeuwige blijdschap te geven. Dan zie je de geweldige wijsheid en genade van God.

Waar niemand een weg voor mensen die gezondigd hebben kon vinden om uit de ellende te komen, is het de HERE die Christus geeft als de weg naar het eeuwige leven. Naar de verlossing.  Hij gaf in Goddelijke wijsheid en liefde alleen Zijn eigen Zoon voor Zijn uitverkoren kinderen. Om voor hen de straf te dragen.

Dat lijkt voor jou misschien zo gewoon omdat je het al zo vaak gehoord hebt. En toch is het als je het tot je door laat dringen zo geweldig, zo’n wonder van Gods wijsheid en liefde. Om nooit over uitgedacht en over uitgezongen te raken. De geest schrijft juist van Gods werk van verlossing door de Here Jezus:

“Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid, een wijsheid waarover God vóór alle tijden besloten heeft dat wij door haar zouden delen in zijn luister.  Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods luister niet hebben gekruisigd.  Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’  1 Kor 2:7-9  

De redding door Christus en het krijgen van vergeving en voor altijd in vrede leven met de HERE is het wonder van Gods wijsheid en goedheid. Dit was en is alleen mogelijk door Gods grootheid en wijsheid.

Als je dat ziet word je stil van verwondering. Stil vanwege de grootheid van God en stil van eerbied dat je Hem als je Vader mag kennen. Dat Hij zo vertrouwelijk met jou wil omgaan. Dan word ik stil van eerbied als ik bij mezelf merk dat ik Gods oordelen en besluiten niet in alles kan verklaren en begrijpen. Daarvoor ben ik als klein schepsel gewoon te dom. Ik moet niet zo hoog van mijzelf denken. Ik moet niet denken dat ik iets aan Gods wijsheid kan toevoegen. Hij is de Alwijze God die geen adviseur nodig heeft. Hij is de God die zo wijs is dat er bij Hem nooit een gebrek aan wijsheid is. Hij heeft alle kennis. Hij is aan mij en ons geen verantwoording schuldig voor Zijn alleen maar goede werk! 

Als ik geleerd heb om zo stil voor de HERE te worden, breek plotseling de jubel in mijn leven door. Dan maakt wat de Heilige Geest mij geleerd heeft over Gods verkiezing en verwerping mij niet somber. Hoe groot is juist dan het wonder dat ik mag delen in de liefde van God. Wat een wonder dat ik elk moment bij Hem mag schuilen met mijn leven. Dat Hij mij roept en dan nooit zal wegjagen. Dat Hij mij door al de ellende van het leven wil heen dragen! Wat een wonder dat ik als ik bij de HERE schuil mag weten dat bij mijn sterven de engelen mij naar mijn Vader in de hemel zullen brengen. Dat ik door Christus bloed daar dan in heerlijkheid zal leven.

Kun je nog stil blijven? Kun je nog kritiek op de HERE en Zijn werk hebben? Nee, want de HERE leert me elke dag dat ik door genade en genade alleen gered ben. Als je dat ziet, verdwint de lof en het vertrouwen op jezelf. Dan wil je de naam van de HERE grootmaken, prijzen. Dan zie ik dat in mijn hele leven met Christus, in de hele verlossing en heiliging van mijn leven er niets vanuit mijzelf komt. Dan leert de Geest mij de diepte van de woorden:  “Want uit Hem en door Hem en tot hem zijn alle dingen.”  

Dan is dit heerlijk om van Gods eeuwige verkiezing te horen. Wat een wonder van Gods liefde dat ik bij Zijn uitverkoren kinderen mag horen. Hij roept jou om Zijn kind te zijn! Om steeds weer tot Christus te komen. Want wie op zichzelf vertrouwt of in kritiek op de HERE leeft staat buiten die verlossing door eigen schuld. Juist als je van Gods verkiezing hoort,zie je Zijn liefdevolle Vaderhart. Wat een liefde, wat een genade!

Maakt de uitverkiezing somber en onzeker? Maakt Gods verkiezing mensen lijdelijk, afwachtend? Zorgt juist Gods uitverkiezing er niet voor dat mensen iet actief in geloof leven? Dat maken mensen ervan maar wie het vaderhart van God ziet dat roept  dan is dat niet zo. Dan wil je juist jubelen en delen in die liefde en daarvan leven.

