Preek zondag 51: Christus leert ons bidden uit de diepten

Preek zondag 51: Christus leert ons bidden uit de diepten

 ORDE VAN DIENST

 

 Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 86: 1,2

Lezing van Gods wet

Jesaja 11:1-5

Psalm 51:1,2

Schriftlezing:  Psalm 130

                         Mattheus 1:18-25

Gebed

Psalm 51:3,4,5

Tekst: Zondag 51

Verkondiging van het evangelie

Psalm 32:1,2

Dankgebed

Collecte

Gezang 10:2,4

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het is donker. Er is veel ellende. Niet alleen buiten ons maar ook in ons. Moeten we het daar nu eigenlijk nog wel over hebben. We leven naar het Kerstfeest toe. Dat is toch feest en dan het hebben over  ellende en donkerte. Zelfs in je eigen leven. Is dat nu wel nodig, is dat nu  wel uitnodigend? Het zijn vragen die in onze tijd vaak en snel gesteld worden. Alles moet positief zijn. Dat zware, dat donkere, bij jezelf donkere dingen zien willen we niet. Dat stoot af, dat roept verzet in ons op.

Dat is vaak ook de reden  dat mensen die zichzelf christen noemen moeite hebben met het gebed om vergeving. Wie om vergeving vraagt maakt duidelijk dat er verkeerde dingen in je eigen leven zijn. Geloven is de HERE kennen en jezelf in Zijn heilige licht.  Dat licht legt zolang je leeft op deze wereld zwarte plekken bloot. Dat laat zien dat je schuldig tegenover de HERE staat.

Elke dag heb ik het gebed om vergeving nodig. Dat wordt niet minder nadat in Christus het licht van de wereld gekomen is. In Zijn licht zie je juist je eigen tekort.  Het bijzondere is dat het licht dat in Christus is gaan schijnen je niet hoeft te verblinden. Het is niet zo dat dit licht je maar verblind laat rondzwerven op aarde. Het licht dat Christus in Zijn leven en werk heeft verspreid,  wijst ons ook de weg naar de vergeving. Het is de Here Jezus zelf die ons elke dag om die vergeving leert bidden. Dat is een gebed vanuit de diepten. Zonder dat je de diepten in je eigen leven kent,  komt er geen gebed om vergeving. Dan gaat dat gebed verflauwen. Dan wordt vergeving iets vanzelfsprekends waardoor de strijd tegen de zonden in je leven ook al minder wordt. Het zien van de diepten in je leven laat je juist zien hoe nodig de komst van de Zoon van God als onze Verlosser was. Hoe nodig jij en ik Hem hebben. Hoe goed het is dat Vader in de hemel Zijn Zoon gestuurd heeft. Hoe goed het is dat de Heilige Geest ons in de Bijbel heeft laten zien wie Christus is en de weg naar hem wijst. Zo leer je echt bidden. We letten daarop als ik jullie het goede nieuws van Jezus Christus verkondig onder het volgende thema:

 

CHRISTUS LEERT ONS BIDDEN UIT DE DIEPTEN

 

 

 

1.            De diepten kennen

2.            Uit de diepten tot de HERE gaan

3.            Vanuit de diepten leren vergeven 

 

1.De diepten kennen

 

 Laten we ons eerst eens concentreren vanmorgen op Psalm 130. Een psalm die ook heel duidelijk een advenstspsalm is. Daarover straks meer.

De schrijver van deze Psalm  is een kind van God. Hij deelt in Gods liefde en trouw zoals die hem vanaf het begin van zijn leven in het verbond gegeven is. Dat betekent niet dat hij aan zijn zonden en schuld voor de HERE voorbij leeft. Hij wil zijn eigen leven en zijn eigen hart kennen vanuit het kennen van God. De kennis en de liefde die vanuit God straalt doorlicht ook zijn leven.

