Zondag 52 Zwakke mensen gaan met Gods hulp de toekomst tegemoet

Zondag 52  Zwakke mensen gaan met Gods hulp de toekomst tegemoet

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  71:1,2

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing: Johannes 8: 30-36

                        Lukas 22:24-34

Psalm  61:1,2,3,4

Tekst: Zondag 52

Verkondiging van het evangelie

Psalm  138:2,4

Geloofsbelijdenis

Gezang 29:1,2

Dankgebed

Collecte

Gezang 40

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Leven in vijandig gebied.  Dat is altijd gevaarlijk. Hoe gevaarlijk is dat? Is de vijand dichtbij? Hebben we te maken met een sterke vijand of valt dat nog wel mee? Het zijn vragen die belangrijk zijn voor ons leven vandaag en ook morgen als de Here Jezus nog niet teruggekomen is. Belangrijke vragen ook op de grens van 2017-2018. Hoe gaan wij het jaar uit en hoe het nieuwe jaar in.

Is er reden om met moed verder te gaan in je leven? is die moed er omdat de vijand weinig voorstelt? Is die moed er omdat jij zo sterk bent? Of voel je jezelf eigenlijk moedeloos en misschien wel depressief?  Wanneer het gaat om de zekerheid van je geloof hoe staat het dan met je? Voel je je heel onzeker om bijvoorbeeld te woorden van de Here Jezus:  “Velen zijn geroepen maar weinigen zijn uitverkoren’. Matt 22:14

Is het nodig om onzeker en zonder veel moed verder te gaan. Het zijn vragen die op ons afkomen als we als gelovigen in het leven staan. Het zou heel gevaarlijk zijn als we zouden denken dat er helemaal geen gevaar zou zijn. Als we zouden denken dat het leven als kind van God een makkie is en we niets te vrezen hebben. Dat geldt voor ons als we achterom kijken en als we vooruit kijken. Dat we wel degelijk in een gevaarlijke wereld leven laat de Here Jezus in het Onze Vader zien. Hij leert ons in het volmaakte gebed geen overbodige dingen bidden. Hij leert ons  bidden: “En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de Boze.” Christus leert ons dit gebed omdat we het nodig hebben. We kunnen niet zonder dit gebed. We hebben Vader in de hemel nodig om ons tegen de Boze tijdens ons leven op aarde te beschermen. We hebben Gods bescherming nodig omdat de tegenstander heel erg sterk is. Wij hebben niet de kracht om uit Zijn greep te blijven. Zonder dit gebed moeten we wel moedeloos worden. Gelukkig leert Christus ons bidden en dat geeft echt moed, kracht en uitzicht. We zien dat als ik jullie het evangelie van Jezus Christus verkondig onder het volgende thema:

 

ZWAKKE MENSEN GAAN MET GODS HULP DE TOEKOMST TEGEMOET

 

 

1.            Sterke vijanden

2.            Maar Goddelijke hulp

 

  1. Sterke vijanden

 

We staan midden in de strijd. Het is een heel bijzondere strijd. Het is een strijd die laat zien dat we de hulp van God nodig hebben. Laten we dan eerst eens kijken naar de vijanden waar we mee te maken krijgen in ons leven op aarde. Ik wil, daarvoor eerst met jullie terug naar wat we net in Lukas 22 gelezen hebben. Het is goed om daar je bijbel ook bij te pakken.

De Here Jezus ziet dat ook onder de mensen die Hem volgen er onenigheid is. Een onenigheid die er dan over gaat wie eigenlijk de belangrijkste is. Je ziet hier dat er op deze wereld ook in de kerk altijd weer dingen zijn die niet goed zijn. Die voor verwijdering onder elkaar zorgen. Zelfs bij de mensen die heel dicht bij de Here Jezus leven en dat ook willen. Dat laat ook zien dat een van de vijanden die we in dit leven hebben onze eigen persoonlijkheid is. Ons eigen hart. Vanuit dat hart komen dingen die niet goed zijn. Ons hart is vanaf het begin van ons leven een hart dat liever luistert naar de duivel en de omgeving die andere dingen wil dan de HERE. We hebben dus een machtige vijand in ons eigen huis. Ieder van ons. Dat laat ook zien dat we als gemeente niet immuun zijn voor verkeerde dingen, voor verkeerde beoordelingen en omgang met elkaar. We hebben het gebed dat Vader in de hemel ons als gemeente beschermd tegen eigen verkeerde verlangens in de gemeente zo nodig! Dat gebed begint als het goed is bij mijzelf, bij jouzelf. Dat het in de gemeente nooit om mijn plaats, mijn ideeën en mijn positie zal gaan. Dat ik en ieder van ons leert waar de Here Jezus op wijst: “Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. Want wie is belangrijker: hij die ​aanligt​ of hij die bedient? Is het niet hij die ​aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient.” Lukas 22:26,27

