Red je naaste familielid in gevaar Judas 23a

Red je naaste familielid in gevaar  Judas 23a

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 97:1,2,3

Lezing van de wet (Exodus 20)

Psalm 25:3,4

Schriftlezing: Zacharia 3

Gebed

Psalm 141:1,2,3,4,5

Tekst: Judas 23a

Verkondiging van het evangelie

Psalm 133

Dankgebed

Collecte

Gez 119:3,5

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

We zijn een gemeente van de Here Jezus. Wat is dat nu eigenlijk? Zijn wij een optelsom van mensen die gelovig willen zijn. Zijn wij een optelsom van mensen die in de Here Jezus geloven.  Mensen die van tijd tot tijd bij elkaar komen om over de HERE en over de Here Jezus te horen. Die dan iets voor onszelf zoeken en die als ze niet meer vinden wat ze voor zichzelf zoeken het maar ergens anders proberen te vinden. Zijn we losse gelovigen die nu samen min of meer toevallig deze gemeente van Dronten-Noord vormen?

Zo’n gedachte past wel heel goed bij onze tijd en de geest die er in onze tijd heerst maar het is niet de wil van onze hemelse Vader. Je ziet in onze tekst en ook in het gedeelte ervoor over hen die twijfelen dat het zo niet is. We zijn als het goed is een echte gemeenschap, een volk dat bij elkaar hoort. Een volk dat vanuit de verbondenheid aan en liefde van en voor de HERE bij elkaar horen. Daarom ook om elkaar heenstaan in goede en slechte dagen.

Een volk, een gemeente die Christus bij elkaar gebracht heeft om samen te leven van Zijn genade en om samen te groeien in het kennen van God en samen Hem de lof te brengen. Een volk dat ook echt met elkaar leeft en zo omziet naar elkaar dat je elkaar op de weg van Christus wil zetten en houden.

Maar wat is er een verwarring op dit punt ook in christelijke kring. Want dan hoor je op bijvoorbeeld de EO jongerendag het volgende:  “Dat het niet de bedoeling is om een gewone nette gelovige te worden die trouw naar de kerk gaat om te luisteren Maar de bedoeling is dat je gaat doorgeven wat je van God gekregen hebt aan anderen.”  Het probleem is dat hier een tegenstelling gemaakt wordt die de Geest zelf  niet maakt. Hij wil een volk dat trouw luistert, dat trouw elkaar opbouwt en dat zo ook die rykdom naar buiten uitdraagt.

Het gaat er juist om dat we samen luisteren naar Gods stem als de stem van onze Vader. Dat we samen als gemeente groeien in ons geloof en ons steeds weer bij Christus laten brengen. Om juist vanuit dat samen leven met Christus naar buiten toe dat evangelie uit te leven en zo Gods stem  en Zijn beeld in deze wereld aan de mensen om  ons heen te laten zien. Om zo ook  in dit leven vanuit het kennen van de HERE uit Zijn Woord ook te zien hoe Christus in deze wereld werkt en God aan ons laat zien.

Het gaat erom dat we elkaar vasthouden bij een leven met Christus, hoe verschillend van karakter en afkomst we ook zijn. Om ook als we mensen om ons heen in de gemeente bij de echte Christus zien wegdwalen Dat is niet alleen de taak van de ouderlingen en de dominee. Dat is zelfs in de eerste plaats de taak van ieder van ons tegenover elkaar. We zien dat in onze tekst maar bijvoorbeeld ook in 1 Tes 5:14: “Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben.”

De Geest laat ons zien dat we zeker om die ander heen moeten staan in de  gemeente die zich geestelijk in  de gevarenzone heeft gebracht. Laten we samen luisteren naar de wijsheid van God die ik jullie onder het volgende thema verkondig:

 

RED JE NAASTE FAMILIELID IN GEVAAR

 

