Zondag 50 Vader leer ons als uw afhankelijke kinderen te leven

Zondag 50  Vader leer ons als uw afhankelijke kinderen te leven

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 72:1,2

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing: Amos 9: 11-15

                        1 Timotheus 6:2b-21

Psalm 127

Tekst: Zondag 50

Verkondiging van het evangelie

Psalm  37:2,3,16

Geloofsbelijdenis

Psalm 4

Dankgebed

Collecte

Gezang 40

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

 

Waar bid je om? Bidden hoort bij godsdienst, bij kerk, bij geestelijk leven. Bidden hoort bij het heilige. Bidden hoort bij bepaalde formuleringen, hoort bij verheven taal. Ik zeg dit nu wel zo maar is het echt zo? Dit soort gedachten zit  vaak diep in bij mensen. Vooral de gedachte  dat er eigenlijk vanuit dat  een geestelijk leven en een gewoon leven is .

De mensen van vandaag in ons land vinden voor een groot deel dat het gewone leven het leven is. Vroeger geloofden de mensen dat er meer was en lieten zichzelf daardoor zelfs beheersen. Daar zijn we nu wel van bevrijd toch?! Dan zijn er ook veel mensen die nog wel over het hogere en het geestelijke praten. Die ook zeggen dat ze dat ervaren. Maar je moet dat gewone en dat geestelijke niet met elkaar vermengen. Het zijn twee delen van het leven. Ieder met hun eigen regels, wetten en uitgangspunten. Het zijn twee los van elkaar staande werelden. Naar de kerk gaan, over Christus spreken staat voor een groot deel los van je gewone leven. Als je over dit soort dingen nadenkt, als je daarover met anderen aan de praat raakt hoe sta jij er dan in?  Heeft het geloof met je werk te maken, met je opleiding, met je eten en je drinken, met je ontspanning, met je gaan naar de sportschool en met je vakantie enz?

De Here Jezus zelf laat al zien dat er geen twee levens zijn. Het is niet zo dat het ene voor de HERE heilig is en dat ons gewone leven voor Hem minder heilig zou zijn. Dat zie je heel duidelijk in het gebed dat de Here Jezus ons leert. We hebben de afgelopen weken heel duidelijk gezien dat dit gebed begint met de concentratie op de HERE en Zijn werk. Met het gebed om de eer van God en daarom ook het gebed dat al meer mensen Hem de eer geven en bij Christus hun leven zoeken. Let er nu op dat in hetzelfde gebed de Here Jezus ons leert om voor ons dagelijkse brood te bidden. Juist bij dit deel van het Onze Vader legt Hij er de nadruk op dat dit gebed voor elke dag bedoeld is. Ook als het om je eten en je drinken gaat, ook als het om de gewoonste dingen van het leven gaat. Hij leert ons niet om eens per maand om ons eten te bidden en dan de rest van de maand alleen dat geestelijke leven in het gebed alleen te brengen. Nee, elke dag ook het gebed om die heel gewone dingen van het leven die ons bezig houden. Het gaat om een leven dat 24 dag per uur leven voor Gods ogen is. Daarbij hebben we ook het gebed om ons dagelijkse brood nodig.

Ik verkondig jullie het evangelie van jezus Christus onder het volgende thema:

 

   Vader leer ons Uw afhankelijke kinderen te zijn

 

1.            Niet wij eerst

2.            Maar U eerst

 

1.        Niet wij eerst

 

Onze samenleving wordt harder. Juist met het oog op het gebed: “Geef ons heden ons dagelijks brood” stelt ons dat voor de vraag of dat erg is. Laten we dan goed onderscheiden. We moeten namelijk onderscheid maken tussen hard en eerlijk, tussen hard en verantwoordelijk.

Is het zo dat bidden om ons dagelijks brood onze inspanning, onze verantwoordelijkheid aan de kant schuift. Is het zo dat het er om gaat dat we het gewoon krijgen en er niet veel voor hoeven te doen? Is het hard als van mensen gevraagd wordt om zich in te zetten voor hun werk, om zelf hun best te doen om voor eigen inkomen te zorgen en niet alleen van het geven te willen leven. De Heilige Geest geeft ons daarop duidelijke antwoorden.   Een antwoord waarbij we altijd met 2 woorden hebben te spreken zonder dat het wazig en onduidelijk wordt. Hier geldt zoals altijd in het leven van Gods kind: Bid en werk. Dat staat nooit tegenover elkaar.

