Preek zondag 4 DE RECHTVAARDIGE GOD LAAT ONS HET FEEST VAN DE VERLOSSING VIEREN

Preek zondag 4  DE RECHTVAARDIGE GOD LAAT ONS HET FEEST VAN DE VERLOSSING VIEREN

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-zegengroet

Psalm 112:1,2

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing:  Galaten 3: 6-14

                         Exodus 34:1-14

Psalm 90;1,8

Tekst: Zondag 4

Verkondiging van het evangelie

Psalm 5:1-5

Geloofsbelijdenis van Nicea

Psalm 100

Dankgebed

Collecte

Psalm 86:2,5

Zegen    

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Zijn wij in de ogen van de HERE iets waard? Het is een vraag waar meerderen in onze eigen gemeente mee worstelen. Wij zijn toch onwaardige zondaars die niets verdiend hebben? Wij zijn toch mensen die als ze iets goeds doen dat eigenlijk n iet zelf doen maar dan is het toch God, is het toch de Geest die dat doet? Ben ik zelf in Gods ogen nog wel iets waard? Het zijn vragen die ons leven, die ons gevoel raken. Dat is niet alleen in onze tijd zo. Dat zijn vragen die er steeds weer zijn. Het zijn vragen die de harten van veel gelovigen in hun leven voelen opkomen. Zeker ook daar waar terecht beleden wordt dat wij uit en in onszelf schuldige zondaren zijn. Mensen die niet verdiend hebben om Gods genade te kennen en daarin te delen. Ik las op dit punt  deze week woorden van een op dit punt onverdachte getuige. Het zijn woorden van ds Willem Teelinck. Een onverdachte gereformeerde predikant uit de 17e eeuw die in zijn prediking altijd weer liet zien dat we door onze schuld en zonden Gods liefde op geen enkele manier verdiend hebben. Hij schreef in 1650: “ “Niets ter wereld is schadelijker – dat leert de ervaring ontegenzeggelijk – dan de mening van de gelovigen dat hun doen en laten toch niet aangenaam is voor de Heere en dat Hij daarin toch geen welgevallen heeft en ook niet hebben kan. Daardoor verflauwt de ijver in hun hart voor alles wat met de dienst van God samenhangt namelijk heel erg; ze worden daarin heel nalatig en doen de dingen helemaal niet goed.”

We gaan nu in zondag 4 weer zien dat we het zelf niet kunnen en dat we het zelf niet verdienen. Is dat alleen maar iets dat ons naar beneden drukt? Is dat alleen maar iets dat ons wel moedeloos moet maken? is het zo dat jij met jouw naam en leven eigenlijk voor de HERE helemaal niet telt? Maakt het eigenlijk niet uit hoe je leeft want eigenlijk ben jij het niet als je als gelovige leeft?  Belangrijke vragen voor je leven van elke dag. We gaan ook hiernaar kijken en horen wat de HERE ons te zeggen heeft. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

DE RECHTVAARDIGE GOD LAAT ONS HET FEEST VAN DE VERLOSSING VIEREN

 

1. Ondanks onze ongehoorzaamheid

2. Ondanks de straf die komt

3. Dankzij Zijn genadige liefde

 

  1.  Ondanks onze ongehoorzaamheid

 

We zijn in Zondag 3 geëindigd met vraag en antwoord 8: “Maar zijn wij zo verdorven, dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad?  Ja, behalve wanneer wij door de Geest van God opnieuw geboren worden.”

In zondag 4 komt er reactie op dit antwoord. De schrijvers van de catechismus weten dat dit antwoord namelijk altijd weer vragen oproept. Ook in het hart van de gelovigen. Het is niet zo dat als je met de HERE leeft je hart van steen geworden is. Het is niet zo dat je dan een soort robot geworden bent die inneemt wat de HERE zegt en dat je al je vragen en je gevoel dan kwijtraakt. Juist niet. De HERE wil ons juist als Zijn kinderen met alles wat Hij in ons als mensen geschapen heeft. We krijgen in onze zondag met 3 vragen te maken die vaak opkomen als de zondigheid van ons, als de totale verdorvenheid van ons als mensen benadrukt wordt.