Gods kind roept uit de diepten. In de catechismus belijden we dat we als ‘arme zondaren’ het onze Vader bidden. Het kind van God is is van zichzelf arm en schuldig. Dat deelt hij met alle andere mensen op aarde. Het grote verschil tussen gelovigen en ongelovigen op dit punt is niet wat ze in zichzelf zijn. Dat is of je dat echt met je hart erkent tegenover God of niet.

Let er op dat Psalm 130 net als het Onze Vader een gebed is. Je zou kunnen zeggen dat wat de Here Jezus in de vijfde bede samenvat in uitgebreidere vorm in Psalm 130 te lezen is. Wat is nu die armoede die wij als mensen vanaf het begin van ons leven op aarde met ons samendragen? Wat hebben wij daarin van onze voorouders geërfd?

Dat zijn de diepten van Psalm 130.  Die diepten zijn maar geen hobbeltjes waar je over kunt struikelen en waar je goed voor uit moet kijken. Nee, dat zijn diepten waar je echt in bent en waarin je echt in nood bent. Die nood is echt heel groot. Vanuit het Hebreeuws is duidelijk dat hier het  beeld gebruikt wordt van een drenkeling. Iemand die in het water terecht is gekomen en dreigt om al verder de diepten in te zinken. Er lijkt nergens enige hulp te zijn. Niks en niemand kan hem redden. Hij houdt het nooit vol om boven water te blijven. Zijn dood lijkt heel dichtbij. Een dood zonder uitzicht in de diepten van het dodenrijk.

Dan klinkt daar de schreeuw om hulp uit de nood tot de enige die kan helpen. Dat is de HERE!

De Heilige Geest laat ons zien hoe groot onze nood in werkelijkheid is. We zijn als mensen werkelijkheid in doodsnood. We zijn allemaal zwanger van de eeuwige dood. Die nood zijn onze zonden waardoor we schuldig staan tegenover God en de eeuwige dood verdiend hebben. Echt verdiend! Dat juist al die dingen waar door we anders deden, voelden en spraken dan de HERE dat wil en goed is onze grote nood en schuld is, zien we op meerdere plaatsen in de Bijbel. Dat geldt vanaf het begin van ons leven. Ik geef een paar plaatsen in de Bijbel weer waar we dat zien;

“Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg  onder mijn gejammer de ganse dag;  want dag en nacht drukte uw hand zwaar op mij, mijn merg verdroogde als in zomerse hitte.  Mijn ​zonde​ maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn ​overtredingen​ belijden,” Psalm 3 2:4,5

“Wees mij ​genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn ​overtredingen​ uit naar uw grote ​barmhartigheid;  was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn ​zonde. Want ik ken mijn ​overtredingen, mijn ​zonde​ staat bestendig vóór mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd,

en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij ​rechtvaardig​ blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht. Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in ​zonde​ heeft mijn moeder mij ontvangen.”psalm 51:3-7

“Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God, daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet ​zonde​ kennen.” Rom 3:19,20

Onze grote nood zijn onze zonden, is dat we schuldig tegenover God staan! Dat mogen en kunnen we nooit wegpoetsen.

Zou je nu niet moedeloos worden? Is dit niet gewoon te zwaar om te dragen. Is de uitweg niet gewoon om dit te vergeten en dan later wel eens te zien wat er gaat gebeuren? Je zou moedeloos worden wanneer de HERE al jouw verkeerde dingen, woorden, gevoelens en daden zo zou opslaan dat Hij er altijd weer op terug zou komen. “Als U, HERE, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt, Here, wie zal bestaan?” het antwoord op deze vraag is dat niemand staande blijft en ieder de eeuwige ellende ingaat als de HERE mijn zonden opslaat om er bij het oordeel als het beslissende op terug komt. Dan is er voor niemand hoop en uitzicht!   Die is er dan niet om wat in de catechsimus zo omschreven is: “onze misdaden en de slechtheid die nog altijd bij ons is”.