Wie is het die er altijd weer gebruik van maakt om in ons verkeerde gevoelens en gedachten aan te wakkeren? Dat is de duivel! Dat heeft hij ook in de afgelopen tijd in jouw leven en in ons leven gedaan. In de catechismus wordt dan ook gesproken over de grote drie vijanden, de doodsvijanden. Dat betekent dat het onze belangrijkste vijanden zijn. Dat ze ook uit zijn op onze dood. Dat we onder het oordeel van God liggen aan het einde van ons leven: de eeuwige dood.

We zien dan in Lukas 22 hoe de Here Jezus laat zien hoe nodig we het gebed en de hulp van Vader in de hemel hebben. Wanneer wij op ons leven letten en daarbij ook eerlijk achterom kijken zie je wat er ook in het leven van Petrus was.  De Here Jezus spreekt hem aan. Op een opvallende manier: “Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd u allen te ziften als de tarwe”.  Let er eens op dat de Here Jezus Petrus hier aanspreekt op zijn gewone naam. Hij noemt hem nu niet Petrus. Die naam Petrus die de Here Jezus hem al eerder gegeven heeft, betekent rots. Die rots was en is Petrus als hij belijdt dat de Here Jezus de Zoon van de levende God is. Als hij zo leeft. De Here Jezus weet dat Petrus niet altijd zo sterk is. Dat hij zelfs niet lang na wat er nu gebeurt de Here Jezus 3 keer zal verloochenen. Hij spreekt hem daarom met nadruk, hij zegt 2 keer zijn naam, Simon. Simon de duivel probeert er alles aan te doen om jou zo door elkaar te schudden dat je het leven met Mij als de enige Verlosser los zult laten. Zo is het ook in ons leven broeders en zusters, jongelui. Als je eerlijk achteromkijkt dan zie je hoe er ook door de duivel en jouw omgeving op verschillende manieren aan je getrokken is om toch minder naar de HERE te luisteren. Om je eigen dingen te doen. Om wat de HERE in de Bijbel zegt niet zo ernstig te nemen. Hoe er ook dingen in je leven gebeurd zijn waardoor er twijfel in je leven komt. Waardoor je van Christus en Zijn gemeente losgeweekt dreigt te worden. De duivel zal alles aanpakken om je op een zeef te leggen. Om je leven door elkaar te schudden. Om dat zo te doen dat je nee gaat zeggen of blijft zeggen tegen de HERE. Dat je toch voor jezelf gaat leven. Of in ieder geval zo zoals veel mensen om je heen dat doen die niet echt volgens de woorden van God leven. De duivel hoopt jouw leven zo door elkaar te schudden dat jij niet het graan blijft maar dat je bij het kaf gaat horen dat na het zeven weggegooid wordt. De duivel wil je weghouden bij het voor altijd gered worden door de Here Jezus.  

De duivel weet heel goed hoe het er met ons voorstaat. Hij weet heel goed hoe allerlei verleidingen aansluiten bij onze eigen verlangens. Hoe die heel goed voelen voor ons. Het is niet zo dat het allemaal van buiten komt. Het moeilijk en beroerde is dat verleidingen niet stoppen bij ons hart maar dat ze er vaak uithalen wat er diep in ons hart al zit.  

Dan zie je dus hoe zwak wij van onszelf zijn. Het is dan heel belangrijk om dat te zien en te erkennen. Als je dat niet doet dan kan er ook niets aan gedaan worden. Je kunt het vergelijken met iemand die steeds pijn voelt. Die pijn komt steeds weer terug en ook wel vaker. Toch doe je alsof er niets aan de hand is. Je denkt er niet over om jezelf te laten onderzoeken. Op een bepaald moment wordt de pijn zo erg dat die niet meer verdwijnt en je sterft. Dan is het te laat. Zo kan het ook in ons leven zijn. Als we weten hoe verleidingen, hoe bepaalde mensen, bepaalde muziek en beelden ons al meer bij de HERE en een leven met Hem weghalen. Of de muur zijn die tussen jou en Christus staat. Wie dan zichzelf wil zijn en blijven, komt bedrogen uit. Dan val je voor eeuwig, om eeuwig verloren te gaan. Nu kom ik weer even terug op de inleiding. Ik hoor het iemand al zeggen: maar daar kun je toch niet veel aandoen. Het is toch zo dat velen geroepen zijn en maar weinig behouden zullen worden. Dat is toch wat de Here Jezus zelf zegt? Dat is wat de Here Jezus zegt maar dan moet je wel kijken in wat voor verband Hij het zegt en met wat voor bedoeling.

