Preek zondag 7 De HERE laat in Zijn geweldige liefde ons Christus verkondigen

Preek zondag 7  De HERE laat in Zijn geweldige liefde ons Christus verkondigen

ORDE VAN DIENS

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  27:6,7

Geloofsbelijdenis van Nicea

Psalm 19:3,4

Schriflezing:  Deuteronomium 7:1-10

                        Johannes 3:27-36

Gebed

Psalm 95:1,4,5

TEKST: Zondag 7 - DL I, 3,4,5

Preek

Gez  38:4,5,6

Dankgebed

Collecte

Psalm 138:1,4

Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Wat is jouw reactie als iemand tegen jou zegt dat jij Jezus in je leven moet aannemen? Wat denk je als je ergens leest dat je Christus in je leven moet aannemen. Wat doe je als in de preek gezegd wordt dat je het evangelie moet aannemen?

Je hoort mensen dan soms zeggen: dat kan toch niet! Het is toch niet zo dat ik als mens God  aanneem maar dat God mij aanneemt. Het is toch zo dat je hele redding en zaligheid het werk van God in en aan ons is. Dat is zo.  Toch moeten we er voorzichtig mee zijn om te zeggen dat je in je leven niet mag zeggen dat je Christus aangenomen hebt. Het is namelijk de HERE zelf die in Zijn Woord erover spreekt dat we Christus in ons leven moeten aannemen. We zien dat ook dat de belijdenis daarin Gods goede Woord volgt.

 We zien het in het gedeelte van de Dordtse Leerregels dat we gelezen hebben. We zien het ook in Zondag 7. Kijk maar mee:

I,4: “Maar zij die het evangelie  aannemen en de Verlosser Jezus met een echt en levend geloof omhelzen, worden door Hem van de toorn van God en van de ondergang verlost, en zij ontvangen door hem het eeuwige leven.”

Zondag 7: “Krijgen dan alle mensen door Christus het heil terug, zoals zij in Adam veroordeeld zijn?

Nee, maar alleen zij die door waar geloof bij hem worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen.”

Ik geef ook een paar voorbeelden uit de Bijbel zelf waar we dit lezen:

Joh 1:12: “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om ​kinderen​ Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven;”  

Joh 3:33: “Wie zijn getuigenis aanvaardt, heeft bezegeld, dat God waarachtig is.”

Hand 2:41: “Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden ​gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd.” HSV

Het zal duidelijk zijn dat we het woord aannemen of aanvaarden niet zomaar uit ons woordenboek kunnen schrappen als het om de HERE gaat. Deze woorden moeten vanuit het geheel van het evangelie juist kleur in ons leven krijgen. Misbruik mag ons niet weghouden bij het goede gebruik. Ik verkondig jullie het evangelie onder het volgende thema:

 

DE HERE LAAT IN ZIJN GEWELDIGE LIEFDE ONS CHRISTUS VERKONDIGEN

 

  1. Hij stuurt daarom verkondigers van Christus
  2. Hij redt hen die Christus aannemen
  3. Hij laat Zijn oordeel op de ongelovigen

 

  1. Hij stuurt daarom verkondigers van Christus

 

Het is goed om  even de situatie voor ogen te halen die ons in de eerste 2 artikelen van de Dordtse Leerregels  vanuit de Bijbel voorgehouden is. We zien dan dat na de zondeval de HERE niemand onrechtvaardig zou behandelen als Hij ons allemaal voor altijd in de ellende zou laten bestaan. Toch heeft Hij Zijn Zoon gestuurd om ieder die gelooft te redden van die ellende. Ieder mens die tot geloof komt en in liefde voor Christus gaat leven,  ziet dan in eigen leven Gods onverdiende liefde.

De Dordtse Leeregels laten nu zien dat de HERE niet alleen Zijn eniggeboren Zoon gestuurd heeft. Het is niet zo dat Christus alleen Zijn werk als Verlosser gedaan heeft en niets anders. Als de HERE in de hemel niet meer gedaan zou hebben, zou het sturen van de Here Jezus geen enkele invloed op het leven van mensen gehad hebben. Dan zou niemand vandaag van de HERE houden, dan zou vandaag niemand de Here Jezus volgen. We hebben het werk van de Geest in ons allemaal nodig. De Geest gebruikt daarbij de verkondiging van het evangelie. Om juist mensen uit de ellendige situatie waarin we onszelf door de zonden gebracht hebben te halen. Niet ieder mens wordt automatisch gered maar door te geloven in Christus. Door je aan Hem toe te vertrouwen.

Het  wonder van Gods liefde is dan ook dat hij verkondigers van het evangelie geeft. Hij stuurt over de hele wereld mensen die over Christus en Zijn werk vertellen. Om overal te vertellen wie de Drie-enige God, wie de enige God die er bestaat, is. De Dordtse Leerregels wijzen hierbij vooral naar Romeinen 10 waar we lezen: “Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen.” Vs 14,15.