De eerste is de vraag of de HERE wel rechtvaardig is. Is het wel eerlijk om van ons als mensen na de zondeval een leven te vragen dat voor 100% naar de wil van God is? Is het wel eerlijk om van mensen na de zondeval te vragen om in totale liefde voor hem te leven? God weet toch als geen ander dat wij dat niet kunnen!

Het antwoord is dat we niet moeten proberen de schuld voor onze zonden en schuld bij de HERE neer te leggen. Dat is echt onze eigen schuld. Wij hebben dat in deze wereld gebracht. Wij hebben er als mensen voor gezorgd dat de zonde en daarmee alle slechte en moeilijke dingen de wereld zijn binnengekomen. Wij zijn mensen die al vanaf de eerste mens die na de zondeval geboren is van vader op zoon, van moeder op dochter  zondige mensen zijn. In elk mens is er vanaf het begin van ons leven die zondige aard die er voor zorgt dat we meer van ons verkeerde ik houden dan van de HERE en wt echt goed is. Dat was geen ongelukje! Dat is ons als mensen maar niet overkomen. Dat was en is echt helemaal onze eigen schuld. De duivel speelt daarin een rol dat is waar. Hij is het als het ware die ons de zonde en een zondig leven kwam aanbieden. Hij was het die in het paradijs naar de mens, naar Eva en Adam toekwam om hun een zondig leven aan te bieden. Een leven dat zou ingaan tegen de wil van God als onze God en Vader. De HERE had als Vader ons gewaarschuwd dat we dat niet moesten doen. De gevolgen zouden voor ons verschrikkelijk zijn. De dood. Een bestaan voor altijd in ellende, zonder Gods liefdevolle zorg. Toch kiezen we tegen God en voor de duivel, voor dat zondige bestaan voor onszelf en onze nakomelingen. Wij erven hoe Adam en eva zich als onze voorouders zelf gemaakt hebben. God heeft ze zo niet gemaakt. Dat hebben wij zelf gedaan! De Heilige Geest maakt ons dat heel duidelijk bijvoorbeeld in Rom 5:12: “Daarom, gelijk door één mens de ​zonde​ de wereld is binnengekomen en door de ​zonde​ de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben”.

Omdat ook Adam als de eerstverantwoordelijke voorouder het aanbod van de duivel heeft aangenomen terwijl hij veel beter kon weten en tot dan toe werkelijk leefde in het bad van Gods zorg en liefde. Daarom is hier sprake van wat de catechismus noemt “moedwillige ongehoorzaamheid”.  Wij hebben geen excuus tegenover de HERE. Wij kunnen hem niet van onrechtvaardigheid beschuldigen. Dat wij niet meer uit onszelf echt goed kunnen leven is onze schuld. Wij hebben er zelf voor gezorgd dat we deze competentie, deze eigenschap niet meer hebben.  Door eigen schuld staan we schuldig en zijn het niet waard om in Gods liefde en zorg te delen. Echt onwaardig. Daar staat ook in vraag en antwoord 8 geen punt! Dat is niet het einde van Gods boodschap! Het einde van Gods boodschap is dat Hij Zijn Zoon naar de wereld heeft gestuurd, dat Hij de zondeloze mens Jezus Christus  de straf heeft laten dragen die jij en ik dik en dik verdiend hebben. Dat Gods rechtvaardige oordeel die jij en ik verdiend hebben op Hem gelegd is. Dat daardoor niet alleen jouw zonden vergeven worden. Dat zelfs Gods liefde heel echt jouw leven binnenstroomt als je bij Christus je leven zoekt. Dat jij door Christus echt waarde bij God hebt. Jij met jouw leven! De HERE heeft jou bij jouw doop bij je naam genoemd. Zijn liefde gaat door Christus echt naar jou uit. Hij kijkt dan met genoegen naar jou als je in liefde voor Hem leeft. Wanneer jij in jouw leven vanuit de liefdesband aan Christus volgens Vaders wil wil leven, is dit gebrekkig, heel gebrekkig maar dan is het Christus die dit gebrek, dat zondige deel bedekt. Zo zorgt God er voor dat jouw leven met je eigen leven waarde voor Hem heeft. Jij mag zo echt Gods geliefde kind zijn. De HERE doet dan niet alsof jouw leven niets waard is. Ik kan er niets door verdienen. Toch krijg ik om Christus door het gekregen geloof beloning uit genade. Daarbij heeft wat je uit geloof, uit liefde voor de HERE en je naaste gedaan hebt waarde. Zoals we daar over lezen in bijv 2 Kor 5:10: “want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.”  Het is niet zo dat wie voor de HERE geleefd heeft geen waarde in Gods ogen heeft. Juist door Christus mag je tot je bemoediging lezen wat de Geest zegt in 1 Kor 15:58: “ Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.”

