Dankdag 2016 Preek over Habakuk 17-19 De rechtvaardige dankt de HERE ook in de grootste materiêle nood

Dankdag 2016  Preek over Habakuk 17-19  De rechtvaardige dankt de HERE ook in de grootste materiêle nood

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Zingen : Psalm 68 : 2, 8

Gebed

Lezen : Habakuk 3 : 12 - 19

Zingen : Psalm 27 : 2, 4

Lezen : Habakuk 3 : 12 - 19

Zingen : Psalm 18 : 9, 10, 14, 15

Tekst : Habakuk 3 : 17 - 19

Preek

Zingen : Psalm 104 : 8, 9

Geloofsbelijdenis

Gebed

Zingen : Gezang 35 : 1, 2

Gebed

Collecte

Zingen : Gezang 35 : 3

Zegen

 

Gemeente van onze Here: Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het is honderden jaren geleden in Schotland. De jonge Andrew Gray loopt buiten het dorp waar hij woont op een smalle weg. Hij is dan 16 jaar oud. Hij zal vier jaar later een dominee zijn. In de Schotse stad Glasgow. Zijn preken zijn heel ernstig. Dat waren de mensen in Glasgow niet meer gewend. Hij wijst de mensen in de kerk met grote ernst op Christus. Als je sterft en je hebt niet echt met de Here Jezus geleefd, je hebt niet steeds weer vergeving van je zonden bij Hem gezocht, ga je verloren. Ds Gray is vol liefde voor de mensen in zijn gemeente en daarom preekt hij zo vol ernst. Een bepaalde gebeurtenis heeft zijn leven en ook de manier waarop hij ongeveer 2 jaar lang  preekt heel sterk beïnvloed. Na 2 jaar preken roept de HERE hem op 22 jarige leeftijd tot zich door de dood. Wat was het  nu wat het leven van deze dienaar van Christus  zo sterk beïnvloed heeft? Dat was die wandeling buiten het dorp toen hij 16 jaar oud was. Hij liep op de smalle weg en langs die weg waren ook rotsen. Terwijl hij loopt,  hoort hij een stem achter die rotsen vandaan komen. Als Andrew gaat kijken ziet hij daar een bedelaar op zijn knieën  liggen. Een echte bedelaar die alleen wat oude kleren aan heeft en verder niets. Elke dag moet hij langs de deuren gaan om maar wat te eten en te drinken te kunnen krijgen. Deze man bidt daar en heeft niet door dat Andrew hoort wat hij bidt. Deze bedelaar klaagt niet over zijn grote armoede. Het gebed van deze bedelaar is een dankgebed. HERE, wat bent U toch goed voor mij. Ik heb dit niet verdiend. Ik heb eigenlijk verdiend dat U mij in de ergste pijn en ellende laat leven. Dat heb ik verdiend om de zonde, de verkeerde dingen die ik gedaan heb. Ik dank U HERE dat U mij zoveel geeft. U laat mij leven, geeft mij elke dag dat ik iets te eten en te drinken heb. HERE wat bent U toch geweldig goed voor mij. Wat bent U toch goed voor mij dat ik de Here Jezus als mijn Redder mag kennen.

Dit gebed maakt een geweldige indruk op de jonge Andrew. Als je de Here Jezus Christus als de God en Verlosser van je leven kent, heb je alles wat je nodig hebt. Als je Hem niet kent, kun je steenrijk zijn maar heb je niets. Als we dat zien en zo leven, kunnen we echt danken in deze dankdienst. Dan is het kennen en leven met God het belangrijkste wanneer we danken voor gewas en arbeid. We zien dat als ik jullie het evangelie vanuit Hab 3:17-19 onder het volgende thema verkondig:

 

 

DE RECHTVAARDIG DANKT DE HERE OOK IN DE GROOTSTE MATERIELE NOOD

1. Hij jubelt dan in de HERE

2.Hij vertrouwt dan op Gods kracht

 

1.Hij jubelt dan in de HERE

 

Om onze tekst goed te begrijpen is het nodig om nog wat aandacht aan de achtergrond van het boek Habakuk te geven. Als we het hele boek Habakuk lezen, is het duidelijk dat de Chaldeeën, het rijk van Babel als wereldmacht bezig is om zijn macht te ontplooien. Als we letten op de zonden van Gods volk die in die boek genoemd worden, is het meest waarschijnlijk dat het gaat om de tijd van ongeveer 15 jaar voor de verwoesting van Jerusalem door de Babyloniërs. Jojakim is koning en het is ook de tijd waarin Daniël en zijn vrienden naar Babel gebracht worden. Habakuk is dan nog een van de kleine groep onder Gods volk die de HERE echt met hun hart dienen.

