Zondag 32 Een christen leeft uit dankbaarheid

Zondag 32 Een christen leeft uit dankbaarheid

Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 103:1,7

Lezing van Gods wet

Gezang 38:3,4,9

Gebed

Schriftlezing: Lukas 17: 11-19

                       Filemon

Psalm 136:1,2,3,4

Tekst: Zondag 32

Verkondiging van het evangelie

Psalm 77:3,4

Dankgebed

Collecte

Gez 17:3,4,5

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes.

 

Ben  jij dankbaar? Eigenlijk een gekke vraag als ik jou die zo stel. Want jij zult dan vragen: waarvoor zou ik dankbaar zijn? Wie dankbaar is, is voor iets of iemand dankbaar. Dankbaar zijn is niet iets vaags, is niet maar een bepaald gevoel. Het is echt veel meer.

Ik stel deze vraag omdat  er over dankbaarheid vaak toch veek vragen zijn. In de catechismus vinden we een driedeling: Ellende, verlossing en dankbaarheid. Als het over de dankbaarheid gaat, is het vooral de wet van God en het gebed dat daarbij aan de orde komt. Is dankbaarheid een soort tegenprestatie voor wat de HERE voor ons gedaan heeft. Vraagt Christus voor Zijn lijden voor de gelovigen om deze tegenprestatie?  Is die tegenprestatie iets dat we moeten doen om gelovigen te zijn en in Gods liefde te kunnen delen? Is dankbaarheid een soort voorwaarde om echt bij Christus te kunnen horen? 

Ja, wat is dankbaarheid eigenlijk? Wat betekent het dat we bij Zondag 32 aan dat gedeelte van de catechismus beginnen waarboven staat: Derde deel Onze dankbaarheid.

Wanneer ben je dankbaar? Wanneer komt in een preek de dankbaarheid aan bod?  Wat is een dankbaar leven? Belangrijke vragen. Vragen die alles met ons dagelijkse leven als mens en als gemeente te maken hebben. Laten we samen daarnaar  kijken als ik jullie het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 

EEN CHRISTEN LEEFT UIT DANKBAARHEID

 

1 . Wat dat is.

2. Waartoe dat leidt.

 

1. Wat dat is

 

Als ik goed luister leeft bij meerderen de gedachte dat  dankbaarheid vooral een gevoel is . Een gevoel dat niets met moeten te maken heeft. Een gevoel dat veel met geruststelling te maken heeft. De Here Jezus heeft voor ons de straf gedragen, daar hoeven we  ook niet zoveel meer over na te denken. We moeten gelukkig niet veel meer. Alles is goed en dat moet ons dat geruststellende gevoel geven wat we dankbaarheid noemen. Je  laat achter je dat Christus je gered heeft. Je hoeft eigenlijk over je zonden niet meer na te denken want Christus heeft ze gedragen. Dat zorgt voor dat gevoel van dankbaarheid. Je blijdschap is dat je door Christus werk eigenlijk gewoon kan leven en niet veel over je manier van leven hoeft na te denken.  Gelukkig is dat ook een veel groter deel van de catechismus dan dat eerste deel over de ellende. Ook een groter deel dan dat wat aanwijst dat we vanwege onze schuld en zonden verlost moeten worden en dat Christus daarvoor moest komen. Want dat laatste is toch nog wel heel confronterend en dat willen we eigenlijk niet. Is de dankbaarheid dat  we het stilstaan bij  eigen schuld, vergeving en de noodzaak om verlost te worden achter ons laten?

Dat gevoel leeft heel breed in wat christelijk Nederland wordt genoemd.  Toch is dat niet wat we in de Bijbel en in de catechismus vinden.

Ik wil dat juist laten zien vanuit dat deel van de catechismus dat over de dankbaarheid gaat. Ik noem maar een enkel punt van de velen die te noemen zijn.

Kijk  eerst eens in antwoord 86. We zien hier hoe er juist teruggewezen, teruggedacht wordt aan Christus offer voor de gelovigen en dan volgt: “opdat wij met ons hele leven tonen, dat wij God dankbaar zijn voor Zijn weldaden.”

Het woord dankbaarheid heeft ook als het om onze taal gaat te maken met “denken aan”. Een dankbaar leven heeft er mee te maken dat we denken aan wie de HERE is, aan wie Christus is en wat Hij gedaan heeft om wie gelooft te redden van de eigen schuld. Het is denken aan het wonder van Gods genade en verlossing. Je denkt aan Christus en alles wat Hij voor jou heeft moeten doen en gedaan heeft.