Dat zie je ook in Romeinen 12. Paulus heeft net over Gods uitverkiezing gejubeld en dan volgt er meteen in Rom 12:1,2: “Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u.  U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. “

Wie het ongelooflijke voorrecht van Gods verkiezing in Christus leert zien, blijft niet op zijn stoel zitten wachten. Die blijft niet in de zonden leven. Die blijft niet stil. Dan wil je zo leven dat uit jouw leven op deze wereld dit ene spreekt: “Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.”

 

AMEN            

 

 

                ORDE VAN DIENS

 

Opening

Vrede/Seëngroet

Psalm  48:1,4

Geloofsbelydenis

Psalm 113

Skriflesing: Job 39:34-40:4

                   Job 42:1-6

                   Romeine 11:33-12:2

Gebed

Kollekte

S.B. 35

                  Teks: Dordtse Leerreëls I,18

Preek

S.B 24:3,4

Dankgebed

Psalm 135:1,2

Seën 

 

 

Gemeente van die Drieenige God, broers en susters

 

Ons het nou by die laaste artikel van die eerste hoofstuk van die Dordtse Leerreëls gekom. Hierdie eerste hoofstuk  beklemtoon baie meer as die vervolg God se uitverkiesing. Dit is dan ook veral hierdie hoofstuk waarteen baie mense besware het of sê dat dit tog nie nodig is om so baie aandag aan die uitverkiesing te gee.

‘n Beswaar teen wat ons tot nou toe behandel het, is altyd weer dat die leer van die uitverkiesing mense somber maak. Dit druk jou so nee, dit wys so sterk daarop dat jy as mens niks aan jou verlossing kan bydra nie. Dit moet ‘n mens tog neerslagtig maak?

Hierdie kritiek maak duidelik dat mense wat daaroor kla of nie verstaan wat die uitverkiesing beteken of  aan hulleself, aan die mens ‘n plek toeken wat nie reg is nie.

Hoe moeilik is dit vir ons om volledig van ‘n ander afhanklik te wil wees. Hoe moeilik is dit vir ons om ‘n ander vir 100% te vertrou en myself nie te vertrou nie. Dit het alles met selfverloëning te doen. Wie homself nie wil verloën sal  teen die leer van die uitverkiesing in opstand kom, wie leer om homself te verloën sal juis baie bly wees en begin jubel oor wat die HERE in die uitverkiesing vir jou gedoen het.

 

Ek verkondig vir julle die blye evangelie van die uitverkiesing in Christus onder die tema:

 

GOD SE VERKIESING VAN EWIGHEID BRING GOD SE KIND TOT ‘N HEERLIKE LOFLIED

 

1.      Die opstand teen God se uitverkiesing beantwoord

2.      Die lof op God se uitverkiesing uitgejubel

 

1.      Die opstand teen God se uitverkising beantwoord

 

Die Dordtse Leerreëls het nou teenoor die leer van die Remonstrante duidelik gemaak wat God se uitverkiesing beteken. Ons moet ons indink wat dit toe vir die mense beteken het. In die kerke is daar baie onrus, daar is stryd. Die Sinode het nou saamgekom en ‘n duidelike besluit geneem.

Ons moet ook daaraan dink dat die Kerke wat in die Dordtse Sinode saamgekom het,  nie net ‘n besluit geneem het nie. Hulle het ook nie net die leer van die Remonstrante afgewys nie. Hier het meer gebeur. Hierdie Sinode het ‘n belydenisskrif opgestel. Teenoor die afwysing van Remonstrantse leer stel die Gereformeerde Kerke dat dit die leer van God se uitverkiesing is en dit met die krag en binding van ‘n Belydenisskrif.

Hierdie belydenisskrif gaan nou die kerke in en nou moet elkeen wat in die kerke is die besluit naam of hulle hierdie leer as die leer van Skrif aanvaar. Nou moet mense met Remonstranse gedagtes na die onderwys luister en ernstig gaan oorweeg of hulle dit as die leer van die Skrif en as belydenis van Kerk aanvaar en aanneem.