Uitzicht zou er niet zijn als de HERE onze zonden in Zijn gedachten houdt en ze als we sterven  naar voren haalt en op grond daarvan Zijn oordeel over ons leven geeft. Dan kunnen we alleen maar voor altijd veroordeeld worden. Als de HERE elke zonden van ons in Zijn gedachten houdt , wordt onze schuld elke dag groter. Dan hebben we elke dag een zwaardere straf verdiend. We worden al meer arm en schuldig. Weet je wat nu in deze omstandigheden van diepe nood de enige uitweg is? Dat zie je hier in Psalm 130 en in het gebed dat de Here Jezus ons leert. Dat is dat we ondanks die schuld naar de HERE mogen gaan in ons gebed! Dat we bij de HERE mogen komen. Zelfs als onze Vader. Dat we ondanks eigen schuld een beroep op Zijn liefde mogen doen. Dat de HERE ons terwijl wij elke dag nog verkeerde dingen tegenover Hem doen ons Zijn  liefde wil geven. We hoeven niet als lamgeslagen mensen hier op aarde te zitten die eigenlijk als ze eerlijk zijn alleen in wanhoop naar de toekomst kijken. Waarom niet? Waarom kunnen we echt bidden: Onze vader vergeef ons ons schulden? Dat zien we in het tweede punt.

 

2.Uit de diepten tot de HERE gaan

 

 We zijn echt diep gevallen als mensen. Dat geldt echt voor ieder mens. Wie dat niet in eigen leven toegeeft. Wie daarom van het leven maakt wat er in zit en niet verder kijkt, komt eens bedrogen uit. Dan kom je eens te staan voor die ene God tegenover wie je schuldig staat. Die ene God die over je uitspreekt dat er een eeuwig bestaan voor je is zonder liefde en geluk. Toch is het niet nodig om op die toekomst af te koersen. Wie de zwarte diepten van eigen hart en leven kent, wordt in Psalm 130 en in het Onze Vader de weg naar de redding gewezen. Die redding, die verlossing ligt bij de HERE. Hij is de enige God en Hij is ook in Zijn liefde en genade zoveel meer dan wij. Bij Hem is er ondanks onze eigen schuld  vergeving. In die vergeving ligt de kern van het evangelie. In die Ene die Vader in de hemel naar de wereld gestuurd heeft om vergeving te verdienen voor mensen die met hun schuld naar de HERE vluchten. Die het niet uithouden bij hun schuld en vragen: HERE wil U ons toch vergeven, onze schuld tegenover U wegdoen. Het heerlijke is dat de Ene die door de Vader gestuurd is als Verlosser ons nu juist daarom leert bidden. Hij staat er voor garant dat Hij door Zijn werk, door Zijn dragen van de straf die vergeving gaat verdienen. Die dit ook echt op Golgotha verdiend heeft!

In de tijd van het Oude Testament kon de dichter van psalm 130 al zeggen: “Maar bij U is vergeving’. In het Hebreeuws zie je hoe sterk dat gezegd wordt. Met heel veel nadruk wordt op de HERE gewezen: Maar bij U en dan met alle vingers op Hem gericht  is vergeving. Wil je vergeving krijgen, wil je toekomst hebben dan moet je bij de HERE, bij Christus alleen zijn. Verder is er echt geen vergeving te vinden. Maar bij de HERE wel!