Dan  zie je dat bij de dankbaarheid hoort dat je vanuit het denken aan Christus je elke dag wilt en moet bekeren. Die oproep om dat te doen hoort juist bij de dankbaarheid. Dat je zie je ook in de catechismus. Wat  is de volgende zondag in het deel van de dankbaarheid? De zondag die gaat over de echte bekering! Bij het leven uit de dankbaarheid hoort het kennen van jezelf en daarom vanuit Christus werk  willen breken met de zonden in je leven en al meer willen leven volgens de wil van God.

Daarbij hebben we een liefdevolle maar tegelijk harde hand nodig. Ook dat is wat we in het deel van de dankbaarheid in de catechismus belijden. Want hoe moeten de 10 geboden die deel van dankbaarheid vormen gepreekt worden ? Kijk met mij mee in vr/antw 115: “Waarom laat God ons de tien geboden dan zo scherp prediken, als toch niemand ze in dit leven volbrengen kan?

Ten eerst wil God, dat wij ons leven lang onze zondige aard steeds meer leren kennen en daardoor nog meer begeren de vergeving van de zonden en de gerechtigheid in Christus zoeken.”

Dankbaarheid is denken aan: Mijn zondige aard

Dankbaarheid is denken aan:  Christus die ik zo nodig heb voor vergeving

Dan volgt er in antwoord 115: “Ten tweede dat wij zonder ophouden ons inspannen en God bidden om de genade van de Heilige Geest, om steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden, totdat wij na dit leven het doel, namelijk de volmaaktheid bereiken.”

Dankbaarheid is denken aan: De wil van God

Dankbaarheid is denken aan:   Aan Christus die de Geest verdiend heeft om ons te leren onze

Dankbaarheid is denken aan:   Eigen wil te verloochenen en al meer volgens Gods wil te leven.

Dankbaarheid is denken aan: De Geest die we nodig hebben om ons steeds weer dat nieuwe leven te leren tot de dag van ons sterven toe.

Echte dankbaarheid is niet de gedachte dat het allemaal wel meevalt. Dat je niet meer over zonden in je leven hoeft na te denken. Het is ook niet de gedachte dat Christus je gered heeft en je dus  kunt leven op je eigen gevoel. Dat je dat dan noemt dat je de Geest volgt. Dat is leven uit dankbaarheid niet.

Echte dankbaarheid is dat je in je leven steeds weer aan de HERE denkt, dat je steeds weer op Christus let en op het werk dat Hij voor je heeft gedaan. Dat je daarom juist door de Geest wilt leven voor de Drie-enige God. Een preek die over de echte dankbaarheid spreekt, wijst je steeds weer op Christus die je nodig hebt voor de vergeving en de vernieuwing in je leven.

We zien deze dingen heel duidelijk in Lukas 17:11-19:

“En het geschiedde gedurende zijn ​reis​ ​naar Jeruzalem, dat Hij dwars door Samaria en Galilea trok. En toen Hij een zeker dorp binnenging, kwamen Hem tien melaatse mannen tegemoet, die op een afstand bleven staan. En zij verhieven hun stem en zeiden: ​Jezus, Meester, heb medelijden met ons! En Hij zag hen aan en zei tot hen: Gaat heen, toont u aan de ​priesters. En het geschiedde, terwijl zij heengingen, dat zij gereinigd werden. En één van hen keerde terug, toen hij zag, dat hij genezen was, met luider stem God verheerlijkende, en hij wierp zich op zijn aangezicht voor zijn voeten om Hem te danken. En dit was een Samaritaan. En ​Jezus​ antwoordde en zei: Zijn niet alle tien ​rein​ geworden? Waar zijn de negen anderen? Waren er dan geen anderen om terug te keren en God eer te geven, dan deze ​vreemdeling? En Hij zei tot hem: Sta op, ga heen, uw geloof heeft u behouden.”

We zien hier heel duidelijk dat als we door Christus verlost zijn het de bedoeling is dat we aan hem blijven denken. Dat we naar hem toegaan. Dat we ons voor hem buigen als onze Heer en Koning. Dat we ons leven zo willen inrichten dat het van hem spreekt. Dat we in Zijn dienst willen staan uit dankbaarheid. Met in ons hart steeds weer wat de HERE in Zijn genade gedaan heeft en dat we daarom Christus willen volgen. Elke dag van ons leven.

Wie zo op de Drie-enige God let, aan Hem denkt gaat een dankbaar leven leiden. Zo komen we bij het tweede punt.