Wie eigen schuld kent en zich niet achter smoesjes verschuilt en bij de Christus zijn of haar leven zoekt mag weten dat jij Gods geliefde kind bent en dat de HERE blij is met de dingen die je doet uit liefde voor Hem.  Of om het met die gereformeerde dominee uit 1650 te zeggen: “ Deze oprechte vromen kunnen er op goede gronden juist zeker van zijn dat vanwege de volkomen gehoorzaamheid van de Heere Jezus Christus zelfs hun zwakste pogingen God behagen en door Hem verwelkomd worden.”

Maar dominee betekent dat nu niet dat we dus teveel op onszelf en onze eigen daden gaan bouwen? Wie dat gaat doen leeft niet echt uit geloof en kent zichzelf niet. Dat zien we in het tweede punt.

 

  1. Ondanks de straf die komt     

 

  Bij een beeld van God dat in onze tijd heel populair is past heel erg de vraag die als tweede in Zondag 4 gesteld wordt: “Wil God zo’n ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?” In onze tijd wordt de liefde van God vaak vertaald met dat de Here lievig is. Een soort Sinterklaas die het allemaal niet zo erg vindt als jij aan dingen vasthoudt die Hij duidelijk als verkeerd heeft aangegeven. Als je maar van Jezus houdt dan maakt het de HERE echt niet uit hoe je leeft. Dan is Hij er echt altijd voor je en heeft Hij er echt begrip voor dat jij dat verkeerde in je leven eigenlijk niet kunt en wilt loslaten. Het klinkt zo goed. Zo’n begrijpende Vader in de hemel. Eigenlijk is de Here Jezus dan naar de aarde gekomen om door Zijn offer er voor te zorgen dat we in zonde blijven leven en dat geen verdere gevolgen voor ons heeft. De oproep om heilig in een nieuw leven voor de HERE te leven verdwijnt dan al meer.

Zulke redeneringen  strijden met wie de HERE is! Strijden daarom ook met wat de Heilige Geest ons over de HERE leert.  Gods liefde betekent juist dat Hij alles wat zondig is vanuit Zijn hart haat! Er is bij Hem geen plaats voor het verkeerde! We lezen dat bijvoorbeeld heel duidelijk in 1 Johannes 1: “En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van ​Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle ​zonde.” vs 5-7

God is licht, God haat alles wat tegen Zijn goede wil ingaat. Dan ga je ook zien wat er staat dat vers uit Galaten 3 die zelfs in de tekst van de catechismus is opgenomen: “Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de ​vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het ​boek​ der wet, om dat te doen.” 