Juist omdat Habakuk nog een van de weinige gelovigen onder het volk van God was, begrijpt Habakuk de HERE niet. Begrijpt hij niet de manier waarop God op dat moment met Zijn volk omgaat.

Als Habakuk om zich heenkijkt, ziet hij zoveel laksheid, zoveel afval van de HERE. Juist in de kerk. Juist onder het verbondsvolk. Zoveel mensen die een werelds leven leiden en echt niet warm lopen voor de dienst aan de HERE. De meerderheid van het volk leeft hun eigen leven. Hoe is het dan toch mogelijk dat de HERE aan dat volk welvaart geeft? Waar is de straf van God gebleven? Is God dan niet meer rechtvaardig?

Habakuk komt met deze klacht bij de HERE. Dan is Gods antwoord dat Zijn rechtvaardige oordeel op komst is. Het zullen de Babyloniërs zijn, de Chaldeeën zijn die dat oordeel van God over Juda zullen voltrekken.

Habakuk weet  dat de HERE Zijn Woord houdt. Toch komen er daardoor weer nieuwe vragen bij Habakuk naar boven. Waarom? Omdat de HERE tegen hem gezegd heeft dat door de Babyloniërs elk lid van de kerk getroffen zal worden. De ongelovigen maar ook zij die altijd met de HERE geleefd hebben. De grote vraag van Habakuk is nu: Dat is toch niet eerlijk! Waar is Gods rechtvaardigheid gebleven?

Daarom horen we Habakuk tegen de HERE zeggen in 1:13: “U, die te rein van ogen bent om het kwaad te zien, en die het onrecht niet kunt aanschouwen, waarom aanschouwt U de trouwelozen en zwijgt U, als de goddeloze verslindt hem die rechtvaardiger is dan hij? Habakuk krijgt op deze indringende vraag antwoord van de HERE. Dat antwoord beheerst het hele boek Habakuk. Dat antwoord heeft altijd weer een heel belangrijke plaats in het leven van Christus’ gemeente ingenomen. Het antwoord lezen we in Hab 2:4: “Zie, opgeblazen, niet recht is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”

Dit is het antwoord dat de HERE geeft. Hoe kan dat? Want het lijkt eigenlijk helemaal geen antwoord. De HERE verantwoordt en rechtvaardigt zich in dit antwoord eigenlijk helemaal niet over wat Hij gaat doen. Hij legt niet aan Habakuk uit waarom Zijn oordeel de goddelozen en de rechtvaardigen zal treffen. De HERE legt niet uit waarom het de een in het leven zo goed gaat en de ander steeds weer met zo ontzettend veel ellende in zijn of haar persoonlijke leven te maken krijgt. Ook mensen die dicht bij de HERE leven, treft zo ontzettend veel ellende. Waarom? De HERE verklaart dat niet maar zegt ook tegen jou en mij als we met zulke vragen zitten: “maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”

Dit antwoord betekent: Mijn kind Habakuk, mijn gelovige kind jij hebt grote vragen in je hart. Ik zeg als jouw God en Vader tegen jou: Ik zal rechtvaardig zijn in Mijn oordelen. Al lijkt het zo anders in je ogen. Ook als Mijn oordelen die over de wereld gaan ook de gelovigen heel ernstig treffen. Ook als een gelovig kind daardoor op aarde zelfs dodelijk getroffen wordt, mag je weten dat hij dan door Mijn goedheid juist blijft leven. Gods antwoord brengt rust in het leven van Habakuk. Nog steeds is het zo dat hij allerlei dingen nog niet kan begrijpen maar toch kan hij God in zijn gebed weer loven en prijzen. Daarom is zijn gebed ook een psalm. Het is een van de liederen die in de tempel gezongen werd. De verzen 1 en 19 van hoofdstuk 3 maken dit duidelijk: “Het gebed van Habakuk, de profeet. Op Sigjonot. ….. voor de koorleider. Met snarenspel.”