As mense alles gelees het wat in hierdie hoofstuk van die Dordtse Leerreëls staan, bly sekeres nog sê dat hulle dit nie aanvaar nie. Hulle laat hulle nie oortuig nie. Hulle kom hierteen in opstand en openlik wys hulle die leer van God se ewige uitverkiesing af.

Hierdie mense wil ook nie aanvaar wat ons in die Dordtse Leerreëls oor die strengheid van God se verwerping bely nie.

Jy het nou vanuit die Woord al die dinge genoem wat tot hiertoe in die Dordtse Leerreëls genoem is. Jy het met liefde die ander die leer van die Skrif voorgehou en nogtans bly die teenstand en opstand daarteen bestaan. Wat moet jy dan doen?

As jy op al die gedeeltes in die Bybel gewys het wat duidelik maak dat God van ewigheid sekere mense uitverkies het en ander nie en nog bly die ander opstandig daarteen help dit nie om nog allerhande ander argumente en plekke in die Bybel te gebruik nie.

Dan het ons sover gekom dat ons of vir onsself of vir die ander moet vra: Wie is jy en hoe ontvang jy die Woord? Hoe ontvang jy die Woord as jy sê dat dit nie so is nie omdat dit volgens jou gevoel met God se liefde stry of omdat jy dit met jou verstand nie reg kan kry nie. Jy voel dat dit nie so kan wees dat baie mense sonder dat hulle die evangelie in hulle eie lewe gehoor het verlore kan gaan nie. Jy kan dit in jou hart nie aanvaar dat so baie mense vir ewig verlore gaan.

As jy in jou hart so redeneer. As jy so die teenstand teen dit wat die HERE in Sy Woord wys wil volhou, as jy vanuit jou eie gevoel en gedagtes al die bewyse uit God se Woord eenkant skuif, is dit nodig dat jy en ek ons plek vir die HERE besef. As jy naamlik opstandig bly God se onderwys nie wil aanvaar nie vervreem jy van Hom. Dan staan jy buite die genade omdat jy nie van genade alleen wil leef nie. Dan is bekering nodig. 

Ons kan so redeneer. Ons sien dit ook in Job se lewe. As Job se lewe so ellendig geword het, wil hy die HERE tot verantwoording roep. Hy wil vir die HERE sê dat dit tog nie reg kan wees wat met hom gebeur het nie. Dit kan nie regverdig wees nie. Dit was Elihu vir Job meerdere kere God se antwoord op sy vrae en klagtes gegee het, is dit die HERE self wat met Job begin praat. Job wil nie na Elihu luister nie. Dan begin die HERE Sy antwoord vir Job met: “Wil die berisper met die Almagtige twis? Laat hy wat God teregwys, hierop antwoord!” (Job 39:35) As Job erken het dat hy behoort te swyg sê die HERE o.a. ook: “Wil jy werklik my reg verbreek, My veroordeel, dat jy kan gelyk hê? Het jy dan ‘n arm soos God? En kan jy donder met die stem soos Hy?  (40:3,4)

As jy in jou hart steeds weer die gevoelens van opstand teen die leer van die uitverkiesing voel. As jy by jouself sien dat jy steeds weer wil protesteer en wil redeneer om dit te kan wegredeneer is dit nodig om jou hart en gedagtes eers tot swye te bring. Dan is dit nodig dat jy raaksien wie jy is. Dan is dit nodig dat selfs alle mense saam nie God se wysheid het nie. Hy is God, Hy is regverdig en niemand anders nie. Dan is dit goed om te luister na dit wat Job later in hoofstuk 42 sê: “So het ek dan gespreek sonder om te verstaan, dinge te wonderbaar vir my, wat ek nie begryp nie. Hoor tog, en ek sal spreek; ek sal U ondervra en onderrig U my! Volgens hoorsê het ek van U gehoor; maar nou het my oog U gesien. Daarom herroep ek en het berou in stof en as.” (3-6)

Dit mag in jou lewe nooit daarom gaan of jy die HERE se boodskap met jou menslike verstand en met jou menslike gevoel verstaan en aanneem nie. Ons moet bedink dat ons menslike verstand so nietig is as ons dit met die HERE se wysheid is. Ons moet bedink dat ook ons verstand deur die sondeval ernstige skade gelei het. Ons moet ook steeds weer daaraan dink dat ons eie gevoel deur die sonde dikwels verkeerde paaie gaan.