 

2.  Waartoe dat leidt

 

Je  ziet de Here Jezus voor je. Je denkt eraan wat Hij voor jou heeft moeten lijden. Je denkt aan Zijn ongelooflijke liefde waardoor Hij in jouw plaats de welverdiende straf voor jou heeft willen dragen. Wat een liefde! Wat een genade! Wat een God! Wat een Verlosser! Wat een Geest die in jou en mij wil wonen en ons wil leren niet onze eigen wil te doen maar die ene goede wil van God.

Als je daaraan denkt dan wil je goede werken doen. Dan hebben die goede werken niets meer   daarmee te maken dat jij denkt dat je daarmee iets bij de HERE kunt of wilt verdienen. Dan gaat het niet om een of andere tegenprestatie. Dan is het ook niet zo dat je je steeds weer afvraagt of jij wel goed genoeg voor God bent om bij je sterven als verloste Gods Koninkrijk binnen te gaan.

Dankbaar leven is dat je steeds weer naar Christus als je grote Verlosser gaat. In Hem heb je alles. Als je aan Hem denkt, wil je de wil van de hemelse Vader doen.  Dan is geloven geen rekensommetje. Zo van nu heb ik genoeg voor de HERE gedaan en kan ik weer even me eigen ding doen. Nee, dan wil je bij alle gebrek juist helemaal voor de HERE leven. Hij is je leven geworden.  Dan komt er in je leven de zelfverloochening. Een heel duidelijk voorbeeld daarvan hebben we in de brief aan Filemon gelezen. Het gaat in die brief vooral over de slaaf Onesimus.

Onesimus was slaaf in dienst van Filemon. Filemon was een christen geworden. Het is duidelijk ook vanuit wat Paulus van Onesimus gehoord heeft dat Filemon echt met Christus leeft. Zo positief zoals onesimus nu over zijn heer praat, was het niet altijd. Onesimus is op een bepaald moment gevlucht. Hij heeft de vrijheid gezocht. Filemon leeft in Kolosse. Onesimus is gevlucht en is heel ver weg naar Rome gegaan. Veel gevluchte slaven gingen in die tijd naar Rome. Het was een grote stad met veel inwoners waar ze makkelijk konden onderduiken. Wat er precies gebeurd is weten we niet. De Here heeft er voor gezorgd dat Onesimus met het evangelie in aanraking komt. Hij komt ook in contact met Paulus die in Rome gevangen zit. Onesimus komt tot geloof. Hij geeft zich over aan Christus als zijn verlosser en Heer. Deze man is voor paulus die gevangen zit van heel veel nut. Er groeit tussen paulus en Onesimus een heel innige en tere band. Paulus noemt Onesimus zelf zijn kind dat hij in zijn gevangenschap verwekt heeft. De geestelijke band in Christus is tussen deze twee mannen heel innig.

Onesimus heeft in eigen kracht vrijheid gezocht. Hij vindt zijn vrijheid en bevrijding later niet in zichzelf maar in Christus. Juist dan lijkt het er op dat hij een stap terug moet doen. Want als Onesimus tot geloof gekomen is en er veel met Paulus gepraat is, komt het moment dat duidelijk wordt dat Onesimus terug moet naar Filemon. Bij een christelijk leven hoort dat hij teruggaat naar zijn heer. Wel in een nieuwe verhouding. Dat is ook een opdracht voor heer Filemon. Er is nu niet meer alleen de verhouding van heer en slaaf. Nee, Filemon en Onesimus zijn nu echte familie van elkaar. Ze zijn elkaars broers en voor Christus zijn ze helemaal gelijkwaardig. Wat is nu het bijzondere? Dat Onesimus niet kiest voor eigen vrijheid zonder Christus maar teruggaan naar zijn heer in verbondenheid aan Christus! Voor veel mensen die alleen aan eigen positie op deze aarde denken onbegrijpelijk.  Het gaat toch om mijn leven en mijn vrijheid op deze wereld. Leven in echte verbondenheid aan Christus betekent dat je niet leeft voor jezelf. Het betekent dat je leeft voor Christus. Dat je Hem wilt volgen. Je wilt vrucht dragen voor hem. Je wilt Hem in jou laten leven. je wilt  Zijn beeld al meer op aarde laten zien. Je wilt je door de Heilige Geest laten vernieuwen. Een ander mens worden dan je volgens de gevoelens van je eigen zondige hart zou zijn.