Het gebed van Habakuk eindigt met diepe dankbaarheid. De woorden van diepe dank die we daar lezen,  lijken eigenlijk vreemd. Het zijn woorden die juist in de welvarende situatie van Juda in die tijd  niet weergeven. Het gaat om een situatie die in de toekomst ligt. Dit zijn woorden die een situatie weergeven die voor ons allemaal een diepe betekenis heeft. We lezen in vers 17: “Al zou de vijgeboom niet bloeien. En er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn. “

 

Deze woorden geven ons de opdracht om je zo’n situatie ons voor te stellen. Hoe zou jij reageren als de welvaart heel sterk teruggaat? Als we hier in Nederland zo arm worden als veel mensen in Afrika waar elke dag een dag is om te proberen te overleven. Het kan ook gebeuren dat je wel genoeg geld hebt maar er is niets om te kopen. Habakuk weet dat deze dingen kunnen gebeuren als het oordeel van God door Babel over Juda zal komen. Gods straffende hand kan ook vanwege de afval van Hem door het Nederlandse volk zo over ons komen. Zijn wij op zo’n situatie in geloof voorbereid?

Als wij in zulke omstandigheden zouden komen,  is er dan bij jou en mij het “nochtans” van vers 18. Het “en toch”. Danken jij en  ik dan nog? Kom jij dan nog naar de kerk om de HERE  te danken voor wat Hij je geeft? Of ben je dan heel opstandig tegenover de HERE?

Hoe moeilijk het ook zal zijn in die omstandigheden, hoe Habakuk ’s hart en gevoelens dan ook in opstand willen komen toch weet hij dat deze jubel, deze blijdschap er dan in zijn leven zal zijn. Hoe weet hij dat? Denkt hij daarin niet te goed van zichzelf?

Nee, want Habakuk weet dit op grond van wat de HERE gezegd en beloofd heeft. De HERE heeft met Zijn Goddelijk gezag gezegd: “Maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.” Habakuk weet in vertrouwen op de HERE dat hij ook in de grootste materiële nood de HERE zal danken en loven. Dan zal hij nog jubelen en juichen in de God van zijn heil, van zijn verlossing. Wij lezen van dat jubelen en juichen in de HERE terwijl de omstandigheden voor iemand zo moeilijk zijn ook in het Nieuwe Testament.  Denk maar aan Paulus en Silas. Omdat zij van de Here Jezus als de Verlosser getuigen worden ze in Filippi in de gevangenis gegooid. Ze krijgen niets anders dan water en brood. Ze worden in de binnenste en meest donkere cel opgesloten. Ondanks al deze dingen danken en loven Paulus en Silas de HERE in die donkere cel. We lezen van hen:  “Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen. “(Hand 16:25)

Dezelfde Paulus schrijft in Rom 8:38,39: “Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogten noch diepten, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.”

Wat is er beslissend om echt dankbaar te kunnen leven?  Dat is Gods liefde, dat is de verlossing door Christus alleen. Dat is beslissend of we dankdag kunnen houden of niet. De verlossing door Christus,  met Hem leven als je God en Heiland is beslissend of je vandaag echt dankbaar in de kerk zit. Als Christus voor jou de schat van je leven is, heb je antwoord op de vraag of  jij in de meest moeilijke en armoedige  omstandigheden dankbaar en gelovig zult blijven. Wie de HERE als Vader kent door Christus offer aan het kruis, is voor zijn of haar geloof niet van welvaart, een goede baan, veiligheid en een goede oogst afhankelijk. Niet van een belegde of onbelegde boterham afhankelijk om een echt dankbaar mens te zijn.

Die heeft geleerd, al is dat heel moeilijk, hoe groot de aanvechtingen en moeilijkheden ook zijn dat elke ademhaling in je leven een onverdiend geschenk van God is. Elke ademhaling van Gods kind is er een die Christus voor je verdiend heeft. Elk ogenblik van je leven is dan door Christus bloed geheiligd. Schoongewassen zodat op dat ogenblik van je leven niet meer Gods oordeel ligt. Dan zie je achter elke boterham of er nu beleg op is of niet, achter elke slok water de druppels bloed van de Heiland aan het kruis. Het bloed, het leven dat uit Hem gevloeid is ook vanwege de zondige ondankbaarheid die er in jouw leven was. Waarvoor jij en ik verzoening nodig hebben.