Zij die in Gods Koninkrijk de bijzondere taak gekregen hebben om het evangelie te verkondigen, zijn door God zelf gestuurd. Zonder dat Hij ze geroepen en gestuurd heeft, zijn zij geen speciale door God geroepenen. Zij ontvangen van de HERE het gezag, de bijzondere bevoegdheid om in Zijn Naam het evangelie te verkondigen. Daarom schrijft Paulus in 2 Kor 5:20: “Wij zijn dus gezanten van ​Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van ​Christus​ vragen wij u: laat u met God verzoenen.”

We zien hier wat het gezag van een preek is. Als in de preek Gods Woord in diepe trouw en gebondenheid aan Gods eigen Woord verkondigd is,  is het  de HERE zelf die in die trouwe prediking naar ons toekomt. Dan moeten wij al onze tegenstand, al onze smoesjes tegen wat ons voorgehouden is aan de kant schuiven. Dan gelden verhaaltjes niet als: die dominee moet maar eens naar zichzelf kijken, de dominee heeft makkelijk praten. In de echte trouwe verkondiging van het evangelie hoor je het stemgeluid van die bepaalde dominee maar is het de HERE zelf die tot je spreekt. Het gaat dan om gehoorzaamheid aan de HERE en niet om het volgen van die bepaalde dominee. De dominee staat ook onder de tucht van het Woord dat hij zelf verkondigt.   

Het is echt iets heel bijzonders, een voorrecht als een volk het evangelie te horen krijgt. Want weer moeten we zeggen dat geen volk en geen mens dat verdiend heeft. Het is ook niet zo dat het ene volk, of de ene mens beter dan de andere is en daarom verdiend om het evangelie te horen. Hier hebben we ook een verschil met de Remonstranten. Zij leerden dat de HERE het evangelie eerst aan volken laat verkondigen die beter dan anderen zijn. We lezen dat in de Verwerping van de dwalingen 9: “De reden waarom God het evangelie liever aan het ene volk dan aan het andere laat verkondigen, moet niet enkel en alleen in het welbehagen van God gezocht worden, maar daarin, dat het ene volk beter is en meer recht heeft op Gods liefde dan het andere volk waaraan het evangelie niet wordt bekendgemaakt.”

Het is belangrijk om te zien dat het hier om een dwaling gaat. Je kunt niet zeggen dat de blanken beter waren dan de zwarte mensen in Afrika en dat we daarom eerder het evangelie van Christus gehoord hebben. De oorzaak van het eerder horen van dat heerlijke evangelie ligt op geen enkele manier in onszelf maar in God. Dat ligt in Zijn onverdiende liefde. De Dordtse Leerregels noemen daarbij bewijzen uit de Bijbel die ik nu niet ga herhalen. Ik voeg daarbij nog wel dit deel van Gods Woord: “Niet, omdat u talrijker waart dan enig ander volk, heeft de Here Zich aan u verbonden en u uitverkoren; veeleer zijt u het kleinste van alle volken.  Maar, omdat de Here u liefhad en de eed hield, die Hij uw vaderen gezworen had, heeft de Here u met een sterke hand uitgeleid en u verlost uit het diensthuis, uit de macht van ​Farao, de ​koning​ van Egypte, ” Deut 7:7,8

De diepste grond waarom bepaalde mensen en volken het evangelie op een bepaald moment in de geschiedenis horen,  is niet hoe goed jezelf wel bent maar is God onverdiende liefde, is Zijn heerlijke uitverkiezende liefde. We belijden dat ook heel duidelijk in de eerste zin van art 3: “Om mensen tot het geloof te brengen zendt God in Zijn goedheid verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil.”  Een heel duidelijk voorbeeld daarvan vinden we in Handelingen 16. Het is de bedoeling van Paulus om in Klein-Asie het evangelie te verkondigen. Toch komt het er niet van.  We lezen in vers 6: “En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de ​heilige​ Geest​ verhinderd het woord in Asia te spreken;”

Dan wil Paulus naar Bytinie. Maar weer komt het er niet van om daar Christus te verkondigen. Want we lezen dan: “maar de Geest van ​Jezus​ liet het hun niet toe.” Vs 7

Paulus ziet dan in de nacht in een visioen een man die hem heel indringen aanspreekt: “Steek over naar Macedonië en help ons”.

De Here wil hebben dat In Griekenland de blijde boodschap nu verkondigd gaat worden. Hij heeft daar mensen die volgens Zijn genadige verkiezing tot geloof moeten komen. Wat een geweldig voorrecht als jij als mens de blijde boodschap van Christus en van de vergeving door hem mag horen. Het gaat niet alleen om het horen van de verkondiging van Christus. Het gaat er vooral om hoe je erop reageert. Zo komen we bij het tweede punt.     