Ik heb in het thema het woord familielid opgenomen. Wij zijn als leden van de gemeente hier familieleden van elkaar. We zijn echte naaste familie van elkaar. We zijn broers en zussen van elkaar. Niet omdat we elkaar uitgezocht hebben. Nee, zoals in een gewoon gezin omdat we zonder eigen keuze in hetzelfde gezin geboren zijn. Zoals we in een gewoon gezin door de bloedband broers en zussen van elkaar zijn. Zo is het ook in de  gemeente. Daarvan moet je je niet proberen los te maken door te zeggen maar ik voel het niet zo hoor. Ik voel die band wel met allerlei andere mensen die geen lid van deze gemeente zijn maar met veel in deze gemeente niet. Nee, de Here heeft je in de concrete gemeente van Christus waar Zijn Woord echt verkondigd wordt broers en zussen gegeven. Soms zijn dat rare en lastige mensen. Mensen die jij echt niet uitgekozen zou hebben. Soms ook mensen, broers en zussen die dingen doen en zeggen waar je je aan ergert. Soms ook mensen die dingen zeggen en doen waarvan je zegt maar dat kan niet. Dat kan echt niet als kind van God.

We hebben de vorige keer al gezien hoe er in de kerken ongeveer 30 jaar na het sterven en opstaan van de Here Jezus verwarring was gekomen. Dat Judas een broer van de Here Jezus zich daar zorgen om maakt. Dat hij daarom door de Geest geleid een brief schrijft vol zorg en vol van vermaning uit liefde. Dat hij daarbij ook oog heeft voor die leden van de  gemeente die zijn gaan twijfelen. Die in aanraking zijn gekomen met mensen in de gemeente die zeggen dat je niet consequent als gelovige volgens het Woord van god hoeft te leven en te denken. Dat de Bijbel echt niet zo duidelijk is en het er alleen maar om gaat dat je van de Here Jezus houdt. Wie de Here Jezus dan ook precies voor je is. Want je kunt de Here Jezus en de Here God niet echt kennen als Zijn eigen Woord daarover niet duidelijk en volledig betrouwbaar is. De twijfel komt de kerken in die tijd binnen. Judas roept de gelovigen op om zich te ontfermen over de twijfelaars. Om ze verder te helpen. Om ze vanuit Gods eigen Woord weer tot de zekerheid van het geloof te willen brengen zoals de HERE dat ook zelf met Zijn volk in de geschiedenis steeds weer gedaan heeft. Niet omdat de HERE vertrouwen in Zijn volk had maar omdat Zijn geweldige liefde Hem er steeds weer toe bracht om Zich over hen te ontfermen. Om ze weer in liefde op te zoeken.

Maar er zijn niet alleen twijfelaars in de gemeenten. Er is ook een deel van eerste gelovigen die al veel verder afgedwaald zijn. Die echt geïnfecteerd zijn door de verkeerde leer, door een veel losser leven. Een leven waarin in liefde in alles gehoorzaam willen zijn aan Christus niet meer nodig is. Een leven waar je op een feest best zo uit je dak kunt gaan dat de drank het stuur van je leven overneemt. Een leven waarin het geen probleem is om christen te zijn en van tijd tot tijd op pornosites rond te dwalen. Een leven waarin je vind dat je zelf christen bent maar waarbij het geen probleem is om vooral voor jezelf te leven en de belasting te ontduiken om zoveel mogelijk voor jezelf te houden.

De gronddwaling bij zoiets is vaak dat het in het leven met Christus gaat om liefde, om Gods onvoorwaardelijke liefde en dat het niet om gehoorzamen aan de HERE gaat. Alsof liefde en de oproep om te gehoorzamen tegenover elkaar zouden staan. Juist ook in de tijd van Judas kwam deze dwaling de kerken binnen. Mensen in de kerk gaan ongehoorzaam aan Christus leven en zeggen toch dat ze van hem houden en dat Hij ondanks dat ze zo leven van hen houdt. Ze hoeven zich nergens druk over te maken. Ze leven op het gevoel van de wereld en toch denken ze in de liefde van God te delen die een werelds leven haat.

De Heilige Geest zegt ons in onze tekst wat de werkelijkheid dan is. Ze hebben zichzelf in groot gevaar gebracht, ze hebben zichzelf in het vuur gebracht al ontkennen deze broeders en zusters dat zelf.

De Geest laat zien dat hier iets moet gebeuren. Deze broers en zusters zijn in gevaar. Ze moeten gered worden. Als er nu geen redding komt, zijn ze verloren. Dat verloren zijn wordt hier benadrukt door over het vuur te spreken.