Op ons ligt Gods oordeel voor alles wat niet in overeenstemming is met Zijn wil. Dan gaat het maar niet om het uitvoeren van een stel regels alleen. Dan gaat het ook niet er om dat we heel veel regels hebben en dat we die dan houden om zeker te maken dat we het bij de HERE verdienen. Dan worden regels een soort beveiliging om je toch maar acceptabel voor God te maken. In de tijd van de here Jezus en ook daarna zie je dat heel sterk bij het jodendom. Het gaat niet om het houden en het verwachten van allerlei menselijke regels. Dat is wetticisme. Het gaat veel verder en veel dieper. Het gaat erom dat we leven met ons hart in liefde voor de HERE en Zijn goede geboden. Dat het echt een zaak van ons hart is! Dat Christus voor ons echt alles geworden is! Juist als je dat door het werk van de Geest in je leven bent gaan zien, zie je dat er nog zoveel in je eigen leven is dat Gods oordeel verdient.  Dan sla je jezelf niet op je borst. Dan voel je je niet beter dan anderen en verhef je je niet boven anderen. Dan wil je samen met anderen van Gods genade leven. Dan willen we samen ook luisteren naar Gods Woord. Ook om door de HERE onze zonden ook diep in ons hart aangewezen te krijgen. Dan houden we die woorden van God niet op een afstand. Dan gaan we de HERE niet zien als een lievige God die het verkeerde door de vingers ziet. Dan zijn wij het namelijk die met ons beeld van God stinkende wonden in ons eigen leven en dat van anderen veroorzaken.  Dan maken we van de HERE een zachte heelmeester en dan blijven er stinkende wonden die uiteindelijk voor onze eeuwige dood zorgen. Dan houden we Gods echte behandeling die diep snijdt en die diep ontdekkend is en ons pijn doet tegen. Die behandeling hebben we nodig. Om echt tot Christus te vluchten, om het echt van het vernieuwende werk van de Geest in ons leven te verwachten. We hebben Gods Woord altijd weer nodig om ons aan onze zonden te ontdekken. Om onze ellende te kennen en om door belijdenis van schuld bij Christus uit te komen. Wie zo tot christus komt, krijgt dan ook weer moed. Dan blijf je niet met je hoofd en hart in die ellende hangen. Dan zie je voor je en maak je je al meer eigen wat we lezen in Gal 3:13,14: “Christus​ heeft ons vrijgekocht van de ​vloek​ van de wet door voor ons een ​vloek​ te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de ​zegen​ van ​Abraham​ in ​Christus​ ​Jezus​ tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.” HSV

Vluchten tot Christus met je schuld en dan mogen weten dat je door Christus op weg bent naar Gods eeuwige feest. Omdat Christus voor jou de straf gedragen heeft en zo je vrijgekocht hebt zodat de duivel en de zonde je niet meer in het eeuwig oordeel kan brengen.

Is dit toch allemaal niet wat erg zwaar? Want de HERE is toch een barmhartig God? Daarover in het laatste punt.

 

  1. Dankzij Zijn genadige liefde

 

 God is barmhartig. We hebben dat ook gelezen in Exodus 34: “De Here ging aan hem voorbij en riep: Here, Here, God, ​barmhartig​ en ​genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, ​overtreding​ en ​zonde​ ​vergeeft; maar (de schuldige) houdt Hij zeker niet onschuldig, de ongerechtigheid der vaderen bezoekende aan ​kinderen​ en kindskinderen, aan het derde en vierde ​geslacht.”