 

 

  1. Hij redt hen die Christus aannemen

 

Waarom laat de HERE het evangelie verkondigen? Wat is het doel ervan? Dat mensen tot geloof komen. Dat ze zich bekeren. Of op een nog andere manier gezegd dat ze in geloof met Christus als hun Verlosser leven. Wanneer Johannes beschreven heeft wat de Here Jezus gedaan heeft, lezen we in Joh 20:30,31: “Jezus​ heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van Zijn discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit ​boek, maar deze zijn geschreven, opdat u gelooft, dat ​Jezus​ is de ​Christus, de ​Zoon van God, en opdat u, gelovende, het leven hebt in zijn naam.”  

Dit is het doel waarmee de HERE ons de Bijbel en de verkondiging van het evangelie gegeven heeft. Het gaat erom dat mensen Jezus Christus als hun Verlosser aannemen. Dat is ook de rede waarom de verkondiging van het evangelie maar niet een vertelling of een verhaaltje mag zijn. Het mag ook nooit het vertellen van een paar feiten zijn en niet meer. Het mag ook nooit alleen het vertellen zijn van wat de Here Jezus gedaan heeft. De predikers van het evangelie moeten het Woord verkondigen. Ze moeten dan juist ook oproepen tot bekering en geloof in Christus.     

Dat oproepen, dat ernstig je aanspreken om je te bekeren mag nooit weggelaten worden. Wij hebben altijd weer nodig om ons van onze eigen zondige hart en verlangens af te keren. Jij en ik hebben altijd weer nodig om in te zien dat we van de HERE afwijken en dat we dan weer bekering nodig hebben. Je moet nooit denken dat dat in jou leven een tijd niet nodig is. Dat jij dat nu wel weet. Dan denk je van jezelf te veel en te goed. Steeds weer hebben we nodig dat vanuit de preek tot ons klinkt: Neem Jezus Christus aan en omhels Hem in geloof.

De HERE spreek jou dan in de prediking aan op jouw verantwoordelijkheid. Het doel van de verkondiging van het evangelie is dat de hoorders juist Jezus Christus in hun leven aannemen. Dat aannemen is niet alleen maar het aannemen van iets wat jou aangeboden wordt. Iets dat je aanpakt en dan zomaar weer ergens neerlegt. Het gaat er niet om dat je hoort wat er gezegd is en dat je dan denkt: O, ja zo is het en dan maar weer gewoon verder met je leven gaat zoals het tot nu toe was. Je hoort het maar het heeft eigenlijk niet echt invloed op je leven.

Wat is het aannemen van Christus? Wat is het aannemen van het evangelie? Dat jij Jezus als de Redder van je leven met een echt en levend geloof omhelst!  Het gaat erom dat jij persoonlijk op de verkondiging van het evangelie reageert. Met liefde! Dat jouw liefde naar hem uitgaat. Dat je echt naar hem vlucht! Dat je Hem om de hals valt. Als de man zonder wie je echt niet kunt leven. Het is zo belangrijk, levensbelangrijk dat jij niet gevoelloos en onverschillig met de prediking op zondagen omgaat. Dat jij een preek niet ziet als een of ander toespraak. Een toespraak die voor godsdienstig vermaak moet zorgen. Nee, het is een gebeurtenis. Het is de HERE zelf die jou heel persoonlijk aanspreekt in Zijn verbond. In Psalm 95 lezen we sterk die oproep van de HERE zelf die naar ons toekomt: “want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand. Och, of u heden naar zijn stem hoorde! 8Verhardt uw ​hart​ niet, gelijk bij Meriba, gelijk ten dage van Massa, in de woestijn”. Vs 7,8

Als je zo elke keer in liefde en eerbied het evangelie aanneemt mag je met heel veel blijdschap in je hart weten dat Gods oordeel, Gods boosheid over je zonden uit je leven weg is. Door het bloed van Christus weggewassen.

Dan krijg en proef je het eeuwige leven. Dan krijg je dat als het ongelooflijke geschenk van de HERE. Dan sta je door Zijn liefde nu al, al ben je nog zo zwak en verdrietig,  in het eeuwige leven. Hoe ben je er dan toe gekomen om Christus als je Verlosser aan te nemen? Is dat geloven dan jouw eigen goede werk?