Het eerste is dat wij niet in de val moeten trappen dat we zo gaan leven alsof wij het zelf moeten en kunnen doen. Als er voor ons eten is en we kunnen ons financieel goed redden is dat nooit onze verdienste. Wie gaat leven alsof hij of zij er zelf voor kan en moet zorgen, raakt het vertrouwen en zich afhankelijk weten van de HERE kwijt. Hij geeft en als Hij niet geeft kun je je dood werken maar krijg je toch niets. Hierop legt de Geest nadruk in Psalm 127: “Als de Here het ​huis​ niet bouwt,

tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is voor u tevergeefs, dat gij vroeg opstaat, laat opblijft, brood der smarten eet –

Hij geeft het immers zijn beminden in de slaap.”vs 1,2

Wie de HERE erkent als de Gever van alles wat je nodig hebt en daarom ook echt bidt, wil niet lui zijn. Die wil niet onnodig teren op de zak van een ander. Luiheid en onverantwoordelijkheid hoort niet bij het leven van wie in liefde met de HERE verbonden is. Dan wil je ook niet onnodig van een uitkering afhankelijk zijn. Het past niet bij het leven van een christen om te zeggen: Ik ga niet werken want met het werk dat ik kan doen verdien ik net zoveel als dat ik een uitkering krijg. We zien in de Bijbel steeds weer terug dat een biddend leven betekent dat je ook echt voor je geld wilt werken. Ik geef een paar voorbeelden:

“Ga naar de mier, luiaard, zie zijn wegen en word wijs. 7Hoewel hij geen aanvoerder heeft, geen leidinggevende of heerser,  maakt hij zijn eten gereed in de zomer, verzamelt hij zijn voedsel in de oogsttijd.  Hoelang, luiaard, blijft u liggen? Wanneer staat u op uit uw slaap? Een beetje slapen, een beetje sluimeren, een beetje liggen met gevouwen handen! Zo komt uw armoede over u als een wandelaar en uw gebrek als een gewapend man.” Spreuken 6:6-11 HSV

Ook in het Nieuwe Testament lezen we deze dingen heel duidelijk. Bijvoorbeeld in 2 Tessalonicenzen 3: “Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here ​Jezus​ ​Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten.” vs 10-12

We zien onze samenleving harder worden maar zolang het er om gaat dat we voor ons eigen onderhoud werken als we kunnen en dat van ons gevraagd wordt,  is dat niet hard maar juist wat de HERE ons graag al biddend ziet doen. Toch zien we ook een echte hardheid. De hardheid waarbij het er om gaat dat wij eerst komen. Dat het er om gaat dat wij onze eigen welvaart moet beschermen en al meer uitbreiden en anderen daarin niet mogen delen. 

Wat is de hardheid die we onder elkaar, in eigen leven en ook in de samenleving moeten bestrijden? Waarin moeten we juist als volk van God in woorden en daden opvallen in de samenleving. Waar bidden we op dit punt om als we bidden: ‘Geef ons heden ons dagelijkse brood’?

Dan bidden we tegen alle verrijking van onszelf ten koste van anderen. Ten koste van mensen die werken maar nog zo arm zijn, voor mensen die door lichamelijke of verstandelijke beperkingen niet rond kunnen komen. Dan bidden voor mensen die moeten vluchten en dreigen op straat als bedelaars te moeten leven. Je leest in Gods Woord steeds weer hoe het leven voor jezelf en voor eigen rijkdom echt een kwaad is. Het is Gods ogen echt zonde. Dat je eerst voor jezelf en je gezin moet zorgen om te kunnen leven is niet verkeerd. Het is ook niet verkeerd om eerst de zorg voor de mensen om je heen, in eigen gemeente op je te nemen. Dat lezen we bijvoorbeeld heel duidelijk in Galaten 6: “Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten.” Je ziet hier dat de hulp voor geloofsgenoten eerst komt maar nooit als smoes gebruikt mag worden om anderen in hun nood niet te helpen. Dit geldt niet alleen voor ons als afzonderlijke mensen maar ook voor ons als gemeente want de Geest laat dit schrijven aan de gemeenten in Galatië.

Wat betekenen deze dingen voor ons gebed? Ik noem er een paar. Daarbij moeten we bedenken dat bidden en werken bij elkaar horen. Ons bidden mag niet losstaan en zeker niet tegenover het leven van elke dag staan.

a.       Dat we niet alleen voor onszelf bidden als het gaat om ons dagelijkse eten.  Let er op dat de Here Jezus ons leert bidden voor ons eten en ons leven vandaag en niet voor morgen. Het is geen gebed waarin het gaat om grote welvaart waardoor we ons jaren geen zorgen hoeven te maken. Het gaat heel duidelijk om ons eten, onderdak en kleren voor vandaag. Dat betekent ook dat bij ons gebed niet horen: Vader in de hemel maak me rijk want dat is het verlangen van mijn leven.