Het vuur staat hier voor het oordeel van God.  Wie in zonde leeft en daar niet tegen strijdt en dat niet met verdriet aan God belijdt en  daarmee niet breekt roept Gods boosheid over zijn of haar leven. We kunnen dat allemaal zwaar en niet leuk vinden maar zo is het wel! Dat kunnen we de HERE ook op geen enkele manier kwalijk nemen. Hij is ook aanbiddelijk in Zijn oordelen!

Heel duidelijk lezen we uit de mond van de Here Jezus zelf over het vuur als Gods rechtvaardige oordeel in Mattheus 13: ”Zoals het onkruid bijeengebonden wordt en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de Mensenzoon zal zijn engelen eropuit sturen, en ze zullen uit zijn koninkrijk allen die anderen ten val hebben gebracht en de wetten hebben verkracht bijeenbrengen  en hen in de vuuroven werpen; daar zullen ze jammeren en knarsetanden.  Dan zullen de rechtvaardigen in het koninkrijk van hun Vader stralen als de zon. Laat wie oren heeft goed luisteren!” vs 40-43

Het staat er met deze broeders en zusters dus slecht voor. Wat is nu jouw en mijn taak als we dit zien gebeuren?  We leven in een tijd waarin gauw gezegd wordt: “Ieder heeft zijn eigen mening, ook zijn eigen uitleg van de Bijbel. Laten we elkaar vrijlaten als we maar van Jezus houden.”  Het klinkt heel mooi en sympathiek maar het is eigenlijk hard en onverschillig. Het is vaak ook het gevolg van de gedachte dat als ik een ander helemaal vrijlaat in hoe hij denkt en doet de ander zich ook niet met mij bemoeit.

In werkelijkheid is het dan zo dat Gods liefde en de liefde voor mij naaste in mijn leven  ver  te zoeken is. In werkelijkheid ben ik dan hard en onverschillig geworden. De echte liefde wil dan juist gehoor geven aan de oproep van de Geest: “Red anderen door hen aan het vuur te ontrukken”.

Hoe kun je nu op deze manier reddend bezig zijn? Door in liefde je broer of zus in de gemeente te laten zien wat de weg is die de HERE ons zelf wijst. Door hem of haar te laten zien wat de Geest ons leert in de Bijbel. Door te laten zien in liefde met het Woord van God dat de dingen die hij of zij uitdraagt of  hoe hij of zij leeft niet volgens de wil van God is. Door te laten zien dat wat hij of zij nu doet of leert juist vervreemd van de echte Christus, van wie de HERE echt is. Het is niet beslissend of iemand veel over God of Jezus zegt maar dat iemand werkelijk volgens de woorden van God spreekt of leeft. Het gaat om de echte God, de echte Here Jezus, de echte Geest en niet om hoe wij over Hem denken of voelen.

Het is belangrijk om dan te laten zien dat het in ons leven er om gaat dat we vanuit de liefde van God juist in alles, in ons denken, spreken, doen en voelen altijd heel dicht bij de echte HERE willen zijn en blijven. Dat we Hem in liefde vanuit Zijn liefde in alles willen gehoorzamen. Gehoorzamen aan Christus is in de kerk als het goed is geen vies woord. Gehoorzamen aan God en aan Zijn Woord hoort bij een leven waarin je de genade van God kent. We worden ook in het Nieuwe Testament en door de Here Jezus juist heel indringend tot gehoorzamen aan God opgeroepen. Tot een leven waarin ons hart, ons leven er opgericht is om te luisteren naar de HERE en om vanuit wat we van hem gehoord hebben Zijn woorden, Zijn wijsheid in alles te willen volgen. Dat is vertrouwen, je met je verstand, je gevoel, je doen uitleveren aan die Ene die weet wat echt is en wat echt goed is ook voor jou. Ook al zie je dat nu niet. Dat is omdat je hem kent en Zijn liefde kent blind varen op Zijn kompas. Dat is vertrouwen op Christus. De Redder, de Verlosser die je zo nodig hebt. Die je zo nodig hebt omdat ieder van ons niet voor 100% op het kompas van de HERE leeft en daarom elke dag vergeving nodig heeft. Wat is het belangrijk dat je dat steeds weer blijft zien! Dat zorgt er voor dat jij je niet beter gaat voelen dan die broer of zus die het pad bijster is geraakt. Dat leert je om met liefde de ander te vermanen waar dat nodig is zonder om jezelf te verheffen.  Je bent bewogen met die broer of zus die leeft en denkt tegen de wil van God in en daarin blijft doorgaan. Die zo door de dwaling wordt meegenomen dat zijn of haar leven tegen Gods goede wil ingaat. God is liefde en juist daarom is er bij Hem geen plaats voor de zonde, daarom kom je onder Zijn oordeel als je niet volgens Zijn Woord leeft en leert. Als je je laat meenemen door dwaalleer.