Paulus wys ook daarop in Romeine 9. As Paulus daar baie duidelik gesê het dat die HERE van ewigheid uitverkies en verwerp het. As hy dit met voorbeelde duidelik gemaak het, ken hy ook die opstandige hart van die mens daarteen. Hy weet dat die mens se verstand dan dikwels so redeneer: “Jy sal dan vir my sê: Waarom verwyt Hy dan nog, want wie het sy wil weerstaan?” (19)

Die Heilige Gees gaan dan nie redeneer nie. Die Gees set  die mens in sy kritiek op die HERE op sy  plek deur Paulus te laat skryf: “Maar tog, o mens, wie is jy wat teen God antwoord? Die maaksel kan tog nie vir die maker sê: Waarom het u my so gemaak nie?”

Jy en ek moet ons plek ken en net vra: HERE wat sê U. Ons moet steeds weer bid: HERE maak opstandige gedagtes en gevoelens teen wat U in U Woord leer in my stil. Leer my om ‘n mens te wees wat deur U Gees geleer wil word. Wat die Woord van U Gees al hoe meer wil ken en in al sy dele wil aanvaar en daaruit leef. HERE leer my om my plek te ken teenoor U wat die Ewige God en Skepper is, leer my om my nie te verhef nie. HERE leer my ook om my nie daaraan te vererg dat ek van genade alleen moet leer leef. Dat ek leer dat ek niks maar dan ook niks aan my eie saligheid kan bydra nie. Leer my om my alleen op Christus te verlaat en die genade van U genade in die onverdiende verkiesing te bely en daarin al hoe meer my blydskap en vastheid te vind. As ‘n mens so na die HERE luister dan kom die loflied op God se genade van die uitverkiesing in Christus in jou hart. Dan kan jy nie meer ophou om die HERE daarvoor te dank. Ons sien dit in die tweede punt.

 

2.      Die lof op God se uitverkiesing uitgejubel

 

Ons wil dikwels alles weet.  Ons wil alles weet voordat ons van iets openlik sê dat dit goed is. As iemand vir ons sê dat hy sekere dinge nie vertel nie begin wantroue in ons kom.

Hoe anders behoort dit te wees as die HERE met ons praat. Ons weet dat Hy die bron van alles wat goed is, is. Ons weet dat Hy die sonde vanuit Sy hart met ‘n volkome haat, haat. Ons weet dat ons ons aan Hom in alles volledig kan toevertrou. Ook as ons nie verstaan wat gebeur nie.

As jy en ek oor God se verkiesing en verwerping nadink, bly daar altyd nog vrae. Ons verstaan nie alles nie. Daar is dinge wat die HERE ons nie geopenbaar het nie.

Hoe belangrik is dit dat jy en ek leer om vanuit die diepe eerbied vir God, vanuit godvresendheid,  die verborgenhede van God te aanbid. As ons nadink oor God se verkiesing dan gaan daar ‘n diepte van rykdom, wysheid en kennis vir ons oop. Dan sien ek dat wat menslik onmoontlik was, gebeur. Sondaarmense wat niks anders as die ewige oordeel verdien het, deel in God se liefde! Mense wat die ewige pyniging in die hel verdien het, jy en ek is een van hulle,  mag Christus ken wat gekom het en Sy lewe gegee het  om jou en my daarvan te red, om jou die ewige lewe in God se vreugde te gee. Dan leer jy God se wysheid sien. Waar niemand kon sien hoe  mense wat gesondig het nog gered kon word, is dit die HERE wat in Sy wysheid dit gee deur Sy Seun vir Sy uitverkore kinders te laat sterf en die straf vir hulle te laat dra. Dit lyk dalk vir jou so gewoon omdat jy dit al so dikwels gehoor het nogtans sou ons dit as mense nooit uitgedink kon het nie. Die Gees skryf  juis van die HERE se werk van verlossing deur die Here Jesus in 1 Kor 2:7-9: “Maar ons spreek die wysheid van God, wat bestaan in verborgenheid wat bedek was en wat God van ewigheid af voorbeskik het tot ons heerlikheid, want niemand van die heersers van hierdie wêreld geken het nie, - want as hulle dit geken het, sou hulle die Here van die heerlikheid nie gekruisig het nie – maar soos geskrywe is: Wat die oog nie gesien en die oor nie gehoor en in die hart van ‘n mens nie opgekom het nie, wat God berei het vir die wat Hom liefhet.”