Het geloof is een cadeau van God. Dan zie je weer Gods uitverkiezing die vol van onverdiende liefde is. We lezen juist ook in de teksten die in art 5 genoemd worden dat het geloof Gods cadeau is.  Je begint dan ook te begrijpen wat we in Hand 13:48 over de mensen in Antiochie lezen. Paulus heeft daar voor Joden eh heidenen het evangelie verkondigd. We lezen dan: “Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwigen leven, kwamen tot geloof.” God roept ieder mens tot geloof. Als iemand dan echt tot geloof komt. Als hij of zij dus Christus in liefde omhelst dankt en prijst hij de HERE. Want dan zie je juist heel duidelijk dat het geloof het heerlijke cadeau van de HERE voor jou is. Hij heeft het gegeven! Hij heeft het in je gewerkt. Gods verkiezing en het geven van het geloof brengt altijd tot lof op Hem. Dan verdwijnt de kritiek volgens menselijke gedachten en maatstaven uit je leven.

De remonstranten leerden dat Christus niet meer dan de mogelijkheid om gered te worden en om te geloven verdiend heeft. Zij zeggen dat de verlossing voor ons klaar ligt en wie verstandig genoeg is neemt dit in eigen kracht aan. De remonstranten en hun navolgers denken teveel en te goed van mensen. Zij zien niet in dat ieder van ons zonder Christus niets kan doen. Zonder Christus kan ik ook niet geloven. Christus heeft voor Gods uitverkoren kinderen veel meer dan een mogelijkheid om te gaan geloven verdiend. Hij heeft voor hen het geloof en de volle zaligheid verdiend.

Niet ieder mens die het evangelie hoort, reageert daarop in geloof. Hoe kan dat? We letten daarop in de derde plaats.

 

  1. Hij laat Zijn oordeel op de ongelovigen

 

Mensen zijn altijd weer geneigd om van de uitverkiezing een logisch systeem volgens ons verstand te maken. Dan zeggen we als het zo is dat het geloof een geschenk van God is, is het eigenlijk ook de schuld van God als de andere mensen niet geloven. Je hoort heel vaak dat er zo geredeneerd wordt.

Die redenering wordt nu in onze belijdenis in navolging van Gods eigen Woord afgebroken. Wat is de oorzaak en de schuld voor het ongeloof bij mensen? Van het niet aannemen van het evangelie? Kunnen we daarvoor met onze vinger naar de HERE wijzen? Nee! De schuld daarvoor ligt echt bij onszelf.

Wij hebben dat over onszelf gehaald. Wij hebben er zelf als mensen voor gekozen om de duivel te willen volgen. We hebben zelf de keuze voor de zonde over ons gehaald en ons zelf zo gemaakt tot mensen die de zonde ook echt willen doen. Wij hebben er daardoor zelf voor gezorgd dat Gods toorn, Zijn boosheid over ons leven ligt. We zeggen dat ook samen bij het begin van het eerste doopsformulier: “Ten eerste: wij en onze kinderen zijn in zonde ontvangen en geboren. Daarom  rust Gods toorn op ons, zodat wij in het rijk van God niet kunnen komen, of wij moeten opnieuw geboren worden.” Zo is het met ieder mens. Dat is onze eigen schuld. Als iemand in ongeloof leeft, kun je niet zeggen: “Ik wil wel geloven maar ik kan niet in Christus geloven.” De ellende is dat het bij ons als mensen ten diepste niet gaat om niet kunnen maar om niet willen. Wij willen uit onszelf niet van liefde en genade leven. Niet leven van wat de enige Verlosser verdiend heeft.

Je ziet dat ook als de HERE over het ongeloof van Israel in Jes 30 spreekt: “Want het is een weerspannig volk, leugenachtige ​kinderen, ​kinderen​ die de wet van de Heren niet willen horen ……. Want zo zegt de Here Here, de ​Heilige​ Israëls: Door bekering en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn, – maar u hebt niet gewild. ” Vs 9,15

We horen de Here Jezus deze dingen ook zeggen tegen de inwoners van Jeruzalem: “Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw ​kinderen​ willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels, en u hebt niet gewild.”  Luk 13:34 Zie ook Joh 5:39,40

Ongeloof is op geen enkele manier de schuld van God. Het is daarom rechtvaardig dat Gods oordeel rust op wie niet gelooft, wie niet bij Christus zijn of haar toevlucht zoekt. Dan zie je ook dat echt geweldige wonder van Gods liefde dat jij het evangelie mag horen. Elke zondag weer. Het steeds weer mag lezen en er mee bezig mag zijn. Dat Hij je roept en je vol liefde uitnodigt om Christus te omhelzen. Zijn offer vast te grijpen om van vergeving door hem verdiend te leven. Vader staat en wacht dan steeds weer op jou met open armen. Als je Christus in geloof omhelst, omhelst Hij jou in Zijn heerlijke liefde. De liefde waarin je werkelijk veilig bent, waarin je dan werkelijk in de warmte schuilt als de kou van ellende en zonden op je af komt. Zijn liefde roept jou! Ga tot Christus, doe het steeds weer en omhels Christus zo als je Verlosser en Heer. Dan juichen we in de HERE en roemen echt in Hem alleen.

 

AMEN