Dat is echt een geweldig wonder. Onder ons als mensen gebeurd het nog wel eens zo dat als een president of een koning aantreedt of een bepaalde tijd aan de macht is bepaalde mensen voor een keer gratie geeft. Als iets heel bijzonder krijgen ze vermindering van straf of zijn in een keer vrij man of vrouw. Dat is iets heel bijzonders. De HERE doet dat elke dag!!! Elke dag kan ik naar de HERE gaan met mijn zonden en om vergeving vragen! Dat leert de Zoon van God ons die de Vader als geen ander kent.  Wie de diepte van eigen zonden erkent mag elke dag naar de HERE en vragen om vergeving. Dan kan dat gebed opklinken en een schreeuw vol ellende zijn uit de diepste ellende. Wie echt met zijn hart om die vergeving roept, krijgt die. Ook als je het bordeel uitgelopen bent, ook als je de kroeg uitgelopen bent en in de ochtend met een kater wakker wordt en beseft wat de HERE die jou het leven gegeven daarvan vindt. Die vergeving was er ook voor koning Manasse die zo verschrikkelijk zondig geleefd had. Die zelfs de tempel had laten sluiten om er de HERE te aanbidden. Die er afgodsbeelden ingebracht had om in Gods huis andere goden te laten vereren.  Manasse was een verschrikkelijke goddeloze koning. Is het in jouw leven hopeloos als je er tegenover de HERE een verschrikkelijke puinhoop van gemaakt hebt? Nee, zelfs dan komt Gods roep van liefde met de oproep van bekering nog tot je. Dan nog roept Hij je om tot Christus te komen en om vergeving te vragen. Zo is de HERE altijd geweest.

Denk maar weer aan die verschrikkelijk goddeloze koning die echt los van God geleefd had en het volk daarin leiding had gegeven.  We lezen van hem in 2 Kron 33: “De Here sprak tot Manasse en zijn volk, maar zij luisterden niet.  Daarom bracht de Here over hen de legeroversten van de ​koning​ van Assur, die Manasse grepen met haken, hem boeiden met twee koperen ketenen en naar Babel voerden.Maar, toen hij in het nauw geraakt was, zocht hij de ​gunst​ van de Here, zijn God; hij verootmoedigde zich diep voor het aangezicht van de God zijner vaderen en bad tot Hem; toen liet Hij Zich door hem verbidden, hoorde zijn smeking, bracht hem naar Jeruzalem terug en herstelde hem in zijn koningschap. En Manasse erkende, dat de Here God is.”vs 10-13 

Ik denk nu ook aan wat Paulus schrijft aan de gemeente van  Korinthe: “Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, ​dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het ​Koninkrijk van God​ niet beërven. Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent ​geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere ​Jezus​ en door de Geest van onze God.” 1 Kor 6:9,10

Wie in de diepte van de zonden eigen zonde ziet en die echt belijdt en vraagt om vergeving die krijgt die vanwege Christus offer voor onze zonden.

Dan kun je denken maar voor mij is er vast geen vergeving meer. Dan zegt de Here Jezus: Bidt ook als je leven kapot is van de zonden al weet niemand in je familie of in de kerk het. Dan zegt de HERE belijdt je zonden en dan is er vergeving. Verwacht het van de HERE zoals de bewakers van de stad in de nacht uitkeken naar de dag. Dat is ze weer gerust naar huis kunnen gaan. Wie met een hart op de HERE gericht om Christus wil om vergeving en een nieuw begin bidt, krijgt dat heel echt en zeker van de HERE.

Is dat niet erg makkelijk? Zorgt dat er niet voor dat mensen dan denken dat ze vergeven worden ook als ze eigenlijk gewoon met een zondig leven doorgaan? Dan moet je eens letten op Psalm 130:4: “Maar bij U is vergeving, opdat u gevreesd wordt.’  Wie echt om vergeving vraagt elke dag is zo verwonderd, zo verbaasd over de geweldige grote God die jouw Vader wil zijn en jou elkedag wil vergeven dat je levensdoel wordt om in eerbied voor hem te leven. Hij die jou zoveel liefde heeft gegeven, wil jij geen verdriet meer doen. Je weet dat je dat nog wel doet maar je wilt er bij weg blijven. Je wilt je steeds weer laten leiden, laten corrigeren door de Heilige Geest met het Woord!    Je wilt steeds weer terugkeren naar een leven volgens de wil van je hemelse Vader. De vergeving door de Here jezus verdiend is een geweldig geschenk in je leven waar je de Gever voor wil eren in je leven. Dat leert je bidden.