Voordat we daarnaar kijken eerst nog een opmerking: Als er over Gods uitverkiezing wordt gesproken in de Bijbel is dat nooit maar dan ook nooit om onzekerheid te zaaien en tot twijfel te brengen. Wie er zo mee omgaat speelt in feite de duivel en zijn werk in de kaart. Gods verkiezing wil mensen juist dicht bij de HERE brengen en hen brengen tot het liefhebben, roemen en prijzen van de HERE. Dat zie je ook als je let op het verband waarin de Here Jezus zegt: velen zijn geroepen maar weinig behouden zullen worden. Hij zegt dat direct na de gelijkenis waarin verteld wordt dat de HERE in Zijn liefde eerst Israël roept en die komen niet en daarna nog anderen en op het laatst komen er mensen van wie je het niet zou verwachten. De meeste mensen die geroepen worden, echt door de HERE geroepen worden komen niet want ze hebben het te druk, ze voelen zich en hun eigen leventje te belangrijk. Ze zijn niet van plan voor Christus dingen op te geven.  Dan vertelt de Here Jezus ook over een man die zich zonder zich te bekeren, zonder zijn eigen zondige verlangens en daden te willen wegdoen toch naar het feest gaat. Iemand die denkt dat bij de kerk horen op papier genoeg is en niet echt in dienst van Christus wil leven. Dan maakt Christus duidelijk dat zo’n man van het feest verwijderd wordt. Vast en zeker. Dan volgende woorden: velen zijn geroepen maar weinig zijn uitverkoren. Dat is hier een duidelijke waarschuwing niet een soort noodlot dat moet ontmoedigen. Een waarschuwing vol ontferming bekeer je echt want zonder het echte levende geloof hoor je niet bij Gods uitverkoren kinderen.  Dat geloof en leven in liefde voor de HERE heb je niet uit jezelf. Daarom hebben we het gebed en Gods hulp zo nodig. We letten daarop in het tweede punt.

 

  1. Maar Goddelijke hulp

 

 Je kijkt terug. Je ziet je eigen nederlagen in de strijd tegen de zonde in je  leven. Het bijzondere is dat het niet nodig is om moedeloos te worden. Het is ook niet nodig om te denken dat je misschien bij de uitverkorenen hoort en dan komt het toch nog goed. Nee, de Here Jezus wil je leren bidden: “Vader leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de Boze’.  

Dit is de weg die Here Jezus ook aan Petrus wijst. Kijk maar weer in Lukas 22: “Maar Ik heb voor u ​gebeden​ dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders. En hij zei tegen Hem: Heere, met U ben ik bereid om zelfs de ​gevangenis​ en de dood in te gaan. Maar Hij zei: Ik zeg u, ​Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent.”  Vs 32-34 HSV

Ik begin even aan het einde.  Petrus denkt dat hij in eigen kracht en in eigen liefde de Here Jezus trouw zal blijven. Daar heeft hij echt geen hulp bij nodig denkt hij. De Here Jezus laat hem nu al weten dat hij echt te goed van zichzelf denkt. Petrus met al je goede bedoelingen ben je toch een arme en zwakke zondaar. Daar zul  je deze nacht nog achter komen. Jij die nu zo hoog van jezelf opgeeft, zal Mij deze nacht drie keer verloochenen. Hier zie je hoe waar het is dat wij in eigen kracht het geen ogenblik volhouden om in liefde voor de HERE te leven. Wij hebben Gods hulp, wij hebben de hulp van de Heilige Geest nodig! Elk moment van ons leven op aarde.