Wat is het daarom belangrijk dat de liefde van God en daardoor de liefde voor je broer of zus die je ziet afdwalen je er toe brengt om je optimaal er voor in te zetten om die ander te redden. Te laten zien dat de HERE in al Zijn liefde hem of haar oproept aan Hem gehoorzaam te zijn in de manier van leven en in wat je andere mensen leert.

Twee van de vele voorbeelden waar we dit de Geest zelf horen zeggen:

1. Over hoe we leven. Dit gedeelte uit het Nieuwe Testament past ook heel duidelijk bij het op het nippertje gered worden in ons tekst. 1 Petrus 4:15-19:“Laat niemand van u moeten lijden omdat hij een moordenaar is, een dief, misdadiger of onruststoker.  Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag die naam tot eer van God. Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te aanvaarden?  Als zij die rechtvaardig leven al ternauwernood gered kunnen worden, hoe moet het dan gaan met hen die zondigen doordat ze God niet gehoorzamen? Daarom moeten allen die lijden omdat God dat wil, het goede blijven doen en hun leven toevertrouwen aan hem op wie wij mogen vertrouwen omdat hij ons heeft geschapen.”

2. Over wat we leren.  “Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is 2 en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen.” 1 Kor 15:1,2 

Wat is het belangrijk dat de liefde van God zo in ons leeft en dat we daar om bidden steeds weer dat we er voor elkaar willen zijn. Om de ander uit het vuur te willen redden als die ander de verkeerde weg gaat. Wat is het heerlijk als de HERE ons reddingswerk dan zo zegent dat de ander gaat zien met zijn of haar hart dat hij of zij verkeerd zit en zich omdraait en weer in liefde gehoorzaam wordt aan wat de Geest ons leert.

Wat is het geweldig dat de Geest zo onze woorden in Zijn dienst wil gebruiken en mensen die zichzelf onder het oordeel van God gebracht hebben wil redden. Dat geweldige zie je ook in wat we in Zacharia 3 gelezen hebben.

We lezen daar over de hogepriester Jozua. Deze hogepriester is zeker niet zonder zonden. De duivel  wrijft als het ware in zijn handen als hij Jozua ziet zondigen. Hij is er dan als de kippen bij om dat de HERE te vertellen. Kijk eens HERE:  zelfs de hogepriester is weer met het verkeerde bezig. Hij verdiend niet Uw liefde maar Uw oordeel. Wat is de duivel toch een smerig en doortrapt iemand. Dan zie je het wonder van Gods genade! Die HERE zegt als het ware: ja, ik weet dat ook mijn hoogste dienaar op aarde Mijn oordeel verdient maar Ik heb Hem uit het vuur gerukt! Ik heb hem in Mijn liefde naar Mij geroepen. Duivel jij hebt geen vat meer op mensen die met hun zonden naar Mij gevlucht zijn want ze zijn als een stuk hout dat al gebrand heeft toch uit het vuur gerukt. Ik trek over al die vuile plekken van Jozua Hem schone witte kleren aan. Die witte feestkleren die de Here Jezus de grote Hogepriester verdiend door juist het vuur van Gods oordeel tot het einde te ondergaan voor wie gelooft en daarom in liefde volgens Gods  woorden in alles wil leven. Christus die als de grote Hogepriester door Zijn zondeloze leven verdiend heeft dat ieder die van een verkeerde weg tot Hem komt als een brandhout uit het vuur gered wordt.

Laat die liefde van Christus zo groot en zo ongelooflijk ons er steeds weer toe aanzetten om elkaar op de weg van Christus te krijgen, terug te roepen. We hebben elkaar daarbij zo nodig! Laat zo Gods liefde en Zijn Geest ons vervullen om elkaar te willen redden als dat nodig is. Bid dat de Geest ons die liefde steeds voor elkaar geeft en we zo instrumenten tot redding in Zijn hand mogen zijn.

 

AMEN