Juist als we het over vruchten van het geloof hebben, gaan we zien dat dankbaarheid niet een of andere tegenprestatie is waardoor we aanvaardbaar voor de HERE moeten worden. We belijden in antwoord 86 dat we juist in een dankbaar leven vruchten van geloof voortbrengen. Wanneer je aan vruchten denkt dan gaat het om een plant of een boom waaraan vruchten groeien. De boom of plant zitten met hun wortels in de grond. Deze wortels halen hun vocht en andere voedingsstoffen uit de grond. Zonder die wortel, zonder die plant of boom kunnen er geen vruchten zijn.       

Echte dankbaarheid is dat je steeds weer denkt, steeds weer teruggaat voor het voedsel van je leven naar Christus. Zoals we daarover lezen in Kol 2:6,7:  “Zoals u dan ​Christus​ ​Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem, geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging.”

Je zoekt je leven als dankbaar kind van God juist elke dag weer bij Christus. Dat is niet dat je denkt dat Hij eens voor je geleden heeft en dat je verder niet meer aan Hem hoeft te denken. Nee, het gaat er om dat je altijd weer in je leven je blik op Christus richt. Dat je elke dag naar Zijn stem luistert door de Bijbel te lezen en na te denken over wat dit wat je gelezen heeft voor jouw leven te betekenen heeft. Het betekent dat je echt elke dag door het gebed contact met de HERE zoekt. Dat je Hem vraagt om door de Geest je steeds weer de liefde voor Christus te geven. waardoor het dat levende contact met Hem is. Dat Christus echt die persoon in je leven is die je steeds voor je ziet, die je steeds in liefde wil volgen. Waarvan je wilt dat Hij bij je is en dat Hij er in vrede bij kan zijn als jij dingen doet, dingen denkt, dingen voelt. Dat Hij met je mee kan kijken zonder dat je je schaamt als je je mails tikt, als je op sociale media bezig bent, als je gesprekken voert, als je werkt en bij je opleiding bent enz. Christus als de Persoon met wie je het meest intensief leeft en waar jouw liefde naar uitgaat. Wie zo leeft, wordt op een goede manier ook al zekerder van zijn of haar geloof. Dan wordt geloven echt leven met de HERE! Dat geeft rust, dat geeft zekerheid. Dat leert je ook als je wakker ligt op bed om met de HERE te praten en de dingen van je leven Hem ook in de nacht voor te leggen. Dan weet je dat de HERE er is en echt naar je luistert. Het is anders als je eigenlijk slordig leeft. Wanneer je eigenlijk alleen aan de HERE denkt als je in problemen bent en dan Zijn hulp zoekt. Als de problemen voorbij zijn, speelt Christus eigenlijk geen wezenlijke rol meer in je leven.

Dan leef je in feiten ondankbaar voor Christus. Dan komt de twijfel: Zou de HERE wel bestaan. Dan kan ook de twijfel komen: ben ik wel kind van God, is mijn leven wel goed genoeg voor Hem.  Deze dingen kunnen er ook zijn als je met de HERE leeft en de duivel komt met zijn aanvallen. Toch is het dan anders. Dan mag je bij de HERE meteen weer de kracht vinden om de duivelse aanvechting naast je neer te leggen.   Wanneer jij eigenlijk niet bewust in liefde met de HERE leeft, roept Christus je om je leven te veranderen. Niet om je acceptabel voor God te maken maar om echt in liefde vanuit God te leven voor hem. Om echt vanuit de verbondenheid met de HERE door Zijn Geest geleidt te worden.

Dan gaat ons leven spreken. Spreken van de HERE. In onze omgeving. Dan gaan mensen zien en horen dat we met Christus leven. Dat we hem liefhebben en daarom ons leven aan hem en Zijn wil wijden. Dan komt er de liefde voor elkaar en voor de naaste in onze omgeving. Dan bidden we ook dat de HERE onze manier van leven en spreken wil gebruiken om anderen die zonder Christus leven tot hem te brengen. Dat is geen bijzaak maar echt een van de doelen van ons leven als kinderen van God en als gemeente. Het is de Here jezus zelf die ons dit met de volgende woorden leert: “U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen ​lamp​ aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.” Matt 5:14-16 HSV

Laten we een echt dankbaar leven leiden. Dat is een leven waarin we de HERE liefhebben en Hem steeds als onze grote Geliefde voor ogen hebben die we uit liefde en dankbaarheid willen volgen. Dan heb jij, dan hebben wij als gemeente toekomst. Anders niet.

 

AMEN