Zo is het als we achteromkijken in ons leven. Zo is het als we vooruitkijken. Wij kunnen niet zonder Gods hulp. Zonder het gebed om die hulp dwalen wij bij Christus weg en komen al meer in de handen van de duivel, de wereld en ons eigen zondige hart. Het geweldige is nu dat dit niet nodig is. Er is er namelijk een die er voor gezorgd heeft dat wie zijn of haar knieën buigt en een biddend leven leidt ook echt door de HERE geholpen wordt.  Die ene is de Here Jezus. Let er eens op wat Hij zegt tegen Petrus van wie Hij weet dat die hem die nacht drie keer zal verloochenen: “Maar Ik heb voor u ​gebeden​ dat uw geloof niet ophoudt.”

De Here Jezus heeft voor die arme, schuldige Simon Petrus gebeden! De Zoon van God maakt duidelijk dat Hij ook voor Simon gaat sterven. Dat Hij gebeden heeft dat ook Zijn offer aan het kruis voor Petrus zal gelden.  Wat geweldig. Petrus kan het niet, ik kan het niet, jij kan het niet. Wij kunnen het niet volhouden in geloof. We zijn er te zwak en te slecht en te schuldig voor. Dan staat daar die zondeloze Here Jezus. Die weet dat Hij getroffen zal worden door onze liefdeloosheid en zonden. Die weet dat Hij daarvoor tot aan het kruis, tot in de hel de straf moet dragen. Mijn schuld. Ook in 2017. Dan klinken er deze woorden uit Zijn mond: “Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt.” De Here Jezus laat het zien ook aan ons: Schuil met je leven bij Mij. Dan mag je weten dat Ik voor je gebeden en geleden heb. Dan mag je weten dat als je in Christus’ naam bidt om de bescherming van Vader wanneer er aan jou als kind van God getrokken wordt  je die bescherming ook krijgt. Dat zelfs als jij in zonde valt zoals Petrus bij de verloochening de Geest je weer bij Christus wil brengen met belijdenis van je schuld. Dat Hij je uit genade weer tot inkeer, tot bekering wil brengen. Wie zo achterom kijkt ziet veel zwakheid en schuld in eigen leven. Die heeft vandaag genoeg aan zichzelf en die ziet Gods ongelooflijke genade dat Hij jou weer hier gebracht heeft om naar Christus Woord te luisteren en op  Zijn stem Zijn weg te gaan.

Dan mag je vanuit het gebed weten dat je vrij bent door Christus zoals we daarvan gelezen hebben in Johannes 8. Ook daar lazen we dat wij als mensen uit en in onszelf slaven van de zonde zijn. Wie in geloof bidt tot Vader mag  zeker weten wat we in Joh 8:35,36: “En de ​slaaf​ blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeuwig. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.”

Dat kan allemaal waar zijn maar hoe is het mogelijk om als kind van God in onze tijd met al die verleidingen te kunnen leven. Hoe houd je het vol in een wereld en land waarin er zoveel afval is en gelovigen die echt aan Gods Woord willen vasthouden een kleine minderheid geworden zijn. De Here Jezus geeft  daarop dit machtige antwoord aan het einde van het Onze Vader: “Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid.”

De Here Jezus heeft voor wie bij Vader om hulp, kracht en liefde zoekt om verleiding te weerstaan, om na het vallen in zonde weer op te staan en naar zijn of haar Vader te gaan, verdiend dat Gods kracht je omringt.  Zijn liefde en kracht je weer laten opstaan. Zijn Koninklijke Goddelijke kracht en liefde je leert om nee te zeggen wat vrienden of bekenden je vragen omdat je dicht bij Vader wilt zijn. Als Zijn kind wilt leven.  De kracht van de duivel en de verleiding is zo groot. Ons hart wil zo graag die kant op Maar Gods kracht is voor altijd, voor eeuwig meer. Wie in eigen zwakheid tot Vader gaat en zegt: Vader in de hemel ik red het niet. Help mij! Ik weet het Vader,  ik heb in het afgelopen jaar ook zoveel verknoeid. Help me om Uw kind te zijn. Dan drukt de Vader je aan Zijn hart. Dan hoef je nooit te denken: Ben ik wel uitverkoren? Dan mag je het weten door Christus werk: ik ben een van Gods uitverkoren kinderen. De Vader laat wie zo tot hem bidt nooit zonder Zijn liefde en bescherming staan. Dan wil ik juist volgens Vaders wil leven! HERE help me. Ja dat doet Hij op het gebed  dan voor eeuwig omdat Christus en de Geest dan ook voor je bidden.

 

Vast en Zeker!

 

AMEN