Dat leert je bidden als arme zondaar. Voor jezelf, voor de mensen om je heen. Zoals de Here Jezus dat ook deed aan het kruis; Vader vergeef het hun want ze weten niet wat zij doen. De Here Jezus bad om de ruimte dat mensen die voor de wereld en voor zichzelf leven nog tot inkeer en bekering komen. Wie weet hoe nodig je vergeving hebt en ook jij tegen de HERE en de HERE alleen gezondigd hebben bidt ook voor de drugsverslaafde, de hoerenloper, de fraudeur enz dat ze tot inzicht komen en door Gods Geest en liefde tot bekering komen. Dan bidden we voor elkaar, dan bidden we dat velen uit een donker bestaan tot Christus komen om te gaan leven tot eer van God. Dan zie ik het ook advent worden en zie ik ook de vervulling van de adventsbelofte zoals je die in Psalm 130 leest. Kijk maar eens naar Psalm 130 vers 8 en Mattheus 1:21:

 

“Hij zelf zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.

 

“Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam ​Jezus​ geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun ​zonden.”

“Christus is God zelf die mens geworden is om wie gelooft te verlossen van de zonden. Die gekomen is om voor ons de vergeving te verdienen. Dan leer je ook om zelf te vergeven. Daarover nog kort in het derde punt.

 

3.Vanuit de diepten leren vergeven

 

  De echte bidder weet hoe nodig hij elke dag het gebed om vergeving heeft. De echte bidder verheft zich niet boven anderen. Die voelt zich ook niet meer en beter dan anderen. Die is er over verwonderd dat de HERE door Zijn Geest je steeds weer bij Christus als je Redder en Koning brengt. Dat echte bidden doe je als je zo tot god komt. Wie zich beter dan anderen voelt, wil eigenlijk ook niet vergeven.   Dan zeg je steeds weer dat de ander maar eerst bij jou moet komen want de schuld ligt toch eigen altijd of bijna altijd bij de ander. Dan gaat het ook zo dat die ander eerst maar eens moet laten zien dat hij of zij anders wil. Dan pas kan er eens over vergeving gesproken worden. Alles moet tot op de bodem uitgezocht worden anders kan er geen vergeving zijn. Dan laten we de wil om te vergeven afhangen van wat de ander eerst moet doen.

Het kan allemaal zo mooi klinken maar het is ten diepste onchristelijk. Wie zo bidt bidt voor zichzelf tevergeefs om vergeving. Bij het echte gebed om vergeving hoort de liefde en de wil om juist anderen te vergeven. Om vanuit die wil te bidden en te leven. Die liefde, die vergevende liefde kun je alleen krijgen bij de HERE. Die kun je alleen krijgen als je er op let dat Christus al voor jou gestorven is en de straf gedragen heb toen jij nog een goddeloze was! Wie leeft van Gods  liefde wil graag vergeven. Die wil niet eerst het onderste uit de kan. Het is niet voor niets dat nadat de Here Jezus het Onze Vader gegeven heeft zegt: “ Want als u de mensen hun overtredingen ​vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook ​vergeven. Maar als u de mensen hun overtredingen niet ​vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet ​vergeven.” Matt 6:14,15

Ik denk ook aan wat onze Heiland later zegt naar aanleiding van de gelijkenis over de man die een geweldige schuld wordt kwijtgescholden door de koning maar zelf een kleine schuld van een ander niet wil kwijtschelden.  Omdat die een de ander zelf niet wil vergeven, komt de koning toch nog met zijn straf. De here jezus maakt duidelijk dat we daaruit deze les moeten leren: “ Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder ​vergeeft.” Matt 18: 35

Wat is het belangrijk om jezelf in het licht van Gods woorden en Zijn licht te kennen. Om vol dankbaarheid te bidden om vergeving omdat je jezelf kent. Om zo ook te leren anderen te willen vergeven. Vanuit het wonder van Gods liefde. Anders sta je buiten de vergeving en dat is het ergste wat er is. Kom tot de HERE met een hart dat van Gods vergeving door Christus verdiend wil leven.

 

AMEN