Het kan zijn dat we rijk zijn of rijk worden. Wie daarin eerlijk is, mag daarin de zegen van de HERE in eigen leven zien. Toch mag het voor Gods kind niet het doel zijn waarvoor we leven. dat komt zo heel duidelijk uit in 1 Timotheus 6 dat we in deze dienst gelezen hebben. Lees dat thuis nog eens rustig door. Het is voor ons een heel belangrijk en actueel hoofdstuk. Ik noem nu een paar gedeelten hieruit:

“Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.  …… Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wèl te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam, waardoor zij zich een vaste grondslag voor de toekomst verzekeren om het ware leven te grijpen.” vs 8-10 …17-19   

Bidden om je dagelijkse brood is dus ook bidden om tevredenheid, om royaal te willen geven voor anderen in nood. Om zo de liefde van God in deze wereld te laten zien en voelen. Aan broeders en zusters maar ook aan mensen die niet geloven in Christus.

b.       Bidden om onze dagelijkse brood is ook bidden tegen alle onrecht in. Is ook bidden tegen alle onrecht waardoor mensen zich ten koste van andere verrijken. Dat betekent ook dat ons bidden ons brengt tot echt zelfbeproeving. Zelfbeproeving ook na de viering van het  avondmaal  is heel erg nodig. Dan gaat het om in vrede te leven, echt te leven met Christus. Daarom ook juist de vrede te zoeken met de mensen om je heen. Die zelfbeproeving als je nu aan de vierde bede denkt, is ook hoe wij met onze naaste omgaan. Dat strekt zich uit tot alles wat wij weten. Dat betekent ook dat we bidden tegen uitbuiting. Tegen sociaal onrecht. Dat zijn geen dingen die er bij ons mogen bijhangen omdat we zeggen dat het om het geestelijke gaat en niet om dat gewone leven. De HERE maakt dat in Zijn Woord heel vaak duidelijk. Thuis lezen we op dit moment uit het Bijbelboek Jesaja. Daar lees je bijvoorbeeld in hoofdstuk 10 dit: “Wee hun die heilloze verordeningen uitvaardigen, en de ​schrijvers​ die lasten voorschrijven, om de geringen van het recht weg te dringen en aan de ellendigen van mijn volk het recht te ontroven, zodat de ​weduwen​ hun buit worden en zij de wezen uitplunderen. Wat zult gij dan doen op de dag der bezoeking en bij de verwoesting die uit de verte komt? Tot wie zult gij vluchten om hulp en waar zult gij uw heerlijkheid laten? Niets blijft over dan zich te krommen als een geboeide; als verslagenen vallen zij. Ondanks dit alles keert zijn toorn zich niet af en blijft zijn hand uitgestrekt.”

Wie in liefde voor de naaste bidt, wil dan ook niet goedkoop aan spullen voor zichzelf komen terwijl andere mensen op aarde daardoor in grote armoede en ellende leven. Gods kind wil graag anderen net zo behandelen zoals jezelf behandeld wil worden. De Here Jezus houdt ons dat voor in Mattheus 7:12: “ Alles nu wat u wilt, dat u de mensen doen, doet uj hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten.” Dan willen we graag dat mensen om ons heen, onze naasten ook zonder zorg te eten en te drinken hebben. Dan vragen we de hemelse Vader ook daarom. Dan wordt en blijft het bij ons ook: Bid en werk.

c.       Een laatste element voor ons gebed wat ik nu noem is dat ons gebed een bescheiden gebed is. De Here Jezus leert ons om elke dag als afhankelijke kinderen van God te bidden. Hij leert ons elke dag weer bidden voor vandaag en nog niet voor morgen. Hij leert ons zo om elke dag weer

Bewust ons leven op de HERE te richten. Om elke dag weer te beseffen dat we het van de HERE moeten hebben. Ook als het om een slok water gaat, ook als het om een boterham of een warme hap gaat. Dat je die dingen krijgt, dat jij nu kan ademhalen is iets wat de HERE te moet geven. Zonder dat Hij het je geeft krijg je het niet. De HERE ziet jou en mij elke dag zo graag voor hem verschijnen als Zijn afhankelijke kinderen. Die het ook voor de dingen va  n het gewone leven in alles van hem verwachten. Zo leren we ook bij dit gebed dat de HERE eerst komt. We zien dat in de tweede plaats.