Die verlossing deur Christus en die kry van vergifnis en van die altyd in vrede leef met die HERE is ‘n wonder van God se wysheid en goedheid. Dit was en is alleen moontlik deur die HERE se kennis. As jy dit sien dan word jy stil. Stil vanweë God se grootheid en dat jy Hom as jou Vader mag ken. Dat Hy so vertroulik met jou omgaan as Sy kind. Dan word ek stil en lê die hand op my mond  omdat ek  God se oordele en besluite nie kan deurgrond nie. Ek is daarvoor as klein skepsel te dom en ek moet nie so hoog van myself dink nie. Ek moet nie dink dat ek iets aan God se wysheid en kennis kan toevoeg nie. Hy is die Al-wyse God en het geen raadsman nodig. Hy is die volkome wyse God wat alle kennis het. Hy is geen verantwoording aan my skuldig vir Sy heeltemal goeie werk.

As ek stil geword het vir die HERE, dan breek skielik die jubel in my lewe deur. Dan maak wat die HERE vir my geleer het oor verkiesing en verwerping my nie somber nie. Hoe groot is die wonder dat ek in Sy liefde mag deel. Wat ‘n wonder dat ek elke oomblik by Hom mag skuil en dat Hy my deur alle ellende heendra. Wat ‘n wonder dat ek by my sterwe sekerlik mag weet dat die engele my na Vader in die hemel bring en dat ek deur Christus se bloed daar in heerlikheid mag leef. Kan ek nog stil bly, kan ek nog kritiek op die HERE hê? Nee, die HERE leer my elke dag dat ek deur genade en genade alleen gered is. As ek dit weer sien dan verdwyn die lof op myself. Dan moet ek Sy Naam grootmaak. Dan sien ek in die hele lewe met die HERE, in die hele verlossing en heiliging van my lewe niks uit myself kom nie. Dan leer die Gees my die diepte van die woorde: “Want uit Hom en deur Hom en tot Hom is alle dinge.” Dan is dit heerlik om van God se verkiesing en verwerping te hoor. Hoe leer ek dan God se Vaderhart vir Sy uitverkore volk ken. Wat ‘n genade, wat ‘n liefde en dit ook vir my deur U alleen om die ewige welbehae.      

Maak die verkiesing somber? Maak die verkiesing mense wat afwag en nie in liefde aktief vir die HERE leef nie? Dit is onmoontlik as ‘n mens regtig die HERE as sy God en Verlosser leer ken het. By die heerlike uitverkiesing behoort juis die oproep tot die aktiewe lewe vir Christus. As Paulus oor God se uitverkiesing gejubel het volg dadelik in Romeine 12:1,2: “Ek vermaan julle dan, broeders,  by die ontferminge van God, dat julle jul liggame stel as ‘n lewende, heilige en aan God welgevallige offer – dit is julle redelike godsdiens. En word nie aan hierdie wêreld gelykvormig nie, maar word verander deur die vernuwing van julle gemoed, sodat julle kan beproef wat die goeie en welgevallige en volmaakte wil van God is.”

Wie die ongelooflike voorreg van God se uitverkiesing in Christus raaksien, bly nie in sy stoel sit nie, bly nie vir die sondes leef nie, bly ook nie stil nie. Hy wil so leef dat sy lewe net hierdie een ding van God sê: “Syne is die heerlikheid tot in ewigheid.  Amen.”

 

ONS ANTWOORD OP HIERDIE VERKONDIGING VAN DIE EVANGELIE IS: AMEN, DIT IS WAAR EN SEKER.