Barmhartig betekent o.a. dat de HERE geduldig is. Dat Hij niet meteen als we het verdiend hebben de verdiende straf over ons laat komen. Dat zie je hier in Exodus 34. Dit is na de zonde met het gouden kalf. Het volk Israël had het meer dan verdiend dat de vlammen van Gods oordeel van de hemel naar ze toekwamen en voor altijd zou doden. Toch geeft de HERE tijd en luistert Hij naar het gebed van Mozes en gaat Hij met Israël als Zijn volk verder. Zoals de HERE ook naar het gebed van de Here Jezus aan het kruis luisterde± vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen. Dan geeft de HERE nog genade tijd. Moet je dat eens indenken wat het nu betekent dat de HERE barmhartig is, dat Hij nog geduld met ons heeft. Als de HERE zo niet was dan zou de eerste de beste zonde of zondige gedachten hier en nu betekenen dat de bliksem van Gods oordeel nu bij je zou binnenkomen en je dood zou neervallen zoals bij Ananias en Saffira is gebeurd.  De HERE is barmhartig dat betekent dat Zijn oordeel niet direct komt. Het betekent dat de HERE tijd geeft voor bekering. Het betekent ook dat Zijn straf  niet verdwijnt. Die wordt nog altijd verdiend. Dat zien we ook heel goed in Exodus 34:  “maar de schuldige houdt Hij zeker niet onschuldig, de ongerechtigheid der vaderen bezoekende aan ​kinderen​ en kindskinderen, aan het derde en vierde ​geslacht.”

Gods barmhartigheid en Zijn rechtvaardigheid staan niet tegenover elkaar. Waarom kan God barmhartig zijn? Waarom heeft Zijn eeuwig oordeel dat we verdiend hebben ons niet allemaal zonder enige hoop gelaten?  Omdat de HERE redenen uit zichzelf heeft gehaald om niet meteen te straffen, omdat Hij uit niet te volgen liefde besloten heeft om de verdiende straf voor de gelovigen op Zijn Zoon, op de Here Jezus te leggen. Om Hem in de plaats van de gelovigen, van Zijn geliefde kinderen  de volledige straf tot in de hel te laten dragen. Het is echt allemaal het genade werk van God.  Wij staan schuldig aan de dood, aan het tot in de hel moeten lijden van de Here Jezus, aan de dood van de Zoon van God. Als je dat ziet  en beseft wat dat betekent dan verlies je toch alle moed? Zo was het ook toen Petrus dit aan zijn volksgenoten vertelde op de Pinksterdag. Dan lezen we het volgende: “ Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun ​hart​ getroffen, en zij zeiden tot ​Petrus​ en de andere ​apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? En ​Petrus​ antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich ​dopen​ op de naam van ​Jezus​ ​Christus, tot ​vergeving​ van uw ​zonden, en gij zult de gave van de ​heiligen​ Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw ​kinderen​ en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. “ Hand 2:37-39

Wie zich afkeert van de zonden, wie al biddend tegen het verkeerde in eigen leven strijd en in liefde tot Christus wil leven mag weten dat Gods oordeel voor hem of haar stilgemaakt is doordat het op Christus is gelegd. Dan komt er in je hart die geweldige blijdschap en dankbaarheid dat je door Gods werk zo geliefd bent dat je Gods geliefde kind bent. Dat je mag weten dat Hij jou op het eeuwige feest om Christus’ werk verwelkomt. De diepten die je kent en die je met verdriet daarover bij de HERE brengt zorgen voor een geweldige blijdschap. Waardoor jij jouw echt blijdschap en plezier in de HERE vindt. Dan ga je ook zien dat de Bijbel vol is van die geloofsblijdschap die dank is aan God. Laten we zo uit de diepten en met diep ontzag en eerbied voor de HERE blij zijn. Leef zo dat die blijdschap je niet ontgaat en je voor altijd in de ellende zou zitten. Laat die blijdschap zo in je leven zijn dat dit bitterheid tegenover God en ook tegenover anderen uit je leven weghaalt en weghoudt. Dan leer  je met je hart met bijvoorbeeld  Psalm 89 jubelen:  “Welzalig het volk dat de jubelroep kent, zij wandelen, Here, in het licht van uw aanschijn;  in uw naam juichen zij de ganse dag, en door uw ​gerechtigheid​ worden zij verhoogd.”

 

AMEN