Dan leer je om steeds weer je ogen en hart op de HERE te richten. Alles van Hem te verwachten. Dan leer je om op de God van je heil te bouwen. Om samen met de profeet Micha te belijden:  “Maar ik zal uitzien naar de HERE; ik zal wachten op de God van mijn heil; mijn God zal mij horen.” (Micha 7:7)

Dan ligt de diepste reden voor je dank vandaag niet in je voorspoed, in je welvaart. Dan ligt dat in je leven met de Here jouw God. In je leven van de vergeving en liefde die Christus voor je verdiend heeft. Dan ligt de reden van je diepe dankbaarheid vandaag niet in het geld dat je hebt, niet in je mooie huis, niet in je gezondheid, niet in je baan, niet in de goede oogst. Als je het daarin zoekt ben je bezig om je levenshuis op zand te bouwen. Als jouw dank met alle indringende vragen in Christus vastligt,  is dat zekerder en vaster dan graniet. Dan kun je met vertrouwen de toekomst tegemoet.

 

2. Hij vertrouwt dan op Gods kracht.

 

Habakuk keert in vers 19 weer naar de werkelijkheid van die tijd terug. Hij ziet weer de samenleving waarin mensen om hem heen in welvaart leven. Terwijl het geestelijk gezien een heel slechte tijd is. Hij weet dat ellende iedereen straks plotseling zal treffen.

Juist dan maakt Habakuk duidelijk dat een gelovige, een rechtvaardige zo´n tijd niet met angst en beven tegemoet hoeft te zien. Waarom niet? Omdat de trouwe God van het verbond, die de Koning van de hele schepping is de kracht voor iedere gelovige is. Ook in die omstandigheden. Dan kom je met Christus en door Gods Geest door alles heen. Ook door de grootste verdrukking en materiële nood. Want de HERE maakt je voeten dan als die van een hinde. Hetzelfde beeld lezen we in Psalm 18.

De HERE maakt met dit beeld duidelijk dat geen obstakel in het leven van Gods gelovige kinderen te hoog is. Hoe groot de problemen ook lijken of zijn. Ook als je denkt dat je het nooit zult volhouden. Als je denkt dat je het in die omstandigheden niet vol zult houden om te blijven geloven, om dankbaar te blijven. Dan zegt de HERE als jouw Vader vandaag tegen je: Ik zal zorgen dat je volhoudt. Ik zal zorgen dat niets jou voor altijd bij het jubelen in Mij kan weghouden. IkIzal zorgen dat niets jou voor altijd bij het jubelen in Mij nkan weghouden.t. geloven, om dankbaar te blijven. heb daarvoor Mijn eniggeboren Zoon gegeven!

Het is de HERE, het is de Heilige Geest die ervoor zorgt dat wie zich in de moeiten aan Christus toevertrouwt een hoogte zal bereiken waarvan hij nooit meer zal afvallen. Dan zal de HERE: mij doen treden op mijn hoogten. Dan verheft de HERE jou op zo’n hoogte dat gebrek, zonde, verleiding en allerlei ellende je niet meer zo aanraakt dat het jou voor altijd laat vallen uit Gods hand. Uiteindelijk raakt het je zelfs niet meer aan om Christus wil. Kijk ook Jes 58:14.

Dit is de boodschap waarmee de HERE op deze dankdag naar ons toe komt. Een boodschap waarmee de HERE jou en mij de vraag stelt: Wat is die diepste grond voor onze dankbaarheid? Wat is de diepste grond ervoor dat je nu in de kerk zit? Is er in jouw en mijn hart echt dank ook als het in mijn leven heel moeilijk is?

Laat het toch zo zijn dat de HERE, dat Christus de diepste grond voor jouw leven, voor jouw dank is. Als je zo in geloof leeft, is Hij jouw sterkte die jou altijd en overal helpt. Hoe de tijdelijke straffen van God vanwege de zonde ook over ons leven gaan en het voor ons zo moeilijk maken.  Dan zal de eeuwige dood en straf jouw leven niet treffen. Want: “maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”

Is dat niet de diepste dank in ons leven waard?! Altijd en in alle omstandigheden. Is dat geen blijmakend evangelie? Ja toch!