 

2.       Maar U eerst

 

We vragen om ons dagelijks brood. We kijken ook dan weer niet alleen naar onszelf. We bidden vol ontferming ook voor anderen. Wat is nu het doel van dit gebed om ons dagelijks brood? Is dit nu een gebed voor het leven hier en nu en daarmee af? Het gaat in dit gebed toch om eten en drinken? Of nog verder uitgebreid om de dingen die we nodig hebben om op aarde te leven? Dat wat mensen nogal eens het natuurlijke leven noemen.   

Als we zo gaan denken en de HERE eigenlijk alleen nodig hebben voor eten en drinken hier en nu vergeten wat dit gebed een plaats gekregen heeft in het onze Vader. In dat volmaakte gebed waar we in korte zinnen ons hele leven bij de HERE brengen om juist zo te leven dat Hij de eer en de lof in ons leven zal krijgen. We spreken in dit gebed de enig levende God als onze vader aan. We beginnen in dit gebed er mee om juist de HERE en Zijn werk boven alles te stellen. Daarbij ko0mt nog dat we dit gebed beëindigen met de woorden: “ Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. ​Amen.” Matt 6:13

Ons gebed om elke dag eten en gezondheid is er op gericht om met energie op deze aarde voor Christus te kunnen leven. Om krachten te krijgen om juist met overtuiging onze krachten te geven om Gods naam op te heffen, om te bouwen in Gods Koninkrijk, om de wil van Vader openlijk te kunnen doen. We vragen om kracht om juist met kracht voor Christus te leven.

Maar wat dan als ik overwerkt ben, als ik chronisch vermoeid ben? Als ik door ziekte en ouderdom zo zwak geworden ben.  Als ik door bepaalde oorzaken aan huis gekluisterd ben. Is mijn leven dan nog wat waard?  Waarom zou ik dan nog om mijn dagelijks brood bidden? Kan ik dan nog iets zinvols doen?

Mensen kunnen je dan het gevoel geven dat je leven niet veel meer waard is. Juist als je ziet dat je tot de HERE bidt, juist als je ziet dat Hij eerst komt en je het leven nog heeft gegeven, zie je dat je leven zin heeft. Al kun je geen been meer optillen, al kun je geen vinger meer bewegen. Al lig je daar maar wat volgens mensen toch kun je het belangrijkste werk dat er is nog doen. Je kunt bidden!  Je kunt bidden in dienst van Gods Koninkrijk. Wat doe je dan veel, wat ben je dan hard aan het werk voor de HERE. Als je de wereld, de mensen om je heen aan de HERE opdraagt. Als je steeds weer bij de HERE komt het het gebed dat mensen de weg vinden naar Christus als het levende brood. Als je bidt dat mensen hun hoogmoed en het leven voor eigen rijkdom afleren en bij Christus als arme zondaren aankloppen om elke dat door Vader in de hemel verzorgt te worden. Om zo verlost van zonden voor Christus te leven. Je leven heeft ook dan zoveel zin! Juist omdat de HERE eerst komt in je leven.  Wie zo bidt, ziet ook juist in deze adventstijd een prachtige toekomst die de HERE aan deze bidders zal geven. Dan bid je nu in Jezus naam omdat Christus gekomen is als de grote Verlosser voor zondaren. Dan leer je uitzien naar die prachtige toekomst die er komt als Christus voor de tweede keer naar de aarde komt. Dan komt er uit het huis van David dat door eigen schuld niets meer voorstelde maar door de HERE volgens zijn belofte weer opgebouwd wordt de volgende toekomst:     

“Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat de ​ploeger​ zich aansluit bij de maaier en de druiventreder bij hem die het ​zaad​ strooit; dan zullen de bergen druipen van jonge ​wijn​ en al de heuvelen daarvan overvloeien. Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk Israël: verwoeste steden zullen zij herbouwen en bewonen; wijngaarden zullen zij planten en de ​wijn​ ervan drinken; boomgaarden zullen zij aanleggen en de vrucht daarvan eten. Dan zal Ik hen planten in hun grond, en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit de grond die Ik hun gegeven heb, zegt de Here, uw God.” Amos 9:13-15

Die toekomst is ons in in het Avondmaal voelbaar en zichtbaar voor ogen gesteld. Die is er door de vergeving door Christus verdiend. Die vergeving en die toekomst komt van de HERE. De HERE komt daarom eerst. Ook in al die gewone dingen van het leven. Voor wie zo afhankelijk van de HERE leeft, is het avondmaal een feest. Wie niet zo leeft wordt nu opgeroepen om je leven te veranderen en door Gods Geest afhankelijke kinderen van God te worden.

 

AMEN